maandag, april 26, 2010

De ultieme wraak van Job

De Leidse hoogleraar Cleveringa nam het publiekelijk op voor zijn ontslagen, joodse collega's. De moeder van Cohen hoorde in het verhaal van Cleveringa de boodschap: "Jullie, joden, horen erbij".
Cohen lijkt de Cleveringa van deze tijd te willen zijn. Tegen de moslims in Nederland c.q. Amsterdam zegt hij : "Jullie, moslims, horen erbij".
Mooie woorden.

Het jood-zijn betekent voor Cohen -naar eigen zeggen- weinig tot niets. "Of zijn afkomst hem beïnvloed heeft?". "Een goede vraag!". In dat gesprek met Max van Weezel bleef het stil. Ook zijn ouders hadden een afkeer van mensen die van het jood-zijn hun identiteit maken (zoals bijv. de vader van Ischa Meijer en Presser). Maar de Cleveringa-lezing van Cohen en andere uitingen zijn statements met als onderliggende boodschap: "De moslims van nu zijn de joden van vroeger".

Komt Cohen hier op voor de in Nederland onderdrukte moslims? Claimt hij -via de band van de Islam- joods slachtofferschap? Nee, niet in de eerste plaats. De autochtonen zijn de constante. Zijn Nederlandbeeld is dat van een land vol met rancuneuze, discriminerende en racistische autochtonen. Zijn stellingname is de ultieme wraak op Nederland voor wat zijn ouders en zijn familie in WOII is aangedaan. "We zullen die Nederlanders eens wat leren". Wethouder Buyne is gestruikeld over een lesbrief. Bij deze lesbrief over de vooronderstelde discriminatoire bejegening van moslims door Tokkie-Nederland was Cohen wel degelijk betrokken.

De mensen die uit Amsterdam zijn weggevlucht of hebben moeten vluchten, noemt de "Koning van het binden" dan ook "rancuneus". Voor hen geen: "Jullie horen erbij" (zoals ook Martin Sommer in de Volkskrant opmerkte).
Zijn joodse achtergrond speelt dus wel degelijk mee in zijn spreken en handelen. Zij het indirect en op een ingewikkelde manier.

rkh, 24-04-2010