Het vrijmaken en gebruiken van aanwezig potentieel –bijv. kennispotentieel- kan op zich de economie een boost geven en daarmee de welvaart vergroten. Maar uit de aard van de zaak is op een gegeven moment de rek er wel uit. Veritas simplex.
Stel een gezin met vader als enige kostwinnaar. Dan neemt het oudste kind een krantenwijk. Het gezinsinkomen maakt een sprongetje. Een jaar later neemt het tweede kind een krantenwijk en weer neemt het inkomen toe, hoewel relatief minder. Het derde kind etc., en uiteindelijk gaat ook moeder nog buitenshuis werken. Duidelijk is dat op een gegeven moment het arbeidspotentieel domweg is opgebruikt. Geen boost meer en het gezinsinkomen stijgt (ceteris paribus) jaarlijks weer miniem met de leeftijd. Wel is de welvaart nu t.o.v. vroeger aanmerkelijk toegenomen, maar de vaart is eruit.
Ook op de kenniseconomie moet dit denkmodel zijn toe te passen. Vroeger ging nog veel talent verloren doordat potentiële kenniswerkers gewoon postbode, schrijnwerker of melkrijder werden, terwijl die wel graag anders hadden gewild. Door cultuurverandering* en schoolsysteem kan talent komen bovendrijven en zich ontwikkelen –een ieder naar vermogen. Het proces over jaren van leegtrekken van de talentenpool (waarbij -hegeliaans gezegd-: kwantiteit in kwaliteit omslaat) gaf op zich extra groei aan de economie en zorgde voor een toename van welvaart. Die kennisboost zal nu onderhand wel verdwenen zijn.
Met om- en bijscholing, met een betere match tussen student en opleiding, met “motivatietrainingen” en met meer belangstelling voor exacte vakken zal het kennisniveau van het volk nog wel wat zijn op te krikken en zeker onder allochtonen zal nog “verborgen talent” zijn aan te boren. Maar je kunt uit een volk niet meer persen dan erin zit, hoewel iemand als Margriet Sitskoorn denkt het IQ met oefeningen omhoog te kunnen brengen.
Juist nu men het heeft over “kenniseconomie”, Nederland als “kennisland” en over de agenda van Lissabon verdwijnt de groeispurt, enkel en alleen omdat het potentieel zo ongeveer op is.** Dat betekent onherroepelijk minder meer welvaart. Of misschien wel gewoon minder welvaart, vanwege de kosten van drop-outs en omdat hier de wet van de afnemende meeropbrengsten geldt en de meerkosten de meeropbrengsten zelfs kunnen overstijgen (zie kosten integratieprojecten).
rkh, 26-12-2008
* Tot in de jaren ’60 stond voor sommigen boeren boven studeren. In sommige kringen staat nu het drugrunnen boven studeren.
** Import van kenniswerkers uit het buitenland kan nog soelaas bieden. Maar zo’n “braindrain” is m.i. ethisch algauw kwestieus, alhoewel je werkgevers en politici daar niet over hoort.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Inderdaad zorgwekkend.
PJ te N
Een reactie posten