maandag, september 29, 2008

Inzichten(2): Een calvinist in de VUT

Met 55 jaar en amper 25 dienstjaren ben ik met werken opgehouden. We zijn nu 4 jaar verder. Voor verveling was nauwelijks tijd. Een zwart gat heb ik –overeenkomstig de verwachting- niet gezien. Op tijd opstaan, de Volkskrant aan tafel lezen en achter de pc enkele voor mij interessante weblogs en kranten en weekbladen voorzover althans zichtbaar voor de niet-abonnee. In het weekend nog de NRC en Elsevier erbij. Wat wandelen of fietsen en soms wat rondkijken in de tijdschriftenzaal van de plaatselijke bibliotheek. Na tien uur ‘s avonds Nova en/of Duitse praatprogramma’s. Niet te laat naar bed. Anderdaags via “uitzending gemist” vluchtig kijken of de zenders nog wat interessants hadden te bieden (wat meestal niet het geval is). Kortom, te druk eigenlijk om er nog bij te kunnen werken. Een newsfreak ben ik niet. Mijn interesse betreft: wat mensen zeggen en wat niet, het hoe en waarom, redeneerschema’s, de overtuigingskracht van woorden en argumentaties.

Toch had ik anders verwacht, namelijk dat ik veel boeken zou lezen, lucide en erudiete analyses zou maken en moeiteloos problemen zou benoemen en duiden. Een leven dus als een echte intellectueel. Het is anders gegaan. Ik krijg ternauwernood een boek uit, terwijl de stapel nog uit te lezen kranten groeit. Er is geen focus. De constatering dat anderen (bijv. Plasterk als columnist, wijlen J.H. Schoo, de bloggende “WillemdeZwijger”) zoveel beter en geleerder zijn, maakt het leven er ook al niet gemakkelijker op.

Alles heeft een oorzaak. Ik zocht het in een gebrek aan concentratie, opgelopen tijdens mijn werk als hoofd ICT (20 man personeel) waarbij ik honderd ballen tegelijk in de lucht moest houden en de aandacht had te verdelen over vele onderwerpen. Ik las ook nog dat militairen onder stress later last kunnen krijgen van concentratiestoornissen en geheugenproblemen en zelfs dat de hersenen onder druk fysiek kunnen veranderen. Mij kwam dit alles bekend voor. Eerlijkheidshalve moet wel gezegd worden dat ik nog tijdens mijn werkzame leven in hoogste concentratie uren kon werken aan één of ander programmeerprobleem of aan het probleem van Fermat.

Ik begin te beseffen dat de gevoelde onrust en onvrede alles te maken heeft met mijn calvinistische inborst. Zolang werk en vakantie of vrije tijd duidelijk zijn gemarkeerd is er mee te leven, hoewel een zekere mateloosheid in het werk altijd al aanwezig was (op een gegeven moment maar als fact of life expliciet geconstateerd en geaccepteerd). Maar nu in een zee van vrijheid en een overdaad aan informatie en onderwerpen en een constante druk om over van alles en nog wat een mening te hebben, is het voor mij moeilijk een plan te trekken. Er moet nog steeds hard gewerkt worden, er moet productie worden geleverd, alles moet zin of nut hebben en er mag vooral niet te veel tijd vermorst worden. Het oplossen van sudoku’s bijv. staat in het teken van een onderzoek naar of je hersenen zo kunt trainen dat je van 3 van de 9 blokken in één blik ziet in welke rij of kolom het 3de, ontbrekende cijfer moet staan. Naar discussieprogramma’s op de Duitse TV kijken om de spreekvaardigheid te verbeteren. Tijdens het afwassen naar een educatief programma luisteren. Maar dit alles mag niet te lang duren, want het mag niet ten koste gaan van het zoeken naar het grote onderwerp. Alleen wat dit thema dan wel mag zijn, dat weet ik nog steeds niet.

Als dit allemaal geen inzicht mag heten!


rkh, 29-09-08

woensdag, september 24, 2008

Inzichten(1): Onwetendheid bestaat

Als we naar een programma kijken of luisteren dan wordt er eigenlijk achteloos vanuit gegaan dat de spreker algemeen ontwikkeld is, voldoende specifieke kennis heeft ter zake en in staat is verbanden te leggen. Dus dat als bijv. Dr. Mengele zou worden geïnterviewd dat dan de dienstdoende journalist ook Mengele’s kampverleden ter sprake brengt. Maar zo’n Frank du Mosch (NCRV en niet de jongste meer) zegt hoogstelijk* verbaasd te zijn over het groot aantal hulpverleners van Jeugdzorg dat op één probleemgezin wordt gezet. Wat mij dan weer verbaast, want hij had dat moeten én kunnen weten. Du Mosch heeft –gelukkig voor hem- geen weet van zijn eigen domheid. Dat is het prerogatief van de domme: dat hij zichzelve in zijn domheid niet kent. Maar was de overmacht aan hulpverlening niet ter sprake gekomen dan had journalist Du Mosch allerlei zgn. domme, slimme of kritische vragen gesteld zonder dus eigenlijk te weten waarover hij het heeft.
Op een gegeven moment ging het in de media steeds over “Tanja”, Farc en Columbia. Ik dacht meteen: Bétancourt! Het heeft lang geduurd voordat in de media deze link met haar werd gelegd.

Dit is het pijnlijk inzicht: de professionals en spraakmakers hebben minder kennis dan mag worden verwacht. Bepaalde vragen worden niet gesteld of juist wel, bepaalde opmerkingen worden niet gemaakt of juist wel. Gewoon, omdat de deskundige het niet weet!

Of neem zo’n Harry de Winter –fervent bestrijder van Wilders- die in gesprek met Spruyt niet blijkt te weten dat op sommige scholen niet meer over de holocaust onderwezen kan worden. Hij had het kunnen weten, want ik wist dat ook (wat ik niet weet en hij wel, weet ik natuurlijk niet). Misschien weet Harry ook niet dat enkele Marokkaanse gezagsdragers Nederland als hun 17de provincie van Marokko zien? En dat een AIVD-tolk voor hoogverraad (?) is veroordeeld en een Marokkaanse politieagent van verraad wordt verdacht? Dat Aboutaleb pas geleden een medaille heeft ontvangen van de Marokkaanse Regering? Dat kamerlid Arib in een commissie zit die de koning adviseert? Dat ouders niet vrij zijn bij het kiezen van een naam voor hun kind? Dat een Marokkaan nooit zijn nationaliteit kan opgeven? Wel eens van Amicales gehoord? Ede, Gouda, Nijmegen, Slotervaart etc.?** Ja, zonder kennis heeft onze Harry natuurlijk makkelijk praten. Zalig de onwetenden!

Voor Femke Halsema is –naar eigen zeggen- het kijken naar NOVA een last. Ze leest liever chique buitenlandse kranten, zoals de New York Times. Zorgelijk zo’n opmerking, want ze zegt dus eigenlijk de werkelijkheid van de gemiddelde Volkskrantlezer niet te willen kennen, maar bedoelt natuurlijk de werkelijkheid van de “Telegraaflezer”. Dus Halsema praat als een kip die niet geaard is, die het contact met de werkelijkheid –althans de Nederlandse- heeft verloren. En wij maar denken dat we in ieder geval vanuit dezelfde feiten spreken.

Het verschil tussen “elite” en “volk” zou dus best eens niet een kwestie van interpretatie of van beleving van de werkelijkheid kunnen zijn, maar van kijken naar geheel verschillende werkelijkheden. Dat beiden als het ware met de ruggen naar elkaar staan en naar iets anders kijken. Het zou de onwetendheid verklaren.



rkh 23 sept. 2008

* Woord staat niet in de Van Dale.

** Op de Belgische TV had/heb je een spel, waarbij op een onderwerp (bijv. reljeugd) moet worden geassocieerd (Rif, Kaftan, Slotervaart, Inteelt etc..). Van te voren heeft de redactie vastgesteld welke trefwoorden moeten worden geraden om punten te verdienen. Een mooi format om al brainstormend en in vrolijke stemming zaken bespreekbaar te maken.

zondag, september 14, 2008

Een hoofddoek is niet onschuldig en ook een Knevel niet

In de discussie over het al dan niet dragen van een hoofddoek wordt wel –van links tot rechts- naar voren gebracht dat het slechts om een “lapje stof” zou gaan. Een “non-discussie” dus, zoals dat dan heet.

Mijn bewering is echter dat in de huidige context van tweespalt, angst en misverstand een hoofddoek van een moslima een middelvinger richting “het Westen” is en gewild of ongewild legitimiteit geeft aan een praxis die niet de onze is en mag zijn. De bewering hier is dus dat achter een hoofddoek een wereld van betekenissen schuilgaat en dat het dragen daarvan niet onschuldig is. Zoals ook het dragen van een kuklux-clan puntmuts niet onschuldig is of het dragen van een hakenkruis.

In Duitsland werd –halverwege 2008- een meisje uit een Afghaans asielgezin door haar broer vermoord. Ouders en andere familieleden hadden al eerder geprobeerd het Westerse gedrag uit het arme kind te slaan. Tevergeefs*.

Diegene die “nee” zegt tegen de hoofddoek stelt een daad en zegt “nee” tegen dergelijke praktijken. De moslima die zichzelf de doek om doet –ook al is het uit vrije keuze- is schuldig aan de dood van dat meisje en aan onderdrukking van vrouwen. Zelfs een Knevel –die zo’n Halal-meid bij zich aan tafel laat aanschuiven – is niet onschuldig**. Zijn keuze normeert immers en keurt impliciet goed wat fout is.

Wat op zich geen betekenis heeft, kan dus in en door een context politieke betekenis krijgen.


* Een (lagere) rechtbank heeft bepaald dat het hele gezin kan worden uitgezet. De Halsema’s van deze wereld en hun stoottroepen zullen wel weer hun ach en wee laten horen.

** Wat zou er van de homo-emancipatie zijn geworden, als Knevel in de jaren ’70 een leernicht als sidekick zou hebben genomen? Iedereen zou hebben gedacht: “Die Knevel probeert ons wat door de strot te duwen” én een beetje homo zou met afgewend gelaat hebben gekeken.

rkh, 7-9-2008

Niet schuldig, wel verantwoordelijk

In abstracto is dit het probleem: Een groep wordt aangesproken op wat een subgroep doet. De gehele groep wordt daarop afgerekend. Wat nu?

Gaan één of meer notarissen over de schreef dan wordt algauw de gehele groep daarop aangekeken (behalve dan natuurlijk de notaris die toevallig je buurman is)*. Je kunt dat betreuren, maar dit generaliseren is des mensen. Wie tweemaal is gebeten door een tekkel, zal tekkels verder mijden. Discriminatie is evolutionair gezien dan ook zo gek nog niet. Dat Cohen als directeur van een vliegschool –naar eigen zeggen- ook na 9/11 nog steeds moslims zou aannemen, verraadt een hoge morele standaard, maar komt mij ongeloofwaardig voor. In iedere geval kan Cohen er beter vanuit gaan, dat voor verreweg de meeste mensen zo’n praktijk tegennatuurlijk is en dat een opgeheven vinger eerder averechts zal werken in die zin dat men zich voor zijn woorden zal afsluiten.

Normaliter zal een groep zelf intern disciplinaire maatregelen nemen om de rotte appels weg te nemen en niet alleen maar wachten op strafmaatregelen (if any) van overheidswege. Alleen zo kan de groep er voor zorgen niet langer object van scherts, hoon en haat te zijn. Er waren in WOII ook goede Duitsers, maar Duitsland heeft na de oorlog niet anderen de schuld gegeven van de haat van alles wat Duits is. Dat zou ook totaal onvruchtbaar zijn geweest.

Onder druk van woedend ambulancepersoneel en om Wilders wind uit de zeilen te nemen heeft Cohen (contre coeur dus) het gewaagd om over “Marokkaanse medeburgers” te spreken als opnieuw veroorzakers van ellende. Het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland (SMN) was verbolgen: a. stigmatisatie! b. het lukt slap Nederland kennelijk niet die boefjes (zijnde 0.1% van de 350.000 Marokkanen) in het gareel te krijgen. Voorzitter Farid Azarkan van de SMN ziet geen verantwoordelijkheid. Hij babbelt wat met Cohen en Vogelaar en de arme belastingbetaler draait er weer voor op. Cohen valt de voorzitter bij: alleen de boefjes zelf en eventueel de ouders mogen erop worden aangesproken**. De heren willen kennelijk het strafrechtelijke pad bewandelen (dat trouwens mooi kan doodlopen, want wie deed precies wat) en veel gesprekken en reisjes organiseren. Een hopeloos en onvruchtbaar standpunt dat Marokkanen in hun slachtofferrol bevestigt en dat de natuurlijke neiging tot stigmatisatie niet tegenhoudt.

Paul Scheffer (dus zonder Hoop) zei eens: “niet schuldig, wel verantwoordelijk”. Ik sluit mij daarbij aan: iedereen is verantwoordelijk voor het samen-leven en sommigen zijn meer verantwoordelijk omdat zij de taal spreken en de cultuur kennen.
Neemt SMN geen verantwoordelijkheid dan weg met die subsidieclub.


* Het kan ook positief uitpakken. Ik –hoewel relatief buitenstaander- voel mij trots, wanneer een buitenlander bijv. het relatief groot aantal Nederlandse nobelprijswinnaars of de economische macht van Nederland noemt.

** Twee autochtone deelraadvoorzitters vinden sowieso dat Cohen met zijn kleurbekentenis veel te ver is gegaan.

14-09-2008