donderdag, september 22, 2011

Sen keert de naturalistische drogredenering om

"We worden ouder, dus moeten we langer doorwerken". Dit is wel ongeveer de communis opinio. (Bedenk ook: wie uitzonderingen eist, bevestigt daarmee de regel.) Maar het is en blijft wel een drogredenering, want in één beweging wordt van Zijn tot Moeten besloten. Dit wordt een "naturalistische drogredenering" genoemd.


De omgekeerde beweging komt ook voor, namelijk die van Moeten naar Zijn. Een omkering dus van de naturalistische drogredenering. Nobelprijswinnaar Amartya Sen maakt zich daaraan schuldig.


Op morele gronden is Sen tegen groepsgeweld. Hij snapt natuurlijk ook wel dat je met wat roepen ("Jongens, dat mag helemaal niet!") er niet bent. Dus stelt hij, dat een mens geen enkelvoudige identiteit heeft. Voor Sen is het -ontologisch gezien- onmogelijk dat bijv. hindoes en moslims elkaar afslachten. Want lidmaten van de elkaar bestrijdende groepen zijn niet alleen moslim of hindoe, maar ook arbeider/indiër/mens.


Bij Sen is dus de redenering: "Het moet zo, dus het is zo". Een "ontologie" moet zijn visie fundament en gewicht geven. Dit apodictische "Het is zo!" irriteert.


rkh, 21-09-2011

zondag, september 18, 2011

De liberale Zijnsleer van Sen

De Indiase econoom en Nobelprijswinnaar Amartya Sen heeft in zijn jeugd veel religieus geweld gezien en meegemaakt. Zijn visie is, dat aan dit geweld en aan geweld in het algemeen een Wij-Zij-denken ten grondslag ligt ("Violence and Identity"). De identiteit van een individu wordt in dat denken opgehangen aan één of meer kenmerken van een groep. Iemand is òf moslim òf hindoe en dat bepaalt wie vriend en wie vijand is.


In de ontologie van Sen staat het individu centraal, dat vrij is bindingen aan te gaan en te verbreken en nergens op is vast te pinnen. Er is niet één identiteit. Iemand die moslim is, die is niet alleen moslim. Hij is ook vader, zoon, minnaar, democraat, arbeider, lid van een natie etc.

Mij lijken het open deuren, maar laten we zeggen dat het goed is ze te noemen.


Sen is liberaal* van het pure soort bij het libertaire af, zoveel is duidelijk. Hij verwerpt dan ook het communitaristische denken (Taylor) en de "clash of civilizations" (Huntington), omdat dit een denken in groepen is.

Maar met zijn ontologie creëert Sen -zijns ondanks- wel een nieuw WIJ, namelijk dat van de kosmopolieten. Een zekere Anders Breivik heeft daarop met geweld gereageerd.


p.s.: Hier eenzelfde tragiek als bij Cohen die in en door zijn strijd tegen het Wij-Zij-denken wel mooi een nieuw WIJ en ZIJ genereert. Een jij-bak van jewelste, maar wel een jij-bak op niveau.



* Hiermee maak ik Sen lid van een groep. En ik ga er ook nog vanuit dat dit liberaal-zijn geheel zijn denken, voelen en handelen bepaalt.


rkh, 17-09-2011

woensdag, september 14, 2011

Jekyll & Hyde. Over identiteit

Je hoort de laatste jaren vaak zeggen, dat een mens meerdere identiteiten heeft. Maar om nu bij iedereen een meervoudige persoonlijkheid te veronderstellen, lijkt mij onzin. Niet iedereen is immers een psychiatrisch geval.


Ik hoorde eens voor de radio een hoogleraar zeggen dat hij zich -vanwege zijn armoedige afkomst- nooit in hogere kringen echt thuis heeft gevoeld. De journalist Anil Ramdas werd -naar eigen zeggen- in India behandeld als iemand van een hogere kaste. Het fysiek van de Brahmaan werd in hem (h)erkend.

Je bent dus kennelijk als hoogleraar/journalist niet alleen hoogleraar/journalist.


De "identiteit" in "Een mens heeft meer identiteiten" is diffuus en heeft niet de hardheid die het suggereert te hebben. Wie en wat je bent toont zich in meer of mindere mate altijd en overal en laat zich niet opdelen in te scheiden identiteiten. In alles vibreert alles mee. Op dit punt ben ik holist: het gaat om persoonlijkheid.


Wie uitgaat van de totale mens verbaast het niet dat Marokkaanse Nederlanders gezeten op de rand van het zwembad te Marrakech vreemd worden aangekeken. Het lukt niet de Nederlander in de Marokkaan te verbergen. Dus is het ook onzin om te zeggen: "De ene keer ben ik Marokkaan en een andere keer Nederlander".


De vraag blijft, waarom men zich zulke evidente onzin met zoveel graagte laat aanpraten.


rkh, 12-09-2011

zondag, september 11, 2011

Onvermijdelijkheid als argument

Marx wist wel waar het naar toe ging. Hij had het economische systeem geanalyseerd en geconcludeerd dat het kapitalisme aan zijn eigen, innerlijke tegenstrijdigheden ten onder zou gaan. Het kapitalisme zou op termijn ingeruild worden voor een socialisme van loon naar behoefte en werken naar vermogen.


Nu weet Guy Verhofstadt het zeker: er komt een federaal Europa. De economieën van China, India, Brazilië etc. dwingen dit af.

Bij Verhofstadt bepalen niet systeemimmanente factoren de toekomstige geschiedenis, maar is het de omgeving (van Europa) die de toekomst dicteert. Ook hier is de onderbouw bepalend en sprake van noodzakelijkheid. Dit moet toch een liberaal vreemd overkomen.


Bij zoveel onvermijdelijkheid is ook altijd de vraag waarom überhaupt nog argumenteren? Men kan rustig achterover leunen; de geschiedenis gaat immers zijn eigen gang.


rkh, 08-09-2011

maandag, september 05, 2011

Omgaan met complexiteit: aanslaan op "TE"

Kun je ook goede vragen stellen zonder te weten waar je het over hebt? Ja, dat kan. Wanneer bijv. overmaat de klacht is, kan altijd de vraag naar de grens worden gesteld én de vraag naar de ware aard van de klacht in kwestie.

Het woordje "te" is hier de trigger (hoewel soms hertaling nodig is).


Als minister van bestuurlijke vernieuwing zei Pechtold in oktober 2005: "We moeten eens minder kakelen over terreurdreiging". Wat zich laat lezen als: "Er wordt te vaak en te veel gesproken over terreurdreiging".

De voor de hand liggende en niet bijster interessante vraag is dan: "Wanneer precies wordt 'te veel en te vaak' gekakeld over terreur?". Dat is een vraag naar de grens die tot antwoord noodt en zonder kennis van zaken is te stellen.


Bij een klacht van overmaat is altijd de vraag of er wel een grens is. Men is tegen "dik in het algemeen" en zegt tegen "te dik" te zijn. De klacht van "te dik" verhult dan een algemener bezwaar. Dit verhullend taalgebruik moet aan de kaak worden gesteld.

Pechtold kan dus naar de ware aard van zijn klacht gevraagd worden: "Maar tegen gekakel over terreurdreiging op zich heeft u kennelijk niets?". Een goede vraag (ook omdat dit Pechtold confronteert met zijn eigen woordkeus).


Op het verwijt van "disproportioneel geweld" (te veel geweld) kan gereageerd worden met: 1. "Wanneer precies wordt geweld disproportioneel?" (vraag naar de grens) en 2. "Tegen proportioneel geweld heeft u kennelijk niets?" (vraag naar de ware aard van het verwijt).


rkh, 04-09-2011