maandag, mei 31, 2010

De juridische blik en zijn gevolgen

Naar een kind kan op verschillende manieren worden gekeken. De invalshoek kan bijv. een sociologische of een neurobiologische zijn. De juridische kijk is in opkomst en krijgt steeds meer de overhand.

De juridisering van het denken maakt, dat een kind steeds meer als rechtssubject wordt gezien. Een abstractum, want het kind wordt los van verbanden gezien. In dat denken is de pedagogische tik ongepast, religieuze opvoeding indoctrinatie, besnijdenis verminking, een eigen verblijfstitel voor het illegale kind een reële mogelijkheid. Je kunt ook zeggen dat wederom in de geschiedenis het kind als kleine volwassene wordt gezien.

Dit abstraheren van verleden en omgeving is uiteraard gevolg van het algemene proces van individualisering, maar voedt en versterkt dit proces ook. Vooral omdat dit typische rechtsdenken neerslaat in regels, wetgeving en instituties. De VN kent een kinderrechtenverdrag. De kindertelefoon is hier een instituut geworden.

De keuze voor het individu boven de groep is gemaakt, omdat juristen heersen en het denken bepalen. Het zijn deze nieuwe mandarijnen die nu de dienst uitmaken. Juristen in de kamer en daarbuiten maken wetgeving. Juristen verdedigen verdachten. Juristen spreken recht. Juristen beoordelen juristen. Juristen leiden juristen op. De Commissie Gelijke Behandeling bestaat vooral uit juristen. Het bestuur van het proefprocessenfonds van het Clara Wichmann Instituut bestaat uit juristen, alleen de voorzitter is daarop uitzondering.

rkh, 30-05-2010

vrijdag, mei 28, 2010

Morele chantage

Het is not done om publiekelijk aan iemands woord te twijfelen. "Je gelooft iemand op zijn woord" is de norm. De onderliggende waarden hier zijn: eerlijkheid aan de ene kant en vertrouwen aan de andere kant. Het is evident, dat norm en waarden essentieel zijn voor het functioneren van een samenleving als samenleving.
Het is dan ook begrijpelijk, dat wie de norm negeert iets heeft uit te leggen.
De andere kant is, dat deze moraal van "Iemand op zijn woord geloven" zich bij uitstek leent voor misbruik. In dat geval spreek ik van morele chantage.

Bos zei de politiek voor zijn gezin te verlaten. Weinigen durven zijn motieven te bevragen. Maar Cisca Dresselhuys wil eerst zien en dan geloven. Ze wacht Bos' volgende baan af. Dresselhuys doorbrak daarmee de stilzwijgende afspraak om iemand op zijn woord te geloven. Ze kreeg de volle laag.
Aan de andere kant: Bos doet (impliciet) een beroep op moraal en fatsoen, zodat wordt gezegd wat niet wordt gedacht en wordt verzwegen wat wordt vermoed. Morele chantage dus.

rkh, 31-03-2010

woensdag, mei 12, 2010

Nederbeelden

Een vrouw in boerka loopt vrij rond in Amsterdam. Er is iets met haar boodschappentas. Sinaasappelen rollen over straat. Geen van de voorbijgangers schiet de vrouw te hulp.
De vrouw in boerka is figurant. De rest is echt. Dus is -bij wijze van spreken- haast wetenschappelijk bewezen, dat Nederland staat voor intolerantie, xenofobie, onverschilligheid en harteloosheid.

Domme pech, dat de opname van die straatscene op zijn beurt weer werd gefilmd door een toevallig in de buurt zijnde ploeg van AT5. En wat bleek? Autochtone Nederlanders wilden de vrouw wel degelijk helpen, maar werden door de regisseur gemaand dat te laten*.

Wat hier gebeurt, is ten eerste dat het beeld van Nederland als land van tokkies stuk slaat op de praktijk van alledag. Ten tweede dat de regisseur de ontstane cognitieve dissonantie oplost door de uitgestoken hand van de omstanders gewoon uit het verhaal weg te laten.
En zo blijft het beeld van Nederland als Tokkie-land in juxtapositie staan met het beeld van Nederland als oase van verdraagzaamheid.

Dit voorval maakt eens te meer duidelijk dat feiten verschijnen en worden gewogen in het licht van een ideologie. Daarbij is niets te dol. Jules Croiset ensceneerde een ontvoering door rechtsextremisten. Geert Mak fantaseerde er in zijn boekje "Gedoemd tot kwetsbaarheid" lustig op los**. Een ANP-fotograaf die het als zijn taak zag een zo lelijk mogelijke foto van Verdonk te maken. Wie de waarheid aan zijn kant heeft, mag liegen.

Het is zinloos om over feiten te discussiëren, omdat -afgezien van het waarheidsgehalte- tegenover het éne feit een ander is te zetten. Praat over het beeld van Nederland van waaruit wordt waargenomen, gedacht, gevoeld, gesproken en gehandeld. Wie overtuigd is van zichzelf, wint. Misschien dat er twee winnen.


* De lokale Socialistenleider Lodewijk Asscher sprak er schande van. Elsbeth Grüteke van de EO had niet zoveel problemen met het gesjoemel.

** Dat boekje schreef Mak -zei hij later- niet als historicus, maar als verontruste Amsterdammer.

rkh, 10-05-2010

zondag, mei 02, 2010

Over Regels en Plucheplakkers

Regels vergemakkelijken het intermenselijk verkeer. Je weet waar je je aan hebt te houden en wat je van anderen mag verwachten. In situaties van onzekerheid geven regels richting. Ongemakkelijke discussies over concrete gevallen worden voorkomen.

Bij GroenLinks hanteert men de regel, dat niemand meer dan drie termijnen in de kamer zit. Toepassing van de regel voorkomt sleetsheid. Geeft ook anderen een kans. Zorgt voor vernieuwing. En gaat ten vierde dominantie tegen. Het gevaar van dominantie betreft vooral de partijleider die q.q. over veel podia beschikt en langs die weg veel aanhang kan verwerven voor eigen, particuliere ideeën.
Vier specifieke redenen om een exit-clausule op te nemen in de partijstatuten.

De statuten van GroenLinks kennen echter ook de mogelijkheid van dispensatie. En inderdaad het congres gunde Halsema een vierde termijn. Net als eerder Paul Rosenmöller. Gevolg is dat de regel niets meer betekent. Dus ook Ineke van Gent gaat nu op voor een vierde termijn (precedentwerking). Anderen wel of niet dispensatie verlenen, zal in de toekomst voor heftige discussies zorgen. Iets wat je nu juist met regels wilt voorkomen.

De laatste drie jaar was er bij GroenLinks geen richtingenstrijd. Dat heeft alles te maken met de dominante positie van Halsema. De mogelijkheid van dispensatie maakt dat er niet gewerkt is aan opvolging en aan kroonprinsen. Want de schaduw van de "koning(in)" blijft hangen, die kan er immers altijd nog voor kiezen door te gaan.

Halsema mag zich graag afficheren als rechtsstatelijk denkster. Maar wat GroenLinks hier laat zien is een fraai staaltje opportunisme. De verdediging van Halsema: die mogelijkheid van dispensatie staat in de statuten en het congres beslist. Een zwakke verdediging. Dispensatie hoort niet thuis in de statuten van een partij. En Halsema had kunnen weigeren.

rkh, 29-04-2010