Kuitert kwam met “Dat moet van mijn geloof” en eerder Cliteur met “Moreel Esperanto”*. Beide heren willen God en heilige geschriften uit het publieke debat bannen, zoveel is duidelijk. Bij een debat over bijv. embryoselectie of zondagsrust zou een beroep op bijbel of koran niet passen.
Afspraken maken over procedures, ligt voor de hand. Bepaalde argumenten uitsluiten, is ook nog voorstelbaar. Bijv. waar geargumenteerd wordt dat iets wordt gezegd, omdat de spreker man/vrouw/paus/ongehuwd etc. is. Het zal dan veelal om drogredeneringen gaan. Maar een sterke overtuiging uitsluiten, gaat wel ver.
Dat velen de eis tot een debat zonder God of heilige geschriften als redelijk voorkomt, zal te maken hebben met de algehele weerzin tegen godsdienst, het Christendom in het bijzonder. Abstraheren we van de godsdienst en van de bijbehorende ruis dan wordt de stelling algemener, namelijk:
In een publiek debat is geen plaats voor irrationaliteiten en moet in en uit principe alles ter discussie zijn te stellen.
Maar een discussie kan niet eindeloos duren. Uiteindelijk kom je bij een fundamentele keuze die nog wel is toe te lichten, maar niet verder te beargumenteren (wat vaak met elkaar wordt verward) en in die zin irrationeel is. Het beroep op het geweten bij grondige onenigheid is hiervan een mooi voorbeeld. Een taboe gaat nog verder. Daar is zelfs een toelichting niet mogelijk op straffe van opheffing.
Van een publiek debat kan en mag in principe niemand worden uitgesloten. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat participanten bij voorbaat akkoord gaan met het stellen van inhoudelijke grenzen aan een debat. Want wie bepaalt dat homeopathie, bekkeninstabiliteit of de Berlijnse muur een irrationaliteit is of was? Om eens wat andere voorbeelden te nemen. In een publiek debat is iedereen speler en niemand scheidsrechter door geboorte of verdienste. Dat is democratie, die om praktische redenen beslisregels kent en als rechtsstaat oog moet hebben voor andersdenkenden. Ik zou zeggen dat Kuitert en Cliteur aan wensdenken of luchtfietserij doen, waar het om exclusiviteit of uitsluiting gaat.
De eis tot goddeloosheid nodigt ook uit tot oneigenlijke argumentaties om maar niet voor conservatief, achterlijk of fascist te worden gehouden en toch te kunnen bereiken wat men wil. Maar min of meer gedwongen worden tot onoprechtheid is voor niemand goed.
rkh, 20-01- 2009
* Geen van deze boeken heb ik gelezen. Kuitert’s volgende boek zal wel zijn “Ruimte voor God” of zoiets. Zo blijft hij bezig; de sluwe koopman/dominee.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Je betoog overtuigt mij. Overigens zouden zij m.i. wel mogen vinden dat mensen zichzelf tekort doen door in God te geloven. Zoals Calvijn beweerde dat mensen zich tekort doen door niet in God te geloven.
PJ te N
Een reactie posten