woensdag, september 27, 2006

Woorden zoeken

Wie zonder woorden is, heeft geen vat op de wereld. Dit gaat niet over dementie of afasie, maar over de wonderbaarlijke en heilzame kracht van taal.

Eénmaal aan het woord probeert de gemiddelde politicus ook aan het woord te blijven. Halverwege een zin wordt naar lucht gehapt om maar zonder hapering de volgende zin te halen, angstig als hij of zij is voor een moeilijke vraag of voor kritiek. Hoe dit merkwaardige fenomeen te benoemen zonder grof te worden? Wie het juiste woord vindt, heeft de macht om het gesprek op dit punt te sturen.
Er wordt gezegd dat de tegenwoordige jeugd verruwt en een wel erg kort lontje heeft. Zie ook de beveiligingssluizen op scholen. Er wordt nooit bijgezegd dat de verzwarting daar (mede) aan debet is. Met welk woord is deze politiek-correcte en wel erg generaliserende observatie in één slag neer te sabelen?
Onder Halsema is Groenlinks erg rechtstatelijk geworden. Dat betekent ook juridisering van de maatschappij en geen tot weinig ruimte voor creatieve oplossingen (bijv. ama’s meteen terugsturen). Welk woord, uitdrukking, gezegde of beeld brengt het problematische van deze opstelling aan en voor het licht?
Op het moment van schrijven zien de pommeranten “discriminatie” en “racisme” als de grootste boosdoeners. Rinnooy Kan zei het in Buitenhof, een directeur van het uitzendbureau Content zei het in NOVA en de koningin zei het in de Ridderzaal. Daarmee zou -is impliciet de bewering- de radicalisering onder moslims, de werkeloosheid, de schooluitval en het wangedrag van de nieuwe Nederlanders zijn verklaard. De beleidsmakers liegen en weten dat ze liegen. Maar het is ingewikkelder, want het is niet een gewone leugen om zichzelf tegen iets in te dekken. Het is liegen in naam van een hoger doel, namelijk “de boel bij elkaar houden”. Daarbij wordt het gewone volk en de middenstanders ook nog een lesje geleerd over hoe het eigenlijk moet en hoe fout ze –de rancuneuze kleinburgers (Pessers)- eigenlijk zijn. En tussendoor dicht de “elite” zichzelf ook nog eens morele superioriteit toe. Met welk woord of uitdrukking is uiting te geven aan de machteloze ergernis over zoveel domheid, contraproductiviteit, onwil en morele zelfverheffing?

We herinneren ons de woorden van Bloomberg (burgemeester van N.Y.) na 9/11: “Een man die zijn vrouw verliest heet weduwnaar. Een vrouw die haar man verliest, heet weduwe. Een kind dat zijn ouders verliest heet wees. Maar hoe heet een ouder die zijn kind verliest?” Op zoek naar woorden van troost.

Om één of andere reden irriteert het wanneer een oud-politicus als bijv. Aantjes of Dijkstal weer eens ergens opduikt. Met de verzuchting “Heintje Davids” kan aan die gevoelens van irritatie uiting worden gegeven en de uitdrukking communiceert ook nog lekker richting de goede verstaander. Mooi dus dat we zo’n uitdrukking ter beschikking hebben.
De taal biedt clichés (“Regels zijn regels”), spreuken (“Zet de kaars niet onder de korenmaat, maar zet hem op een standaard”), tegeltjeswijsheden (“Ledigheid is des duivels oorkussen”), slogans (“De kogel kwam van links”) en termen (“Stockholm syndroom”) die het denken ordenen, sturen en die grip geven op de werkelijkheid en vorm aan emoties. Maar het is ook mogelijk zelf met constructies te komen, zoals ook Adam dingen en dieren voor het eerst namen gaf, of om oude woorden in een nieuwe context te gebruiken.

Hans Jansen heeft de term “zelfislamisering” gemunt. Met één woord hekelt hij dhimmie-gedrag. Het woord behoeft nauwelijks uitleg. Het is de samenvatting van een analyse en een kritiek in één.
Geert Mak kwam in zijn pamflet met “handelaren in Angst” (die van Europa een culturele vesting willen maken met discriminatie en racisme als basiswaarden, hoe verzin je het) en heeft daarmee met veel succes de wereld versimpeld tot wie deugt en wie niet (rechtse politici en het rapaille). De zelfbenoemde vredesapostel heeft daarmee zeker bijgedragen aan het klimaat van polarisatie en haat. Aan wie het nog niet goed wist, wie twijfelde heeft hij taal gegeven en aan wie het al wel wist extra munitie.
Ik heb zelf voor de Mak van het pamflet de term “complotdenker” bedacht. Mijns inziens een goede samenvatting van zijn gedachtegoed en de kritiek daarop. Mij geeft deze vondst grip op de werkelijkheid en vorm aan mijn ergernis. In al zijn eenvoud bergt “complotdenker” een waaier aan betekenissen die effectief en efficiënt zijn te communiceren (naar wie de term kent en begrijpt). De term is gemakkelijk te memoriseren en is een kapstok die het mogelijk maakt een samenhangend verhaal te vertellen, omdat “complotdenker” als het ware de te beantwoorden vragen genereert en ordent. Deze analyse en kritiek bieden ook een (verrassend) perspectief van waaruit anderen naar Mak kunnen kijken en hun eigen gedachten kunnen vormen.

Deze “Geestelijke Oefening” maakt mij duidelijk hoe moeilijk het voor nieuwkomers is om zich duidelijk –effectief en efficiënt- uit te drukken. In eigen woorden moeten zeggen wat ook met de uitdrukking “Het kind met het badwater weggooien” kan worden gezegd, zal zowel van de spreker als van de toehoorder onnodig veel tijd en energie vergen.
Naast dit onvermogen zich economisch uit te drukken zijn er ook misverstanden. “De kogel is door de kerk” zal waarschijnlijk negatief geïnterpreteerd worden en termen als “cliëntalisme” en “nepotisme” zullen mogelijk een positieve gevoelswaarde hebben.
Ten derde zullen sommige nieuwkomers nooit eerder in bepaalde complexe situaties zijn geweest of nooit eerder een bepaald verschijnsel hebben meegemaakt, waarvoor ze ook in eigen taal geen woorden hebben en waardoor mogelijk bepaalde zaken niet worden opgemerkt (heimwee, adhd, hoogbegaafdheid, bekken instabiliteit, “politie als vriend”) en het onzegbare niet gedacht kan worden*.

In de tijd van het Humanisme werden lessen in levenswijsheid gegeven. Dat gebeurde onder meer aan de hand van spreuken en zegswijzen. Ik mag hopen dat ook in het huidige onderwijs voor allochtonen aandacht wordt besteed aan spreuken, staande uitdrukkingen, clichés en de door Zalm gewraakte tegeltjeswijsheden. Men krijgt dan ook nog spelenderwijs iets mee van de rijke Nederlandse cultuur (“Gij zult geen twee heren dienen”, “Zachte heelmeesters maken stinkende wonden”) en dat gaat dan niet over klompen of over Rembrandt.

rkh, 22-09-06


* Dit is natuurlijk in zijn algemeenheid onzin. We hebben hiervoor: “Het is te mooi om waar te zijn”.


update: Na 10 minuten had iemand al gespot dat ik "Halsema" gebruikte. Zit Groenlinks momenteel constant internet te monitoren?

dinsdag, september 26, 2006

“De toon” als argument

Over woorden als stenen

In de discours van links komt de laatste tijd “de toon” vaak als argument voor, althans wordt zo gebruikt dat deze een argumentatieve waarde krijgt. In de herhaling, in het gepapagaai doet dit gebruik algauw gekunsteld aan en boet daardoor aan kracht in, maar mijn ergernis wordt er niet minder door.
Ook “schaamte” is als argument in opkomst. Als het zo uitkomt, schaamt men zich voor Balkenende of voor Nederland (maar voor bijv. het homohuwelijk of de euthanasiewetgeving juist weer niet). Emoties gaan dus steeds meer opspelen in het debat.

“De toon” als argument lijkt geen toelichting te behoeven, want als het gaat om de tweedeling (jong/oud, arm/rijk, allochtoon/autochtoon, zwart/wit, islamiet/niet-islamiet) behoeft bijna niets rechtvaardiging. Desgevraagd zal men ter verduidelijking zeggen: “De harde toon in het integratie-debat” (dus niet de milde, de hoge, de ironische of de sarcastische). Doorvragen zal misschien wat uitspraken van bewindslieden opleveren. Bijv. van Verdonk over “Het korte lontje van Marokkanen” of van Verdonk op de Dam: “Wij, Nederlanders, doen zoiets niet” of van Zalm op een suggestieve vraag na de dood van Van Gogh: “Ja, het is een oorlog tegen de Islam”. Maar ik vermoed, dat de meeste mensen helemaal geen zinnige onderbouwing kunnen geven voor het verwijt van een te harde toon in het debat. En voorzover er wel onderbouwd wordt, zou mijn vraag zijn wat nu eigenlijk de kritiek is. We hebben hier m.i. met puur onderbuik te maken, zonder inhoud dus.

Het "argument" wil dan ook alleen maar duidelijk maken dat de spreker zelf in het goede kamp zit en de tegenstander in het verkeerde (in die van uitbuiters, racisten en fascisten). De proponent is als de autoritaire vader die tegen zijn zoon zegt: “De toon bevalt mij niet”, waarmee deze zich buiten het gesprek stelt en een oordeel velt. Hier is sprake van morele zelfverheffing die geen tegenspraak duldt. Met “de toon” als argument wil men dus ten tweede de discussie stilleggen.

Maar het is ook allemaal leugen en hypocrisie. Er wordt gedaan alsof men aanhanger is van een hoger moreel principe, namelijk: “Gij zult in een debat geen harde toon aanslaan”. Niets is minder waar, zo gauw het te pas komt zal men zelf op “harde toon” debatteren.


rkh, 25-09-06

zondag, september 24, 2006

Problemen

Tot een probleem kan men zich op verschillende wijzen verhouden:

1. Ontkennen, zeggen dat het probleem niet bestaat.
2. Negeren, net doen alsof het probleem niet bestaat; wegkijken.
3. Ridiculiseren, bijv. tegen iemand die last heeft van geluid, zeggen dat hij oud wordt; bagatelliseren.
4. Verhullen, bijv. zoals Cohen aanvankelijk deed, over de Marokkaanse jongens die na de dodenherdenking met kransen voetbalden zeggen dat hen historisch besef ontbreekt.
5. Relativeren, bijv. zeggen dat uit studies is gebleken dat na drie generaties de problemen van de immigratie zich vanzelf oplossen.
6. Accepteren.

Deze opsomming is resultaat van enig denkwerk en biedt een kader om grip op “de wereld” te krijgen. Er wordt een taal en een manier van kijken geboden die het mogelijk of gemakkelijk maakt überhaupt iets te zien en op te merken. Er worden concreet krachtige woorden aangereikt om iets te zien en te zeggen over de “fase in het proces van probleemverwerking”.

Analyseren is één, dit instrumentarium ook in praktijk brengen is twee. Daarvoor is in elk geval nodig dat kennis gewoon paraat is en niet van dat “zoeken we op”. Zoals ik zonder enige denkinspanning kan zeggen dat Finkum tussen Hijum en Stiens ligt en Marrum boven Hallum, zo wil ik met mijn indeling kunnen jongleren. Ook hiervoor moet arbeid verzet worden, want een idiot savant ben ik niet. Maar er is hoop op beloning, want het is mij tenslotte ook gelukt om achterstevoren te tellen en te zeggen dat 18 na 15 komt. Met het alfabet ligt het trouwens al wat moeilijker. Ik kan niet bij elke letter zomaar zeggen wat er voor of er na komt. Dit gebrek speelt op bij het zoeken in een woordenboek. Hetzelfde bij de bijbelboeken (genesis, exodus ….) en in sterkere mate nog bij de Duitse naamvalrijtjes (maar hier is natuurlijk de rangorde in het geheel niet van belang).

Het uit het hoofd leren van een rijtje van zes items met als ordenend principe de mate van acceptatie zou toch te doen moeten zijn. Omdat in de pure opsomming weinig muziek zit, doe ik het met hulp van wat mnemotechniek. Van “ONRVRA” kan ik maken: “OpNieuw”, Riepen Vele RaadsAdviseurs. Maar ook een ezelsbrug moet gememoriseerd worden en stelt vormeisen. Een goed, ritmisch gedicht met daarin de opsomming verwerkt, zou ook kunnen. Het blijft behelpen bij ontstentenis van een beeldgeheugen.

Ik kies ervoor de woorden te linken aan lichaamsbewegingen:

1. Ontkennen: Nee-schudden.
2. Negeren: Eén kant op kijken.
3. Ridiculiseren: Lachen.
4. Verhullen: Schaamlap voor doen.
5. Relativeren: Wegwerp gebaar maken.
6. Accepteren: Embracement.

Dit alles in de hoop dat het jongleren vanzelf komt en dat de ladder om er te komen niet meer nodig is.

rkh, 23-09-06

maandag, september 18, 2006

Een gratis crèche vanuit socialistisch perspectief

De “gratis crèche” is momenteel hot en wordt door schillende politieke partijen als het middel gezien om vrouwen de arbeidsmarkt op te krijgen.

Harrie Verbon (hoogleraar) en Tim Willems (student) schreven hierover in de Volkskrant dat bij realisatie een belangrijk sociaal weefsel (ouders en buren die bijspringen, kinderen die hun ouders verzorgen) zomaar wordt vernield en dat het netto resultaat ongeveer nul zal zijn (de kinderopvang en de ouderenzorg zal het arbeidspotentieel uitputten).
Christien Brinkgreve vindt dat er teveel vanuit de economie wordt gedacht en dat de afwezigheid of duurte van de crèches niet de enige reden is om niet te gaan werken. Zij schreef er met Egbert te Velde een boek over. En deze Te Velde zegt in de Volkskrant dat we af moeten van de idee dat de man moet stofzuigen en dat vrouw een carrière wil. De politiek kan de biologie en de Nederlands cultuur niet zomaar negeren.

Wie echt gelooft, laat zich niet ompraten. Schieten eigen woorden te kort dan is er de zekerheid dat andere “deskundigen” het bovenstaande verhaal “contra crèche” onderuit weten te halen en nieuwe argumenten “pro” kunnen aanvoeren. En standvastigheid heeft het voordeel dat men niet snel kopje onder gaat in de zee van argumenten en een lijn in de discussie kan vasthouden. Een uitwisseling van meningen en wederzijdse kritiek brengt mensen niet tot elkaar. Waar het in de eerste plaats om gaat is het perspectief te bevragen van waaruit men denkt, voelt, spreekt en handelt.

De ware socialist slaat aan op “gratis” en “crèche” en ervaart het hiervoor gaan als haast intrinsiek goed. Maar wat is die “socialistische bril” die maakt dat de “gratis crèche” als zonder meer goed wordt gezien? Centraal in de socialistische ideologie staat “gelijkheid”. Naar het kind vertaald: gelijke startpositie. Dat betekent: kinderen zo snel mogelijk “weghalen” uit het gezin dat (volgens de Ouden haast per definitie) misvormt, verkeerde normen en waarden bijbrengt en niet altijd een veilige plek biedt. Voor de vrouw betekent “gelijkheid” vanuit feministisch-socialistisch perspectief: economische onafhankelijk (of negatief: niet afhankelijk van een man) en ontplooiing. Het moeten opvoeden van een kind is hiervoor een belemmering. (Het is jammer dat de gelijke verdeling van de huishoudelijke taken niet te linken is aan de crèche, want dan was de opsomming met het noemen van de categorie “man” aardig compleet geweest.)


Wat heeft nu deze geestelijke oefening aan inzichten opgeleverd?

De economie, het marktdenken als verklaring voor de opkomst van de crèche-idee schiet te kort en verhult. De ideologie spreekt een woordje mee, hoewel de officiële discours over marktdenken gaat.
Een kritiek is pas zinvol, nadat is blootgelegd waar het echt om gaat, wat een mens beweegt.
In de politieke programma’s wordt het onderwerp “integratie” node gemist, althans volgens de commentaren. Wel, dat is in elk geval terug te vinden in het onderwerp “crèche”. Verklaard hiermee is waarom zoveel partijen dit als thema hebben gekozen. Men wil dat de in potentie vervelende Marokkaantjes etc. van jongsafaan gedisciplineerd worden en niet in half-achterlijke gezinnen groot groeien. Dat is de verborgen agenda die onder het kopje “Marktdenken” wordt gebracht. De angst om te discrimineren of te stigmatiseren is debet aan dat het zo gaat.

p.s.: Brengen beleidsmakers hun eigen kinderen naar zo’n publieke crèche? Ik waag het te betwijfelen. Het éne zeggen op macroniveau en andere doen op microniveau heet hypocrisie.

rkh, 17-09-06

vrijdag, september 15, 2006

Tant pis pour la réalité, tant pis pour Grimbergen

Cees Grimbergen van Rondom Tien houdt niet van meningencircussen. Hij wil eerst feiten en daarna pas meningen en discussie. Mijn stelling is dat Grimbergen zich vergist; feiten doen er niet toe, althans wanneer het erom gaat iemand op andere gedachten te brengen.
De uitzending van STAND.NL van 13/09/06 illustreert en ondersteunt deze stelling. Donner heeft beweerd dat hier ter lande de sharia moet worden ingevoerd, wanneer daar 2/3 vóór is en dat het een schande zou zijn wanneer deze consequentie van de democratische rechtstaat niet wordt geaccepteerd. De stelling waarop het volk kan reageren is: “Donner moet zijn uitspraak intrekken”. Studiogast Bas van der Vlies (SGP) vindt intrekking niet nodig, want op de theoretische excercitie is als zodanig niets aan te merken. Maar hij vindt wel dat Donner de negatieve kant van de sharia had moeten benadrukken.

De poll laat de volgende uitslag zien:
---------------------------------------------- voor -- tegen
13.05 (begin uitzendig) --------- 1800 --- 65% ----35%
13.30 (einde uitzending)-------- 2500 --- 65% ----35%
19.30 ------------------------------ 4475 --- 65% ----35%

Het is niet al te gewaagd te beweren dat het studiogesprek weinig vat had op de meningen in het land.

Wat zullen de “feiten” zijn in een Rondom Tien over het onderhavige? Een deskundige zal zeggen dat de wens om de sharia in te voeren begrepen moet worden als een verlangen naar een rechtvaardige maatschappij. Een andere deskundige zal zeggen waar de sharia is ingevoerd en dat in Marokko de sharia alleen familierecht en nog wat betreft en dat Turkije helemaal geen sharia kent. Ook zullen de demografische ontwikkelingen in Nederland aan bod komen. En een van top tot teen bedekte vrouw uit de binnenlanden van Nederland zal mogen zeggen dat de sharia tenminste respect voor de vrouw kent.

Al die deskundigheid zal al gauw verwarrend werken. We zijn er niet op getraind meer dan twee, drie beweringen tegelijkertijd vast te houden (te memoriseren), te analyseren en te wegen. Daarbij komt dat deskundigheid hedentendage gewantrouwd wordt. En terecht, want het lijkt wel of bij elke mening een “deskundige” is te vinden. Sterker: bij bepaalde onderwerpen zou de “deskundige” ook nog wel eens met zichzelf van mening kunnen verschillen (publiekelijk pleiten voor kindercrêches, maar zelf de kinderen daar niet heen sturen) en een vermoeden van hypocrisie bevordert de ontvankelijkheid voor argumenten niet.
Geen milieu dus om van mening te veranderen. En uiteraard we koesteren de mening –hoe onuitgesproken ook- als iets van onszelf en willen daarenboven niet voor windvaan worden uitgemaakt.

Maar fundamenteler is, dat we alleen maar kunnen kijken met een bepaalde bril, geslepen en gekleurd door karakter, intelligentie, opvoeding, peers, ervaring. En dat dit ook niet anders kan waar het vermoedens, inschattingen, verwachtingen, interpretaties en weging van verschillende mogelijkheden of scenario’s betreft. Deze bril (dit perspectief of paradigma) bepaalt of iets überhaupt als feit verschijnt en bepaalt wat daarvan dan de relevantie is. Wie beelden van een steniging of van schreeuwende baardmannen op het netvlies heeft en daarbij meent dat alles op alles te gezet moet worden om het voorkomen dat ook maar iets daarvan in Nederland wordt gerealiseerd, zal niets kunnen en niets doen met de informatie dat het in Marokko wel meevalt of dat de sharia een rol bij mediatie (informele rechtsbemiddeling) zou kunnen spelen. Men blijft bij zijn ingenomen standpunt net als de mensen die in Donner de theoreticus zien.

En trouwens een wetenschappelijke theorie wordt ook niet vervangen bij de eerste de beste tegenwerping (falsificatie). In de fundamentele natuurkunde is het momenteel zo dat de theorie het experiment dicteert. De Idealisten wisten het al: past een feit niet in het schema dan is het “des te erger voor de werkelijkheid”.

rkh, 13/09/06

woensdag, september 13, 2006

Hypocriete burgers

Friesland lijkt illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers met open armen te ontvangen. Je hebt de bekende opvang in Witmarsum dat met veel gedoe wordt opengehouden. Nu is er weer een actie om illegalen te laten slapen bij min of meer bekende politici. Friesland lijkt –dankzij allerlei gesubsidieerde clubjes- fel ANTI-verdonk. Dit ondanks Marianne Vaatstra, Manuel Fetter (neergestoken door een illegale albaniër), een Leeuwarder kroegbaas afgeslacht door Nederlandse Marokkanen, rapper AWA die een meisje in brand probeerde te steken etc.

Kamerlid Arno Visser vertelde mij dat het juist in Friesland moeilijk is om huisvesting voor legale asielzoekers te vinden. Vanuit Friesland hebben twee mannen een voettocht ondernomen naar Schiphol om de brand te gedenken. Er bleek toch weinig belangstelling voor hun avontuur. En vandaag lees ik in de LeeuwarderCourant dat één persoon zich in ons mooie Friesland heeft opgegeven voor de MS-collecte (en ik ben die persoon niet).
En zo sijpelt af en toe de werkelijkheid eens door de schijn.

rkh, 12-09-2006

Hypocriet beleid

Sinds 1963 voert Frankrijk een postcodebeleid, dat is dat ouders hun kind sturen naar de school in de buurt. Volgens Figaro schoolt echter 30% van de kinderen buiten de eigen wijk (40% in Parijs). Er wordt bijv. met fake-adressen gewerkt.
Vooral de onderwijsbonden zijn tegen wijziging van beleid. Maar de eigen leden lappen wel de regels aan hun laars en dat twee keer meer dan gemiddeld. Een interessante spagaat van JA-zeggen op macroniveau en NEE-doen op microniveau.
12-09-2006

zondag, september 03, 2006

Wat je zegt, ben je zelf

Op de Amerikaanse TV zouden vier etnische groepen (blanken, zwarten, latino’s , aziaten) het tegen elkaar opnemen. Er was uiteraard protest.
Maar wie is er nu racistisch? Degenen die het plan hebben bedacht of degenen die het plan afwijzen?

03-09-06

vrijdag, september 01, 2006

Ziek, zwak en misselijk

De SP’er Ronald van Raak maakt in de Volkskrant van 29/8 met verve reclame voor zijn eigen winkel, zonder inhoud dus. De nestwarmte van de “Socialen” wordt geroemd en de vrees wordt verwoord dat Wouter Bos op het punt staat uit te vliegen. Maurice de Hond wordt erbij gesleept om Bos binnen boord te houden.
Een ander onderzoek van De Hond (van 20-10-05) maakt echter op pijnlijke wijze duidelijk waar het de SP en zijn stemmers aan schort. De Hond heeft vorig jaar onderzocht hoe in Nederland wordt aangekeken tegen de diverse maatregelen om uitkeringstrekkers te activeren. De stem van het SP-volk wijkt op alle items sterk af van die van de andere partijen; het is steeds TEGEN wat de SP slaat. Zo vindt 58% van de SP-aanhang (landelijk 28%) dat uitkeringstrekkers niet verplicht mogen worden seizoenarbeid in de land- en tuinbouw te verrichten, vindt 46% (landelijk 22%) dat men geen werkt hoeft te accepteren beneden zijn opleidingsniveau en vindt 48% (landelijk 23%) dat men geen werk hoeft te accepteren buiten zijn eigen vakgebied. Het is een vraag hoe je met zo’n mentaliteit een verzorgingsstaat in stand kunt houden en of de SP onder het mom van “Sociaal” niet gewoon asociaal is. Femke Halsema schreef al en dit keer zonder gescheld: “De huidige verzorgingsstaat kweekt afhankelijkheid en inactiviteit door de traditionele nadruk op inkomenssteun. Veel te weinig wordt een beroep gedaan op het sociale engagement van mensen, op hun behoefte zichzelf en de samenleving te ontwikkelen.”.

29-08-06



p.s. Op 18 sept. keurige brief van de Volkskrant gekregen.

Geachte lezer,
Hartelijk dank voor uw brief die wij in goede orde hebben ontvangen.
Wij hebben uw reactie meteen gereed gemaakt voor publicatie in de krant. Door ruimtegebrek en een groot aanbod is het ons echter niet gelukt uw brief te publiceren. Wij ontvangen wekelijks een paar honderd brieven en kunnen daarvan maar enkele tientallen plaatsen in Geachte Redactie en op de U-pagina.
Tot op de dag van vandaag haalde uw brief de kolommen niet. Het is nu te laat deze alsnog te plaatsen.
Wij betreuren deze gang van zaken en hopen een volgende keer wel tot publicatie over te gaan.
Hoogachtend en met vriendelijke groet,


Marie Louise Schipper
Brievenredactie de Volkskrant