zaterdag, juli 18, 2015

Toeval als mantra

Het is bon ton om te zeggen, dat je bij toeval hier geboren bent. Waarmee misschien niet bedoeld, maar wel gesuggereerd wordt, dat iedereen onvoorwaardelijk mag delen in de zegeningen van Nederland. Jacques Wallage heeft dit denken -deze mentaliteit- als volgt verwoord: “Wie zijn wij om een eerstgeboorterecht uit te oefenen, hoezo is Nederland voor zijn inwoners? Iedereen heeft recht op dit stukje aarde, waarom zouden wij, toevallige inwoners, daar enig bijzonder recht op doen gelden?” (Geciteerd in De Groene Amsterdammer van 06-10-2010). Wat duidelijk verder gaat dan de slogan “gelijke kansen voor iedereen”.
De feitelijke constatering van “Ik ben toevallig hier geboren” lijkt een open deur, maar verbergt als mantra m.i. de grootst mogelijke onzin. Tijd dus voor de aanval.

Niemand kan de toevalligheid -de contingentie- loochenen, maar of er ook iets uit de constatering valt af te leiden is een tweede. Duidelijk is, dat Wallage c.s. de naturalistic fallacy begaan: er wordt zomaar van Zijn op Moeten overgegaan.
Dit verwijt zal waarschijnlijk niet overtuigen. Misschien dat een analogieredenering meer overtuigt. Een analogon van Wallage’s noodkreet is: “Wie ben ik, Wallage, dat ik het -mij toe gevallen- huis alleen voor mijzelf mag houden. Iedereen, elke kraker, heeft recht op woonruimte!”.
Het impliciete verwijt van hypocrisie kan als retoriek worden afgedaan. Maar een verwijt van inconsistentie blijft altijd hangen. En Wallage is inconsistent, als hij bijv. (potentiële) IS-strijders de toegang weigert of  de toestroom inperkt, omdat het land klein is en de middelen beperkt zijn. Misschien dat dit hem noopt te overdenken wat een samenleving tot samenleving maakt.
De algehele uitverkoop van Nederland die Wallage c.s. lijken voor te staan, zal overigens ook niet zonder slag of stoot gaan. Althans, dat denk en hoop ik.


rkh, 17-07-2015

maandag, juli 13, 2015

De mantra van de meerdere Identiteiten

“Ieder mens heeft meerdere identiteiten” is een mantra geworden. Toelichting, desgevraagd: “Je bent Amsterdammer, Hollander, Nederlander, Europeaan, wereldburger”. Vul zelf maar in. Ook al voelt het niet zo, je kunt niet om deze simpele waarheid heen.
Pauline Meurs van de WRR (die Maxima influisterde dat ‘de’ Nederlander niet bestaat) heeft het over “mengelmens”. Claus heeft het beaamd: “Ik heb verschillende loyaliteiten en ik ben wereldburger en Europeaan en Nederlander”. Dus is de mantra ook nog koninklijk goedgekeurd.
Maar wat deze tamelijk platte constatering -eigenlijk een open deur- impliceert, wordt bewust of onbewust in het vage gehouden.

In de eerste plaats wil –volgens mij- de mantra ons subliminaal doen geloven, dat met het hebben van meerdere identiteiten in één persoon generaal niets mis is; nix aan de handa!
Maar bezit van twee nationaliteiten kan wel degelijk problemen geven. Zo is het de Nederturk -volgens Turkse wetgeving- verboden om kwaad over Turkije te spreken. Om nog maar te zwijgen over loyaliteits­con­flicten van Nederlanders met een streepje. Het is bekend, dat de gemiddelde Nederturk zich allereerst Turk voelt en weinig op heeft met Nederland.
En is de Islam verenigbaar met democratie, met Westerse waarden? Ik hoef maar de term “theocratie” of  “politieke Islam” in te brengen om te laten zien dat ik hier een punt heb.

In de tweede plaats wil de mantra ons subliminaal doen geloven, dat multiculturaliteit en diversiteit een zegen voor het land zijn. Dit gebeurt via een omweg; door namelijk het hebben van maar één identiteit resoluut af te wijzen. De gedachte is, dat de concentratie op de Nederlandse identiteit uiteindelijk tot fascisme leidt. En wanneer dat zo is -gaat de redenering- dan moeten we wel blij zijn met alles wat aan vreemdeling binnenkomt, hier blijft hangen en de Nederlandse identiteit doet verwateren.

rkh, 12-07-2015

zondag, juli 05, 2015

Marokkanen zijn niet leuk

In het boek “Brussel: Eurabia” (2008, aangevuld in 2015) is de dan 47-jarige (!) auteur Athur van Amerongen op zoek naar zin: hij wil moslim worden. De basis lijkt gelegd: moeder zat in een inrichting, een broer is op jonge leeftijd aan kanker overleden en zelf is hij vanaf zijn 18de bij tijd en wijle junk.

Na zijn Midden-Oosten studies wordt Van Amerongen correspondent voor het MO. Eerder al was hij voor korte tijd in Israël en Tunesië. De ontvangst door Arabieren voelt als thuiskomen. De Arabische cultuur vindt hij indrukwekkend.
Maar in 2001 ontvlucht hij Afghanistan en zet een punt achter het correspondentschap. De wreedheid, het opportunisme en de haat tegen het Westen worden hem te veel.

Na de moord op Van Gogh (2004) schrijft Van Amerongen (samen met iemand anders) voor het Parool een serie onder het kopje “Kasba Amsterdam”. Hij is positief gestemd over de multiculturele samenleving en krijgt prompt een prijs.

In 2006 woont hij in de moslim-enclave De Marollen en probeert hier tot geloof te komen. Hij studeert, bezoekt lezingen en bekwaamt zich in de rituelen van de muzelman. Ook hier in Brussel een allerhartelijkst ontvangst, want de “moslim-broeders” zien een academicus die ook nog Arabisch spreekt, graag.
Maar na een jaar is Van Amerongen een illusie armer. Hij verdraagt de berovingen, het geweld, de haat van Marokkanen en de daarmee gepaard gaande algehele verloedering van de buurt niet langer. De humorloosheid, vreugdeloosheid, intolerantie en pretenties van het Islam-geloof werpen hem terug in zijn orthodox-calvinistische jeugd en vervullen hem met weerzin.
Hij krijgt een hekel aan i.h.b. Marokkanen én aan de politiekcorrecte goegemeente van ontkenners dan wel wegkijkers. Volgens de arabist Van Amerongen is Brussel e.o. een tikkende tijdbom.

In dit boek geen theologische beschouwingen. Het heeft m.i. ook geen zin om met teksten als “Dood de ongelovige” aan te komen, want het antwoord is bekend: uit de context gerukt en er staat geschreven “Wie één mens doodt, doodt de hele mensheid”. Ook een bredere culturele beschouwing ontbreekt, evenals de sociaaleconomische (voedingsbodem theorie) en opvoedkundige invalshoek.
Van Amerongen probeert radicalisering psychologisch te begrijpen en daarvoor heeft hij zichzelf als studieobject genomen.

Op 10 november 2005 ontploft de Belgische Muriel Degauque in Irak en is daarmee de eerste blanke martelares van Al-Qaida. Athur van Amerongen heeft haar geval –zo goed en zo kwaad als dat ging- onderzocht, maar niet begrepen.

n.b.: Vóór de dood van Van Gogh werkte Amsterdam aan de brochure “Marokkanen zijn leuk”. Na de moord op Van Gogh is daar niets meer over vernomen.

rkh, 18-05-2018


Van logboek naar blogger


Logboek
Log
World Wide Web log
Weblog
We blog
Blog
Blogger


rkh, 15-06-2015

Een troebele solidariteit

SP en Die Linke onder anderen zijn solidair met de Grieken. Of anders gezegd: (extreem) links steunt de Grieken in hun strijd met het grootkapitaal, gesymboliseerd door IMF, ECB en Brussel.
Kenmerken van deze zgn. internationale solidariteit: Er is een groep (“het” Griekse volk), die wat wil en daarin ernstig wordt gedwarsboomd door de zittende machten (de troika) en er zijn daarbuiten mensen (internationale socialisten, autonomen etc.) die belangeloos en op basis van vrijwilligheid de idealen en de strijd van die groep minstens moreel steunen. Overigens kan ook het gebruik van geweld een uiting van solidariteit zijn.
Wat hier onder “solidariteit” wordt verstaan, is helder.

Merkel en de haren hebben het eveneens over solidariteit, maar bedoelen daarmee heel iets anders, wat ik maar noem: globale solidariteit. Nu dus geen buitenstaanders die zich solidair verklaren, het gaat om insiders. Trefwoorden hier: waardengemeenschap, empathie, compassie, zieligheid, onvrijwilligheid (betalen zul je!) en welbegrepen eigenbelang. Dit metafysische construct is gebaseerd op leugens. Zo is bijv. “Solidariteit moet!” voor een normaal mens een contradictie en “waardengemeenschap” een illusie.

Globale solidariteit is een oprekking en een pervertering van groepssolidariteit (of solidariteit van de sibbe). Groepssolidariteit komt voort uit een werkelijk gevoelde, natuurlijke verbondenheid van gelijken*, heeft met zieligheid niet van doen, kent geen dwang en is bijna onvoorwaardelijk.

* Met baby’s kun je niet solidair zijn.

rkh, 27-06-2015