De dichter Rogi Wieg is van nature depressief en heeft verschillende zelfmoordpogingen op zijn naam staan. Joost Zwagerman praatte op hem in en onder meer daardoor leeft Wieg nog. Wieg geeft toe blij mee te zijn met het leven en ziet met vreugde de mooie dingen die hij anders had moeten missen.*
Iedereen snapt wel ongeveer wat wordt bedoeld: Wieg had i.p.v. blij ook nog steeds ongelukkig met het leven kunnen zijn. Echter tegenover “blij met het leven” staat niet “ongelukkig met het leven”; de vergelijking is die tussen “leven” en “dood”.
Als je zegt: “Wat ben ik blij dat ik vakantie heb”, dan staat “blij” niet in de eerste plaats tegenover “ongelukkig”, maar dan staat “vakantie” vooral tegenover “werk”. De keuze tussen vakantie of werk is één tussen gelijkwaardige opties; ze zijn elkanders alternatief.
De dood is geen reëel alternatief voor leven en daarom is “Ik ben blij dat ik leef” –strikt genomen- ook een onmogelijke zin. De keuze is niet één tussen gelijkwaardige opties.
Als met de dood alles eindigt dan is de vraag waar het alternatief van het leven is gebleven. Wieg zet dan dus zijn huidige leven af tegen niets en dat kan alleen maar onzin opleveren.
Als er wel leven na de dood is dan is een probleem dat we over het Hiernamaals niets weten. Dus kunnen we ook het leven op aarde geen kwalificatie geven. Willen we er wel iets over zeggen dan moet dat -in de beste tradities van Islam en Christendom- toch iets zijn van “Ik ben al blij met het leven, maar zou nog blijer zijn met de dood”.
Wieg zegt zich ervan bewust te zijn wat hij had moeten missen, indien gekozen voor de dood.
Maar wat kun je missen als je dood bent?
Als er niets is, wie precies mist dan wat?
Of: ben je tot Heerlijkheid bevorderd dan is er geen gemis, omdat alle verlangens zijn vervuld.
rkh, 21-12-2008
* KRO-programma “In de schaduw van het Nieuws” van 20-12-2008. Wilfried Kemp in gesprek met Paul Witteman, Joost Zwagerman en een documentariste.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten