dinsdag, december 30, 2008

Woede is een keuze

Eind 2007, op weg naar huis hoorde Doekle Terpstra over Fitna en over het vermeende fascistoïde karakter van de koran. Terpstra ontstak in woede en reed bouncend verder. In een open brief aan Trouw deed hij daarvan kond. Daaruit is weer het project “Benoemen & Bouwen” voortgekomen.

Voor emoties (woede, verdriet, schaamte, angst, blijdschap) hebben we respect. Mensen die emoties tonen, heten (voor dat moment) eerlijk, oprecht en authentiek te zijn. Het stellen van vragen is dan algauw ongepast, omdat dat uitgelegd zou kunnen worden als twijfelen aan de goede bedoelingen van de persoon in kwestie en aan diens integriteit.

Simpele vragen bij de keuze van Doekle voor Woede: waarom die uitbarsting van woede, waarom nu en niet eerder of later, waarom niet woedend op iets of iemand anders? Al tijden is bekend, dat op sommige scholen het niet meer mogelijk is les te geven over de holocaust. Al tijden is bekend, dat wijken en dorpen worden opgeëist en geterroriseerd door zgn. kansenmijders. Of dat er met grafkransen wordt gevoetbald. Maar daar hoorde je Doekle niet over. Kort geleden hebben twee Marokkaanse jongens een brandbom gegooid naar een gereformeerde kerk in Gouda. Een jongeman met een keppeltje werd in Amsterdam door twee Marokkanen in elkaar geslagen. Helaas, had de politie niet meteen tijd om daarvan procesverbaal op te maken. Je leest daar in de krant van “Benoemen & Bouwen” (Trouw) niets over en Doekle zwijgt.

Woede is niet blind, maar een keuze; zelfs in deze ogenschijnlijke irrationaliteit is rationaliteit aanwezig. In haar kersttoespraak refereert H.M. niet aan “onze jongens en meisjes in Afghanistan”, laat staan dat ze de doden memoreert. Ik zou zeggen “driewerf schande!”. Misschien wil mevrouw moslims niet kwetsen. Van politici en media –vereend in lafheid- hoor je geen kritiek, behalve dan lichte verbazing over dat niets gezegd is over de kredietcrisis (waar Bea zelf ongetwijfeld zeer onder zal lijden). Niemand durft dus te zeggen dat Hare Majesteit wel erg weinig aan heeft. Een onzichtbare hand zet als het ware monden op slot en houdt pennen tegen. Een taboe in statu nascendi.
Het is rationeel niet woedend te worden op de koningin, want dat zou de carrière kunnen schaden.

Terpstra dacht waarschijnlijk een sexy onderwerp te hebben om zichzelf in de markt te zetten, maar hij heeft zich deerlijk vergist. Hij had beter kunnen spreken van het project “Boemerang”, want het heeft hem veel last bezorgd en zelfs op de burelen van Trouw was het lang onrustig.
Ik denk trouwens dat gebrek aan kennis Doekle bij het maken van de keuze is opgebroken, zoals ook Harry de Winter voor schut stond toen hij niet bleek te weten dat op sommige scholen de holocaust niet meer in het lespakket zit.* De verzuchting van Terpstra “dat niemand er wat aan doet” klopt in elk geval niet en zeker is dat Terpstra nog steeds niet weet wat een dhimmi is, want dat geeft hij zelf toe (De Pers, 22/12/2008).
Maar gelukkig zal Doekle er niet onder gebukt gaan; “De domme heeft in zijn domheid geen weet van zijn eigen domheid”.

rkh, 23-12-2008

* Het Samenwerkingverband van Marokkanen in Nederland (let op de formulering) zal er wel op wijzen dat op veel scholen de Holocaust wél wordt behandeld.

zaterdag, december 27, 2008

Van kennisboost naar minder meer

Het vrijmaken en gebruiken van aanwezig potentieel –bijv. kennispotentieel- kan op zich de economie een boost geven en daarmee de welvaart vergroten. Maar uit de aard van de zaak is op een gegeven moment de rek er wel uit. Veritas simplex.

Stel een gezin met vader als enige kostwinnaar. Dan neemt het oudste kind een krantenwijk. Het gezinsinkomen maakt een sprongetje. Een jaar later neemt het tweede kind een krantenwijk en weer neemt het inkomen toe, hoewel relatief minder. Het derde kind etc., en uiteindelijk gaat ook moeder nog buitenshuis werken. Duidelijk is dat op een gegeven moment het arbeidspotentieel domweg is opgebruikt. Geen boost meer en het gezinsinkomen stijgt (ceteris paribus) jaarlijks weer miniem met de leeftijd. Wel is de welvaart nu t.o.v. vroeger aanmerkelijk toegenomen, maar de vaart is eruit.

Ook op de kenniseconomie moet dit denkmodel zijn toe te passen. Vroeger ging nog veel talent verloren doordat potentiële kenniswerkers gewoon postbode, schrijnwerker of melkrijder werden, terwijl die wel graag anders hadden gewild. Door cultuurverandering* en schoolsysteem kan talent komen bovendrijven en zich ontwikkelen –een ieder naar vermogen. Het proces over jaren van leegtrekken van de talentenpool (waarbij -hegeliaans gezegd-: kwantiteit in kwaliteit omslaat) gaf op zich extra groei aan de economie en zorgde voor een toename van welvaart. Die kennisboost zal nu onderhand wel verdwenen zijn.

Met om- en bijscholing, met een betere match tussen student en opleiding, met “motivatietrainingen” en met meer belangstelling voor exacte vakken zal het kennisniveau van het volk nog wel wat zijn op te krikken en zeker onder allochtonen zal nog “verborgen talent” zijn aan te boren. Maar je kunt uit een volk niet meer persen dan erin zit, hoewel iemand als Margriet Sitskoorn denkt het IQ met oefeningen omhoog te kunnen brengen.

Juist nu men het heeft over “kenniseconomie”, Nederland als “kennisland” en over de agenda van Lissabon verdwijnt de groeispurt, enkel en alleen omdat het potentieel zo ongeveer op is.** Dat betekent onherroepelijk minder meer welvaart. Of misschien wel gewoon minder welvaart, vanwege de kosten van drop-outs en omdat hier de wet van de afnemende meeropbrengsten geldt en de meerkosten de meeropbrengsten zelfs kunnen overstijgen (zie kosten integratieprojecten).


rkh, 26-12-2008


* Tot in de jaren ’60 stond voor sommigen boeren boven studeren. In sommige kringen staat nu het drugrunnen boven studeren.

** Import van kenniswerkers uit het buitenland kan nog soelaas bieden. Maar zo’n “braindrain” is m.i. ethisch algauw kwestieus, alhoewel je werkgevers en politici daar niet over hoort.

woensdag, december 24, 2008

Blij zijn met leven kan niet

De dichter Rogi Wieg is van nature depressief en heeft verschillende zelfmoordpogingen op zijn naam staan. Joost Zwagerman praatte op hem in en onder meer daardoor leeft Wieg nog. Wieg geeft toe blij mee te zijn met het leven en ziet met vreugde de mooie dingen die hij anders had moeten missen.*

Iedereen snapt wel ongeveer wat wordt bedoeld: Wieg had i.p.v. blij ook nog steeds ongelukkig met het leven kunnen zijn. Echter tegenover “blij met het leven” staat niet “ongelukkig met het leven”; de vergelijking is die tussen “leven” en “dood”.
Als je zegt: “Wat ben ik blij dat ik vakantie heb”, dan staat “blij” niet in de eerste plaats tegenover “ongelukkig”, maar dan staat “vakantie” vooral tegenover “werk”. De keuze tussen vakantie of werk is één tussen gelijkwaardige opties; ze zijn elkanders alternatief.

De dood is geen reëel alternatief voor leven en daarom is “Ik ben blij dat ik leef” –strikt genomen- ook een onmogelijke zin. De keuze is niet één tussen gelijkwaardige opties.
Als met de dood alles eindigt dan is de vraag waar het alternatief van het leven is gebleven. Wieg zet dan dus zijn huidige leven af tegen niets en dat kan alleen maar onzin opleveren.
Als er wel leven na de dood is dan is een probleem dat we over het Hiernamaals niets weten. Dus kunnen we ook het leven op aarde geen kwalificatie geven. Willen we er wel iets over zeggen dan moet dat -in de beste tradities van Islam en Christendom- toch iets zijn van “Ik ben al blij met het leven, maar zou nog blijer zijn met de dood”.

Wieg zegt zich ervan bewust te zijn wat hij had moeten missen, indien gekozen voor de dood.
Maar wat kun je missen als je dood bent?
Als er niets is, wie precies mist dan wat?
Of: ben je tot Heerlijkheid bevorderd dan is er geen gemis, omdat alle verlangens zijn vervuld.

rkh, 21-12-2008



* KRO-programma “In de schaduw van het Nieuws” van 20-12-2008. Wilfried Kemp in gesprek met Paul Witteman, Joost Zwagerman en een documentariste.

maandag, december 22, 2008

Incest, een kwestie van smaak en tijd

Het probleem is dat als we echt iets willen er altijd wel argumenten pro zijn te bedenken en weerleggingen zijn te vinden van argumenten contra. Zoals men wel zegt: “Vanwege zijn goede eigenschappen wordt iemand aangenomen en om de slechte afgewezen”. Het gaat erom dat we weten wat we willen, dat we onszelf weten te overtuigen, dat we dus geloven in onszelf, en dat we daarnaast anderen weten te overtuigen.

Neem incest, zonder dwang zo men wil. Je kunt incest brengen als uitdrukking en bevestiging van een respectvolle relatie. Je kunt die verkopen als initiatie in een liefdevolle en vertrouwde omgeving. En er zullen ook altijd nog idioten zijn die getuigen van wat de vroege intimiteit in familiekring heeft betekend -in positieve zin- voor hun persoonlijke ontwikkeling. Wie aankomt met “pedagogische afstand” kan worden weersproken met een beroep op de fundamentele gelijkwaardigheid tussen broer en zus, vader en dochter, moeder en zoon etc.

Wat wordt gewild, wordt in mooie zinnen nog eens gezegd en steeds herhaald. Alleen in een klimaat waarin authenticiteit, anti-autoriteit, (vrije) liefde, zelfontplooiing en gelijkwaardigheid de boventoon voeren, kan zo’n verhaal pas kracht van argument krijgen. In de jaren ’70-’80 zong Barbara over “amours incestieuses”. Louis Malle maakte de mooie film “le souffle au cœur” (over een 15-jarige, ziekelijke jongen die met moeder op vakantie gaat). In die tijd leken uitingen van de Wil het vertoog van de Rede te worden.

De tijden zijn veranderd. Zelfs pedofilie is weer taboe geworden. Maar wat blijft staan, is de simpele vraag: “Wat moet ik doen?”. Wie of wat kan mij raden?* Hoe kom ik aan een meetlat om te nemen beslissingen langs te leggen? En wat is dan weer de waarde van dat meetlat?
We zijn onthand. Het heelal kent geen archimedisch punt.


rkh, 20-12-2008




* Er is een dominee die zegt dat er geen God is. Er is een oud-katholieke pastoor die in Utrecht porno in de kerk liet ophangen. In Aken of Keulen bejubelde een pastoor een kunstenaar die lijken tentoon wilde stellen. Zuilen liggen aan gruzelementen, ook de socialistische zuil.

woensdag, december 17, 2008

Een vage hang naar IS-GELIJK

Het spreekwoord luidt: “Gelijke monniken, gelijke kappen”*. Wat is hieruit af te leiden?

De natuurlijke neiging is te zeggen: “Als de monniken ongelijk zijn dan ook de kappen ongelijk”. “Gelijke gevallen, gelijk behandelen” dan ook “Ongelijke gevallen, ongelijk behandelen”. Die neiging gaat echter in tegen de regels van de logica. “Ongelijke kappen, ongelijke monniken” is de enige gevolgtrekking die logisch te maken is.**

Kasparov (schaker en oppositioneel politicus) zei kort geleden: “In Rusland is helemaal geen democratie”. Wij horen hem dan zeggen: “In Nederland is wel democratie”. Dat zei hij niet -bedoelde hij wel-, maar volgt in ieder geval niet logisch uit wat hij zei.
Van “In Rusland is helemaal geen democratie” maken wij kennelijk “Rusland is gelijk aan Niet-democratie”. Immers alleen uit de laatste bewering volgt logisch –in de voor ons op dit moment relevante wereld- dat Nederland een democratie is (zou Nederland een Niet-democratie zijn dan zou Nederland namelijk Rusland zijn en dat is dus niet het geval).

Mijn punt is dat we te snel identificeren, koppelen en gelijkstellen; dat als we zeggen “Rusland” of “Gelijke monniken” dat we dan ook tegelijkertijd zouden zeggen “Niet-democratie” resp. “Gelijke kappen” én omgekeerd, alsof ze elkaar wederzijds impliceren.

Laatste voorbeeld en eveneens subtiel. De stelling van de psychiater Dalrymple luidt (in mijn woorden): “De verzorgingsstaat slaat alle eigen initiatief dood en houdt daardoor mensen vast in de onderklasse”.
En wat zegt de grote Van Dam in de column “Stomme feuten”? De logica leert (aldus Van Dam) dat dan ook moet gelden: “Hoe minder verzorgingsstaat, hoe minder onderklasse”. Wat dan –vul ik aan- uiteindelijk resulteert in “Geen verzorgingsstaat, geen onderklasse”. Nu, dat leert de logica dus juist niet.
Ook hier weer een onterechte gelijkstelling van Verzorgingsstaat aan Onderklasse in die zin van dat als je “verzorgingsstaat” zegt dat je dan ook “onderklasse” zou zeggen en omgekeerd.

Bij het statement “Als het een mens is, dan is het een dier” hebben we duidelijk niet de neiging ervan te maken “Geen mens, geen dier”. Omdat we kennelijk Mens en Dier met recht en reden niet aan elkaar gelijkstellen.

rkh, 15-12-2008



* De negatieve variant is: “Meten met twee maten”.

** (P => Q) => (~Q => ~P) (de zgn. contrapositie)
Bewijs : Stel (P => Q) => (~Q => P) dan ook (~Q => P => Q) dus (~Q => Q) en een contradictie is toch wel de ergste doodzonde in de logica, dus: (P => Q) => (~Q => ~P)

vrijdag, december 12, 2008

Framen in onverstand

In de verkiezingstijd sprak Wouter Bos van perverse solidariteit*. Voor een partij met solidariteit hoog in het vaandel, is dat onverstandige taal. Je geeft ermee aan dat over solidariteit gediscussieerd kan en mag worden. Solidariteit is dan –in dubbele zin- discutabel geworden.

Voor velen is de komst van vreemdelingen –naar eigen zeggen- nog steeds een verrijking**. Daarmee wordt een frame geboden om met recht en reden het multiculti-verhaal ter discussie te stellen en het omgekeerde te beweren.

De man of vrouw die aan zijn of haar partner vraagt “hou je nog van mij?” speelt gevaarlijk spel. De ruimte wordt namelijk geboden om “kweenie” of “nee” te zeggen.



Pro memorie: Primen is mensen ontvankelijk maken voor een boodschap, bijv. Eurlings introduceren als de gezellige Limburger.


rkh,11-12-2008



* Voor Bos was een vorm van perfiditeit dat de slager betaalt voor de studie van iemand die later goed gaat verdienen. Een vreemde, bekrompen bewering, want de slager profiteert uiteraard van wat knappe koppen voor hem bedenken en doen.
Googlen op ‘bos + "perverse solidariteit"’ gaf 278 hits.

** Ella Vogelaar verwees desgevraagd in de PERS naar keuken en mode. Ze sprak in dat interview ook de merkwaardige woorden dat ze op haar departement niet zitten te filosoferen.

woensdag, december 10, 2008

Trisectie, reële getallen en contrapositie

Met passer en liniaal kun je een hoek in tweeën delen, waarbij de liniaal alleen gebruikt mag worden om lijnen te trekken.* Een driedeling of trisectie van een hoek met passer en liniaal lukt niet. Is dat laatste te begrijpen?

We benaderen het probleem getalsmatig. Stel de hoek is 30.8 graden. 1/3 hoek is dus 10.266666666 … Alleen hoeken met de rest van de staartdeling eindigend op 0, 3, 6, 9 kennen geen repetitie. Hoe kun je nu een hoek ter grootte van 10.2666 … graden precies op papier krijgen? Je zet één lijn, maar waar komt precies de andere? Dat lukt dus nooit. Kortom, het kan niet verbazen dat driedeling van een hoek met passer en liniaal in het algemeen onmogelijk is.**


Terzijde: Een vijfdeling van een willekeurige hoek levert altijd een getal van eindige lengte op. Zo levert 30.8 /5 precies 6.16 op. Zou het met passer en liniaal nu wel lukken? Je bent geneigd te zeggen dat –op grond van het bovenstaande- een vijfdeling moet lukken.

Er worden in redeneringen weinig tegen de logica gezondigd. Maar dit is een voorbeeld van een logische fout die vaak wordt begaan. De bewering was: “Als repetitie optreedt dan geen (drie)deling mogelijk” ( P==> Q). Nu is de bewering “Als er geen repetitie is dan (vijf)deling mogelijk” ( ~P ==> ~Q). Echter ~P ==> ~Q volgt niet uit P ==> Q. De contrapositie van P ==> Q is ~Q ==> ~P en die is geldig.
Dus er is met de bewering dat het eind van het getal niet repeteert helemaal niets gezegd over de mogelijkheid van een vijfdeling.


8-12-2008


* Met de punt van de passer in het hoekpunt een cirkel maken die beide benen snijdt. Vanuit die twee snijpunten op de benen gelijke cirkels maken die elkaar snijden. Verbind vervolgens een van die nieuwe snijpunten met het hoekpunt. De hoek is nu opgedeeld in gelijke hoeken.

** Wel is een driedeling mogelijk van een hoek van bijv. 360°, 270°, 180°, 90°. Teken met passer en liniaal een gelijkzijdige driehoek. De som van de hoeken van een driehoek is 180°, dus een hoek is 60°. Daar kun je wat mee, bijv. weer in tweeën delen.

maandag, december 08, 2008

De Denker en de Doener

Als de knop van de badgeiser-thermostaat wordt ingedrukt, hengst de gek al op de aansteker. Wordt de gek van doener denker dan wordt rust en afstand genomen en kan de gedachte opkomen dat de ruimte in de geiser zich eerst met gas moet vullen, wil de vonk met succes overslaan. Een theorietje over hoe dingen gaan, kan van praktisch voordeel zijn.
Of je moet met de fiets door Coevorden, wetend dat verkeersborden niet nood­zakelijk de kortste route aangeven. Met de focus op dat probleem, valt dan in op de zon te gaan rijden. Er is kennelijk een voorstelling van de tomtom-mogelijkheden van de zon.

De doener is snel en pragmatisch, werkt normaliter volgens hem bekende sjablonen. Op onbekend terrein is zijn werkwijze die van trial&error: lukt het niet zus dan proberen we het zo. Maar wordt het onverhoopt moeilijk dan loopt hij vast bij gebrek aan theorie, ook al is de man drs. in de natuurkunde.
De denker daarentegen a) verwijlt bij de dingen, problematiseert, stelt vragen en b) probeert door aandachtsconcentratie een verhaal, formule, theorie of model te bedenken om een bepaald fenomeen te begrijpen, te verklaren en van daaruit te kunnen voorspellen en c) geeft vervolgens het verhaal etc. niet zo maar op bij tegenslag.
Ik heb ooit ca. 40 (sic) dBaseIII-boeken doorgebladerd en moest concluderen, dat kennelijk geen van de auteurs minus één (boek aangetroffen in de V&D en uitgegeven op Texel) een goede voorstelling had van hoe zoeken en opslaan van data gaat of gedacht zou kunnen worden, met alle gevolgen van dien.
Ik denk dat waar gedurende lange tijd nauw wordt samengewerkt en dan vooral in de wereld van bèta’s het onderscheid tussen de beide types –de denker en de doener- pijnlijk duidelijk kan worden (bij vragen formuleren in SQL, bij begrijpen essentie 5de generatietaal etc. is de uitgangspositie qua kennis en ervaring van de deelnemers al gauw gelijk en blijft alleen verschil in denkkracht over).

Op GeenStijl las ik een bericht (“Windmolens verkloten het weer”) dat twee wetenschappers van de University of Maryland waarschuwen voor de schadelijke effecten van een terrein vol windturbines op het weer, simpel omdat energie wordt afgetapt*. Ik schreef er al over op 11-05-06 onder de titel “MER en windenergie” (hier). Hoe ik op dat onderwerp kwam? Ik zocht –met de nodige aandachtsconcentratie- voorbeelden bij de wijsheid “Elk voordeel heeft z’n nadeel” (veritas simplex) en had een voorstelling bij “aftappen van energie”.
De vogelaar vindt windmolens abject, omdat ze van vogels gehakt maken. Andere mogelijkheden worden niet onderkend, laat staan onderzocht. Dat is het ééndimensionale denken: “denken” vanuit de onderbuik. De doener ageert primair, op wat zich aandient en zonder verdere analyse. Eén etiket is al voldoende voor schijnbare beheersing van een probleem: “politici zijn zakkenvullers”, “een opkoopfonds is een sprinkhanenplaag” etc.

Het denken op zich verschaft de denker vreugde, maar kost ook veel tijd en energie. Dat betekent vaak geen mening hebben of een mening moeten opschorten of er moeite mee hebben à l’improviste een mening te moeten debiteren die er wel ooit was, maar met de bijbehorende analyse in het geheugen ligt verzonken.


rkh, 1 dec. 2008


* De meeste “reaguurders” van GS vonden het maar onzin.

donderdag, december 04, 2008

De Gelijkgeschakelde Pers

Er kan natuurlijk over worden getwist of de media links zijn, maar zeker is dat er nogal wat vreemde wisselingen in die wereld plaatsvinden. Met mijn beperkte kennis heb ik wat bewegingen over de jaren in kaart gebracht*.
Lees en huiver:

H.J.Schoo -------------- Hoofdredacteur Elsevier ==> Commentator Volkskrant (overleden)
Frits Exter ------------ Hoofdredacteur Trouw ==> Hoofdredacteur VN
Willem Schoonen ------- Waarheid ==> Hoofdredacteur Trouw
Elsbeth Etty ----------- Waarheid ==> Commentator NRC
Hubert Smeets -------- hoofdredacteur De Groene ==> commentator NRC
Xandra Schutte -------- Hoofdredacteur VN ==> hoofdredacteur De Groene
Frits Abrahams ------- VN ==> columnist NRC
Wouter Kurpershoek -- EO netwerk ==> 1-vandaag van de Tros/Avro
Jan Kriek -------------- hoofdredacteur EO netwerk ==> hoofdredacteur 1-vandaag
Margriet van de Linde - EO ==> hoofdredacteur OPZIJ
Margriet Brandsma --- NOS==>IKON==>NCRV==>NOS==>TROS

Als personen dragend zijn dan kan de conclusie toch alleen maar zijn dat de media door deze homogenisering en afvlakking van het landschap de facto gelijkgeschakeld zijn en dat pluriformiteit slechts nog als idee bestaat.
De conclusie laat in het midden of deze personele mutaties oorzaak dan wel gevolg zijn.

Het kan dan ook niet verbazen dat nog maar een paar jaar geleden de NCRV Paul de Leeuw** (VARA) binnenhaalde en dit jaar Caroline Tensen (RTL) en Harm Edens (van het harde en soms ordinaire TROS-programma Dit was het nieuws!). Lieden die –zou ik zeggen- helemaal niet bij de NCRV horen. Het wachten is op Jack Spijkerman.

Hilterman (AVRO) -ook al dood- en Wibo van de Linde (TROS) werden door het zgn. weldenkende deel der natie geminacht en bespuugd. Wim Bosboom werd verguisd, omdat hij in de jaren ’80 van de VARA overstapte naar de TROS (daarin –naar eigen zeggen- de arbeiders volgend). Pieter Waterdrinker (slavist en toentertijd correspondent in Moskou) was enkele jaren terug nog op een journalistencongres niet echt welkom, omdat hij bij de Telegraaf werkte.

Het is nu in Medialand pais en vree. Mogelijk, omdat 1) er geen grote ideologische verschillen zijn of omdat 2) men vindt dat in gezamenlijkheid tegen het kwaad moet worden opgetrokken, dat “commercie” of “islamofobie” of “overheid”heet. Of mogelijk, omdat 3) de weekbladen, kranten en omroepen hun eigen tegenspraak en oppositie (bijv. Ephimenco in Trouw en wijlen Bart Tromp in Elsevier) organiseren, zodat onderlinge verschillen minder worden.
In zo’n klimaat kon Kees Lunshof –politiek commentator bij de Telegraaf- een alom gerespecteerd man worden. Het kan verkeren.

rkh, 3-12-2008


* Van liefdesrelaties in deze kringen heb ik geen weet, behalve dan die van Schutte en wijlen Schoo.

** Naderhand is de verantwoordelijke voor de aanname bij de NCRV ontslagen.

zaterdag, november 29, 2008

Marokkanenmoeheid en de wet van de herhaling

Wie één keer zegt “I have a dream …”, heeft niets gezegd. Wie dat herhaalt, is op weg iets te zeggen. Wie dat voor de derde maal zegt, is bezig een statement te maken dat wordt gehoord*. In de herhaling schuilt de kracht, maar het moet natuurlijk niet te gek worden. Ds. King kwam aan acht. Het hadden er –me dunkt- niet veel meer moeten zijn**. Ook humor en muziek kunnen met herhaling kracht zetten.
Ging het bij de dominee crescendo bij dreigen gaat het precies andersom: de eerste dreiging is het meest effectief.
Kortom, de herhaling bepaalt of en in welke mate de boodschap overkomt, dat is dus puur vorm en iets totaal uitwendigs. Er lijkt een wet van de herhaling te zijn.

Onlangs verscheen in het forensenblad Sp!ts (gelieerd aan de Telegraaf, vooral jonge lezers) een open brief met een verzoek van min of meer bekende Nederlanders van Marokkaanse komaf aan met name de Nederlands-Marokkaanse gemeenschap om nu ook eens zelf zijn verantwoordelijkheid te nemen jegens de “Marokkaanse” kansenmijders***. Waarom precies déze oproep?
Dat de “Marokkaanse” gemeenschap een statement moest afgeven na al die commotie over Gouda, Ede, Amsterdam etc. etc. was duidelijk (met dank aan Wilders), al was het alleen maar om subsidies veilig te stellen. Dat het niet weer een filippica, klaagzang à la Mohammed Rabbae jegens Nederlanders kon worden, was ook duidelijk. Dat verhaal over armoede, discriminatie en racisme was gewoon al te vaak gehoord. De boodschap is te vaak herhaald en daardoor sleets geworden. Zou dat niet zo zijn dan hadden ongetwijfeld types als Doekle Terpstra, Hans Dijkstal en Mohammed Rabbae nu weer de kans aangegrepen verder te polariseren. Het kan verkeren. Dit heet “contingentie”: het had ook anders kunnen zijn.

Een bericht over jonge Marokkanen die in Gouda een brandbom hebben gegooid naar een gereformeerde kerk, was niet overal nieuws. Alleen AD, De Telegraaf, Elsevier en het Reformatorisch Dagblad vonden het bericht (volgens Google News) van voldoende belang. Er is kennelijk –door de herhaling- een Marokkanenmoeheid ingetreden. Andere kranten en media oordelen kennelijk: teveel van het slechte, is ook niet goed. Trouw zal blij zijn een reden te hebben de andere kant op te kijken.

Merkwaardig toch: Een relevant bericht wordt niet geplaatst om redenen dat een dergelijk bericht al eerder is verschenen. Dat heet “medialogica”.

rkh, 28-11-2008


* Fractieleider Hamer kwam op een partijcongres met een herhaald “Ik baal ervan ….”.
N.a.v. de benoeming van Aboutaleb tot burgemeester zat Faoud Sidali –voorzitter van een deelraad- aan bij NOVA. Hij had zich terdege geprepareerd en vroeg Sörensen herhaald: “Waar was jij toen Aboutaleb …”. Potsierlijk. Sörensen kon alleen maar antwoorden: “In Rotterdam”.

** “Verder ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden” lijkt aan geen maat gebonden te zijn.

*** Elatik (die tegen opvoering Aïsa was) liet optekenen dat haar naam eronder stond, omdat ze het zat was steeds als Marokkaanse aangesproken te worden op het gedrag van Marokkaanse probleemjongeren. Zal deze wethouder van een deelraad de intentie van de boodschappers wel hebben begrepen?


donderdag, november 27, 2008

I. Kant schiet toch te kort

Handel zo dat de maxime (regel) van uw handelen algemene wet kan worden”, aldus Kant in zijn Kritik der practische Vernunft. De morele keuze mag dus niet afhankelijk zijn van tijd, plaats, maatschappelijke positie, toevallige behoeftes etc. Over wie of wat je bent, moet bij keuzes -volgens John Rawls- een veil of ignorance (sluier van onwetendheid) hangen.

Wie vóór bijzonder onderwijs is, heeft als maxime: Ouders geven –binnen grenzen- zelf inhoud en vorm aan opvoeding en opleiding van hun kinderen. Zij zijn primair verantwoordelijk. Dat betekent dus ook dat islamitische scholen worden toegestaan.
Wie tegen bijzonder onderwijs is, heeft als maxime: Samen naar het openbaar onderwijs, voor gelijke kansen van iedereen, ontmoetingen en rationaliteit. Ik zou zeggen dat er dan geen plaats is voor Dalton-onderwijs, Montessori-onderwijs etc Want vorm is ook inhoud.

Probleem is nu dus dat Kant met zijn formele regel helemaal geen houvast biedt, want beide maximes kunnen wet worden, althans wanneer het aan de respectievelijke aanhangers ligt.

woensdag, november 19, 2008

De denkfout in de naturalistic fallacy

Je mag niet van “is” (zijn) tot “ought” (behoren) besluiten. Je mag dus niet zeggen dat homofilie tegennatuurlijk is en om die reden verwerpelijk. Dat is het verhaal. Je zou dan de bekende naturalistische drogredenering begaan.

Er wordt bij dat verwijt echter uitgegaan van een kloof tussen zijn en behoren en van een “naakt” zijn en dat is op kentheoretische gronden niet houdbaar. Zijn is altijd een gewaardeerd zijn. Je noemt homofilie “tegennatuurlijk”, omdat je het verwerpelijk vindt. Precies omgekeerd dus: niet van zijn naar moeten, maar van moeten naar zijn (naar moeten). Levinas zegt ergens (herinner ik mij zelfs nog na 32 jaar): “L’éthique précède l’ontologie”: eerst het moeten, dan pas het zijn.

De communist Ernst Bloch ( “Naturrecht und menschliche Würde”, bekend geworden met “das Prinzip Hoffnung”) zag de makke van het formalistische rechtspositivisme. Een grondslag –vastigheid- ontbrak. Hij vond een verhaal nodig om mensen te bemoedigen, richting te geven en ergens voor te laten strijden. En zo kwam bij hem vanuit de moraal het natuurrecht terug.

In plaats van een “naturalistische drogredenering” kan beter gesproken worden van een “truïsme”. Want in het zijn zit al het behoren verborgen, zoals in een wiel rondheid. Bij zo’n redenering –bijv. dat homofilie tegennatuurlijk is en daarom verwerpelijk- wordt dus eigenlijk niets nieuws gezegd. Met dit verschil dat beroep doen op de natuur een retorische meerwaarde heeft en dus autoriteit geeft.


p.s.: Al na 21 minuten is deze tekst via Google opvraagbaar.


rkh, 18-11-2008

zondag, november 16, 2008

Trucs, leugens en halve waardheden

Hier een samenvatting van het commentaar van Trouw d.d. 15-11-2008 bij het aftreden van Vogelaar met daarbij mijn commentaar.

Samenvatting
De boodschap van Vogelaar was: bij integratie gaat het om wederkerigheid, d.w.z. de immigrant leert de regels van het land, de autochtoon biedt perspectief (1). In een eerder interview had ze zich laten ontvallen dat moslims zich in dit land moeten kunnen wortelen (2).
Deze boodschap is slecht begrepen. Rechtse partijen hebben zich vrolijk gemaakt over (de “knettergekke” en tragische) Vogelaar. PvdA-kamerlid Spekman (“Ik bedoel het echt goed!”) begreep het ook niet helemaal en kwam met het voorstel om Marokkaanse crimineeltjes te vernederen: “dat zal ze leren”. Per definitie kan iemand als Vogelaar dan al niet meer goed doen (3). Van deze PvdA kon ze dus geen rugdekking krijgen.
Vogelaar slaagde er onvoldoende in de autochtone bevolking erbij te betrekken(4). De boodschap is ook moeilijk over te dragen aan de oude wijkbewoners, want "in zo’n gespannen situatie is wederkerigheid al gauw te veel gevraagd" (5).
Natuurlijk was haar optreden in de media niet goed. Maar het is wel vette pech dat het onderwerp “integratie” overwegend door beeldvorming wordt gedicteerd. (6)

Commentaar
1. Wat een verkrachting van de taal en wat een doorzichtige, retorische truc. Is bijv. de relatie Trouw-Abonnee wederkerig, omdat Trouw informatie/duiding geeft en de abonnee betaalt? Natuurlijk niet, wat een onzin! De krant van 't Doeklen wil dat de naïeve lezer subliminaal meekrijgt dat integratie van twee kanten moet komen.

2. De titel van het betreffende artikel is "Help de islam zich te wortelen in Nederland" en in het stuk staat "...islam en moslims moeten zich hier kunnen wortelen". De commentator heeft eventjes over het hoofd gezien dat het (ook en vooral) over het wortelen van de Islam gaat. Toch niet zo gek dat de gewone man die vreselijke beelden van de praktijk van de Islam dagelijks voorbij ziet komen, zich enige zorg maakt over de woorden van mevr. de minister. Hier wordt dus gelogen. Waarom?

3. Interessant! Wat mag dan wel die definitie zijn? Het gaat hier dus wel over logica. Sluiten ook opvoeding en de pedagogische tik elkaar per definitie uit? Probleem is ook dat Spekman drie weken geleden met zijn plan kwam. Terwijl het gebrek aan rugdekking al van veel langer terug is.

4. De commentator suggereert welwillend dat mevrouw er veel aangedaan heeft om in contact te treden met de autochtone bevolking. Heeft de commentator ooit op de weblog van Carel Brendel gekeken? Ik herinner mij vooral dédain en totaal gebrek aan empathie van de kant van Vogelaar; dat wij ("achterlijke blanken") nog veel kunnen leren van de hand die uitgestoken wordt tijdens de Itfarmaaltijden etc. Terwijl in de krant staat dat er weer iets vreselijks is gebeurd wederom met Marokkanen als actoren.

5. Volgens mij is dit écriture automatique; de commentator zegt maar wat. De heer Van Laar (?) uit Amsterdam -in verschillende uitzendingen geweest- die met zijn vrouw de Marokkaanse buurkinderen hielp etc. etc. en uiteindelijk door diezelfde jongens uit zijn huis werd gejaagd. Aboutaleb was ervan ontdaan. En de commentator zegt dan: ze (de blanken) staan niet open, maar dat is begrijpelijk. Hoeveel zijn er niet positief begonnen en hebben zich uiteindelijk afgekeerd!?

6. Graag wat preciezer. Wordt het onderwerp “Integratie” nu voor 70%, 80% of 90% gedicteerd door beeldvorming? “Gouda bestaat niet. Allemaal imago!”. Laten we wel zijn, de kreet wordt –los van enige realiteitszin- gebruikt als schibbolet om de bokken van de geiten te scheiden.

woensdag, november 12, 2008

"Einklammern"

Verwijlen bij een fenomeen, geen oordeel vellen over feitelijke juistheid of onjuistheid, over waarheid of onwaarheid, de werkelijkheid als het ware tussen haakjes zetten (“einklammern”) dat is een methode waar je wat mee kunt. Dat is de methode van de fenomenoloog Edmund Husserl. Het doet er in eerste instantie niet toe of iets waar of onwaar is. Iemand ziet paarse muizen over zijn dekbed gaan, dat is het uitgangspunt. Het komt er op aan deze ervaring betekenis te geven.

Een jonge vrouw kreeg in Den Haag bij een pinautomaat het mes op de keel. Twee Marokkanen of Turken* wilden haar pinpas en code en anders zou haar kleuter worden ontvoerd. Vandaag hoor ik voor de radio dat de vrouw alles bij elkaar heeft verzonnen.
Je kunt zeggen: “case closed”. Maar wat blijft staan –los van achtergrond en verdere verhalen- is dat veel mensen (autochtonen én allochtonen) het verhaal geloofden. Kortom, een dergelijk brute overval wordt als een reëel scenario gezien. Dat zegt toch wel wat, namelijk hoe in dit land over bepaalde bevolkingsgroepen wordt gedacht en hoe die over zichzelf denken

Het verhaal gaat dat HM Beatrix ’s avonds haar hondje uitliet in de paleistuin en dat zich de volgende dialoog ontwikkelde:
Bea: “Goede avond, Marechaussee”
Marechaussee: “Goede avond, Majesteit”
Bea: “Het is Hare Majesteit”
Marechaussee: “Het is koninklijke Marechaussee”
Het schijnt een grapje. Maar Beatrix zou er goed aan doen dit niet zo maar weg te wuiven. Want in zo’n verhaal zit altijd waarheid, los van of het echt gebeurd is of niet.

Derde voorbeeld: Aan het eind van De wereld draait door heeft Boekestijn zgn. off the record tegen Maarten van Rossum onaardige dingen gezegd over fractieleider Rutte. Boekestijn heeft al snel zijn excuses aangeboden en later ook nog eens aan de fractie.
Zaak is nu geen energie te verspillen aan de vraag of Boekestijn gelijk heeft, maar je af te vragen wat dit alles zegt over Boekestijn, Rutte en de VVD-fractie. In ieder geval dit: Boekestijn toont geen loyaliteit jegens de fractie, Rutte heeft geen commitment weten te krijgen wat mogelijk iets zegt over zijn leiderschapstijl.





* Ik vond het wel meteen vreemd dat de vrouw kennelijk geen onderscheid wist te maken tussen deze etnische groepen.

10-11-2008

vrijdag, november 07, 2008

Perspectief wisselingen

Feiten en gebeurtenissen zijn altijd geïnterpreteerde feiten en gebeurtenissen. Vanuit een bepaald perspectief wordt iets al dan niet als feit geaccepteerd en krijgt het -in de gegeven context- betekenis en gewicht. Een verjaardagsdatum op zich is waardeloos d.i. zonder betekenis. Naakte feiten bestaan niet. Perspectief wisselingen maken bij uitstek duidelijk dat je inderdaad door een gekleurde bril kijkt en wisselingen laten zien hoe snel de definitie van een situatie kan veranderen. Maar anders dan bij de kubus van Esscher kun je hier niet spelen met het perspectief door je op één ribbe te concentreren, want de onschuld is weg.

In de jaren ’70 liep ik ’s avonds laat in Hoog Catharijne naar de treinen. Een meisje kwam mij tegemoet. Een jongen die voor mij liep keerde plots om en ging met gebogen hoofd achter dat meisje aan. Ik er op afstand achteraan. En ja hoor, om de hoek geschreeuw. Ik versnelde mijn pas en ook ik begon te roepen. Ik heb maanden gedacht dat op dat moment een verkrachting aanstaande was, maar later is dit “verkrachtings” perspectief vervangen door dat “van een gedrogeerde schlemiel die een tasje wilde roven”.

Kort geleden vroeg een wat oudere man van Oost-Europese komaf mij een munt te wisselen. Een vriend van hem stond een eindje verder te wachten. De man wilde duidelijk helpen met het doorzoeken van mijn portemonnee. Ik werd er agressief van en beëindigde abrupt en woedend de onderhandelingen. Ik las gisteren dat dit gedrag van oplichters is; ze zijn op zoek naar betaalkaarten. Het perspectief “helpen van een mens in nood” werd stante pede ingeruild voor dat van “help, een oplichter actief”.

Van Wim Kan komt de volgende grap: Een vrouw van lichte zeden wordt voor haar diensten met vals geld betaald. Ze komt daar pas later achter en concludeert dan alsnog te zijn verkracht. Door wisseling van perspectief wordt de hele situatie plots geherdefinieerd.



rkh, 07-11-2008

dinsdag, november 04, 2008

De mantra van de kleine aantallen

Bij de affaire Yvonne Lont hoorde je Rouvoet niet over het kleine aantal homofoben binnen de ChristenUnie. En als het gaat over comazuipers wordt niets kleiner gemaakt dan het is. Bij een spoorwegstaking zul je Eurlings niet horen over het kleine aantal stakers of over een harde kern van stakers en dat de rest wel deugt. Bij voetbalrellen wil men nog wel spreken van een “harde kern”, maar noch de kleinheid van het aantal noch de goedheid van de rest zal beklemtoond worden.
Maar zo gauw het gaat over problemen met Marokkanen haast heel Politiek Bestuurlijk Nederland zich echter erbij te zeggen dat “het gaat om een klein aantal, dat het verpest voor de rest. De overgrote meerderheid deugt”*. Iemand heeft deze formule eens bedacht, anderen praten na. Niemand –bijna niemand- neemt de moeite concrete cijfers te noemen. Niemand die al die zgn. kleine aantallen (Ede, Utrecht, Venlo, Gouda etc) bij elkaar optelt. Ik neem eigenlijk ook aan dat niemand cijfers kent en dat men zo maar wat zegt**. Ook journalisten spelen het spel mee en vragen niet verder. Men ontsteekt wel eensgezind in woede als het spel en het stilzwijgen door derden ruw wordt verstoord.
“Het gaat om een klein aantal, dat het verpest voor de rest” is een bezweringsformule die de kurk op de fles moet houden en een signaal dat men aan de goede kant staat. Het is een vraag aan de moslimgemeenschap om een cijfer voor goed (dhimmie) gedrag. Eigenlijk is zo’n mantra een ontkenning en in zijn heftigheid en absurdheid tegelijkertijd ook een erkenning dat er een probleem met Marokkanen is. Maar wel met het consigne om er verder over te zwijgen.
Het ontbreekt Politiek Bestuurlijk Nederland aan moed en daadkracht. Het beleid is er één van “pacificatie en accommodatie”. Mensen als Cohen kijken net zo lang weg tot het echt niet meer gaat en dan komt de fase van pappen en nathouden. Je kunt er onderscheidingen mee krijgen en prijzen mee winnen.

En dan nog dit: Wanneer een klein allochtoontje -in zeg Slotervaart- laat weten dat de wijk straks van de allo’s is, dan zou dat reden tot zorg moeten zijn. Zo’n jochie zegt niet zo maar iets, dat praat anderen na. Wanneer er ook zo’n jochie is in Ede en in Venlo dan is er alle reden voor grote zorg. Je kunt dan niet volhouden dat slechts een klein aantal -namelijk drie van die jochies- onaardig doet. Zij staan voor meer: pars pro toto***. Die jongens zijn sprekers met een achterban.


* Farid Azarkan, de voorzitter van het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland had het er over dat 99.9% van de 300.000 Marokkaanse Nederlanders “goed” is. Dat is waarschijnlijk inclusief baby’s, kinderen, idioten, vrouwen en bejaarden. Corrigeren we hiervoor dan komen we uit op zeg 1.0% (i.p.v. 0.1%) slechte Marokkaan-Nederlandse jongens. Dat is dus al 10 maal zoveel! En natuurlijk zegt Azarkan maar wat, daar wordt hij voor betaald.

**Cisca Dresselhuys hield lezingen over de groene weduwes in de slaapsteden. Toen iemand vroeg om cijfers en onderbouwing, antwoordde ze dat onderzoek had uitgewezen dat het om 80% van de Vinex-vrouwen ging. Ze bedacht dat ter plekke en is er ook nog trots op.

***Pars pro toto. Dat geldt ook voor Tanja Nijmeijer uit Denekamp die Romaanse talen studeerde in Groningen en uiteindelijk bij het Farc terecht kwam. Zij is academica en kan waarschijnlijk zelfstandig denken. Maar uit wat voor milieu komt deze dame eigenlijk en in welke milieus heeft ze zich genesteld?

rkh, 27-10-2008

maandag, oktober 27, 2008

Wilders naar de letter genomen. Over de lichtheid van politiek.

Als kleine jongen was ik eens met moeder op bezoek bij een mevrouw die in de huiskamer van haar boerderij ziek te bed lag. Ik vroeg naar de paarden. Zij antwoordde: “’t geld is op en ’t peerd is dood”. Ze lachte, ik was geschokt.

Later leer je wat figuurlijk is bedoeld, niet letterlijk te nemen*. Uitspraken als “Ik zakte door de grond”, “Ik stond in vuur en vlam”, “De kogel is door de kerk” doen dan niet meer schrikken.

Soms sta je toch nog raar te kijken. Dat kan te maken hebben met cultuurverschillen. Een klein Spaans meisje dat op de schouders van haar vader naar de koning roept: “Ik wil een kind van je”, schokt mij als eenvoudige televisiekijker. En ook heb ik er moeite mee in het Nedermarokkaanse “Ik maak je dood” (volgens Marcouch in Marokkaanse kring een standaarduitdrukking) “hou daar eens mee op” te horen. De drang om bij twijfel zaken letterlijk te nemen, is kennelijk groot.

Bij de algemene politieke beschouwingen kwam Wilders met het voorstel militairen en materieel uit Afghanistan terug te halen en in te zetten voor de grote schoonmaak van Gouda (Marokkanenstad, maar niet bij uitstek). Een krachtig beeld. Voor wie wil horen, is zijn boodschap glashelder: 1. er is een gigantisch probleem, 2. dat ligt er al jaren en daar is tot nu toe weinig tot niets aan gedaan, 3. wel in het buitenland actief zijn tegen de uitwassen van de Islam en de eigen bevolking niet beschermen, dat kan niet en 4. morgen moet het probleem opgelost zijn, dat kan als men maar wil.

Velen zullen Wilders letterlijk hebben genomen en velen daarvan zullen geschokt zijn geweest, afhankelijk van politieke voorkeur en/of wat men zelf wil zien en/of voorstellingsvermogen. Wilders biedt ruimte voor een letterlijke – en een figuurlijke interpretatie. Maar in ieder geval hadden collegae politici het verhaal nooit letterlijk moeten nemen, dat leidt namelijk tot absurde “discussies”: over een F16 boven bussen etc. De boodschap die de rest van de kamer daardoor afgaf was: boodschapper Wilders is het probleem die komt met rare en onmogelijke oplossingen. Het eigenlijke probleem verdween daarmee voor dat moment naar de achtergrond. Hoewel de premier van alle Nederlanders graag anders wilde doen geloven. Balkenende sprak heftige en emotionele woorden: dat Wilders niet het alleenrecht had op problemen en zo. Hij kreeg van de rest van de kamer veel lof voor zijn “moedige optreden”. Bij zoveel bijval is het natuurlijk wel vreemd dat geen van de fractievoorzitters die Wilders waren voorgegaan (Kant, Hamer, Geel) in zijn of haar toespraak had gerept van problemen met Marokkanen in bijv. Gouda**.



* Het is opvallend hoe vaak mensen en niet de minst opgeleiden met nadruk “letterlijk” zeggen, waar ze duidelijk “figuurlijk” bedoelen. “Letterlijk” wordt -denk ik- geassocieerd met “literatuurlijk” d.w.z. met fictie of “figuurlijk” met “figuratief” (figuratieve kunst, realistische kunst).

** Ten eerste zijn onze “gevestigde” politici zo stom om niet zelf de problemen van het land op de agenda te zetten en vervolgens gaan ze de verkeerde discussie voeren door het voorstel van Wilders letterlijk te nemen. Patrick Janssens, SP-a burgemeester van Antwerpen en oud reclameman- heeft een paar jaar geleden van Dewinter de burgemeestersverkiezing “gewonnen” door in Antwerpen o.a. de boerka te verbieden. “Links rijden, rechts inhalen” (copyright rkh). Daar had Filip Dewinter niet van terug.

24-10-2008

donderdag, oktober 23, 2008

Van Trots naar Schaamte en weer terug

“Trots” hoort bij “schaamte”, zoals “goed”, “wit” of “zoet” hoort bij resp. “fout”, “zwart” of “zuur” en omgekeerd. Het éne woord roept het andere op. Twee kanten van één medaille. Geen trots zonder schaamte, geen schaamte zonder trots. Woorden discrimineren, delen de wereld in en op. Een term krijgt ook betekenis door zijn eigen negatie.

Bij weldenkend Nederland is het woord “trots” als sentiment* besmet geraakt. Het wordt geassocieerd met SBS6, campings, Verdonk, Wilders, volksdansen en uiteindelijk met het in zee drijven van negers en moslims. “Nationale trots” zou mensen buitensluiten en nationalisme voeden. “Trots” is in de strijd tussen Goed en Kwaad zelf verdacht geworden.

Als “trots” een onwoord is –zonder recht van bestaan- dan zou dat ook voor “schaamte” c.q. “nationale schaamte” moeten gelden. Maar dat is duidelijk niet het geval. Weldenkend Nederland schaamt zich er lustig op los en geeft daar luidkeels uiting aan. Men schaamt zich als het zo uitkomt voor Balkenende, voor het slavernijverleden, voor Fitna de film, voor verspilling, voor rijkdom, voor discriminatie aan de deur van de disco.

Wat ik beweer is, dat in deze schaamte nog steeds trots als negatie aanwezig is en dat dus trots als zodanig niet is afgeschreven. Dit betekent dat je bijv. niet tegelijkertijd kunt zeggen dat Nederland zich moet schamen voor zijn slavernijverleden én dat het hebben van enige vorm van “nationale trots” geen pas geeft of onmogelijk is. Wie zegt –zoals Jan Marijnissen- alleen trots te kunnen zijn op eigen prestaties, kan per definitie dus niet trots zijn op (niet door opvoeding bepaalde) prestaties van zijn dochter en zal zich dan ook nimmer voor de dochter schamen. Een ongeloofwaardig standpunt.

En wat is er eigenlijk mis met trots als sentiment? Trots op de eigen studieresultaten, op de prestaties van je kinderen, op het bedrijf waar je werkt, op het Nederland dat Nobelprijswinnaars heeft voortgebracht, op de mannen die Nieuw Amsterdam (New York) hebben gesticht etc. Trots bevestigt en verstevigt de (warme) band met personen en gemeenschappen uit heden en verleden. Het is een emotie die voor (het vormen van) een gemeenschap essentieel is. Gelukkig laat een emotie zich uiteindelijk niet bannen door politiek correcte praat.

Ondanks alles is het weldenkend deel der natie er natuurlijk wel apetrots op dat homo’s hier voor de wet kunnen trouwen. Deze trots krijgt wel een ruimhartig ‘nihil obstat’. Weinig consistent allemaal.




* Er ook een trots als (kleine) ondeugd. Een “trots iemand” eist of verwacht respect en laat zich weinig gezeggen.



rkh, 22-10-2008

dinsdag, oktober 21, 2008

De Docta Ignorantia: De commentator als charlatan

Op zaterdag 18/10/08 wordt in “Met het oog op Morgen” gesproken over kandidaat-burgemeester Achmed Aboutaleb (alert: geen triple ‘A’) en zijn dubbel paspoort. Frank Vermeulen -commentator bij de NRC- reageert met: “Maar dat is toch het gebbetje van Wilders?!”. Door koppeling aan “Wilders” denkt Vermeulen zijn publiek te plezieren en zijn punt voldoende te hebben gemaakt. Ook door het gebruik van het speelse woord “gebbetje” lijkt hij eerder een discussie over de “dubbele nationaliteit” te willen voorkomen. De commentator van een serieuze krant laat de vorm [“wilders”, “gebbetje” en “?!”] voor de inhoud gaan.

Zo’n man zou toch –op basis van polls- moeten weten dat buiten Wilders en zijn aanhangers heel veel mensen* en ook veel politici, niet gelukkig zijn met het verschijnsel “dubbel paspoort”. Het mag toch een schande heten dat een politiek commentator zijn feiten niet kent.

Een sterke overtuiging ( “De zon schijnt voor iedereen”, “De wereld één dorp”, “global village”)** drukt als het ware simpele feiten weg. Siep Wynia van Elsevier corrigeert, maar Vermeulen antwoordt niet. Dus kennelijk ligt deze “sterke mening” wel erg dicht aan het oppervlak. Maar het zal Vermeulen ongetwijfeld niet beletten bij een volgende sessie toch weer met dezelfde mening te komen.

Een commentator moet de feiten kennen en accepteren of anders weerleggen, maar moet ook zelfstandig kunnen nadenken dus zonder tunnelvisie. Laat ik een simpel probleem uit de praktijk voorleggen. Abou JahJah is terug naar Libanon. Waarom? Omdat in België hem één jaar gevangenis wacht, vanwege opruiing.*** Een simpel voorbeeldje van dat met twee paspoorten het recht niet altijd zijn loop kan hebben.**** Waarom kan Vermeulen zo’n case niet zelf bedenken of opdiepen?

Dus zelfs commentatoren kunnen oreren zonder te weten waar ze het over hebben. Over geleerde onwetendheid gesproken.



* Ik geloof dat De Hond eerder uitkwam op 70% van de bevolking TEGEN een dubbel paspoort.

** De leer van dat een mens meerdere identiteiten heeft en de theorie van de lichte gemeenschappen zijn rationalisaties, uitwerkingen van deze basiskeuze.

*** Na dit te hebben geschreven, zag ik dat Abou JahJah vandaag in hoger beroep is vrijgesproken. Dit feit weerlegt op geen enkele manier mijn betoog.

**** Toen Wilders de dubbele nationaliteit van Albayrak en Aboutaleb aankaartte, werd het bestaan van prof. mr. René de Groot uit Maastricht publiek. Hij had een stuk in de krant geschreven, waardoor hij ’s avonds bij Mieke Verwey in “Met het oog op Morgen” zat. De beste man kon geen problemen bedenken en als die al kwamen dan moest er op dat moment gehandeld worden. Ongetwijfeld is hij –n.a.v. het bezoek bij Verwey- ook nog in Netwerk geweest en bij NOVA. In ieder geval heb ik hem nog gezien in Buitenhof. De man kon alleen maar vergelijkingen tussen rechtstelsels reproduceren. Uit niets bleek dat hij tot zelfstandig denken in staat was. Een vraag als “En wat vindt u er nu zelf van?” was voor onze hooggeleerde te hoog gegrepen.



rkh, 20-10-08

zondag, oktober 19, 2008

Meer dan plastic

Juli 2007 gaf de staatssecretaris van Justitie Dieuci (4) zijn verblijfs-vergunning. Albayrak liet daarbij de kleine weten: “Een stukje plastic, hè?”

Om NIET is de jonge Kongolees aandeelhouder geworden van de firma NL. Eeuwen is door Nederlanders gevochten en gezweet voor een beter bestaan, voor henzelf en voor hun kinderen en kindskinderen. Er zijn scholen, wegen en ziekenhuizen gekomen. Er is welvaart, rust en orde en weinig corruptie. Een broos systeem, dat maar in beperkte mate diversiteit toelaat. Wat in eeuwen is gevormd, kan in enkele decennia tot een ramp worden. Zie Zimbabwe.
En dan krijgt zo’n jongen van de nieuwbakken staatssecretaris te horen dat het toegangskaartje eigenlijk van nul en generlei waarde is. De uitspraak “Een stukje plastic, hè?” is meer dan “een beetje dom”.

donderdag, oktober 09, 2008

Omgaan met complexiteit: Aanslaan op gelijkheid

Kun je ook goede en interessante vragen stellen zonder eigenlijk te weten waar je het over hebt? Ja, dat kan als de bewering is dat bepaald gedrag van een groep of een bepaalde eigenschap ook elders voorkomt of eerder is voorgekomen én de bewering wordt gedaan met als onderliggend doel problemen te relativeren, te verhullen of te ridiculiseren. Het gaat dus om vertogen waarin de gelijkheidsideologie het lijkt te winnen van de realiteitszin. Het gaat hierbij vooral om een gelijkschakeling van groepen op bepaalde kenmerken.

In 2006 werden in Canada 17 jongemannen, burgers van dat land en allen van moslim huize, opgepakt (wie herinnert zich dit nog?). Ze waren van plan her en der bommen te laten afgaan; onder andere het parlement was doelwit. De officiële, kleurloze reactie was aanvankelijk: “Ze komen uit brede lagen van de gemeenschap”. Duidelijk een bezweringsformule die om die reden al te denken moet geven. “Brede lagen”, dat kan natuurlijk, maar het zou wel zeer toevallig zijn. Alsof een pastoor een verwijt over de aberraties van medebroeders pareert met de opmerking dat ook bij andere beroepsgroepen de handjes gretig in jongensbroekjes verdwijnen. Het kan, maar is niet waarschijnlijk.

Folkert Jensma schreef op de dag dat Fortuyn werd vermoord (6 mei 2002) in zijn hoofdredactioneel commentaar in de NRC: “Deze dagen symboliseren de heroprichting van het vrije Nederland, waar je mag zeggen wat je wilt, geloven wat je wilt, ongeacht huidskleur, ras of nationaliteit. Het is de trots van Nederland dat we hier juist niet de ene cultuur beter vinden dan de andere. Dat we hier mensen gelijk behandelen in een open samenleving. Dat we ons hier de xenofoben en racisten van het lijf wensen te houden. Het is een grote schande dat we zestig jaar na dato een politicus in ons midden daaraan moeten herinneren.” Hoezo, de éne cultuur niet beter dan de andere? Wordt –zo gaat het gebruikelijk verweer- de keuze voor of tegen kannibalisme dan een kwestie van smaak? Het is toch zeer onwaarschijnlijk dat alle culturen even goed of gelijkwaardig zijn? Dat is even absurd als zeggen dat het IQ van de gemiddelde neger gelijk is aan dat van de gemiddelde blanke, want eeuwen gescheiden optrekken moeten toch hun sporen nalaten.

Dit is mijn punt, dat alleen al op basis van sleutelwoorden en uitdrukkingen als “even vaak”, “evenveel”, “altijd”, “hetzelfde”, “overal”, “alle lagen van de bevolking”, “alle gezindten” in een bepaalde context, vragen zijn te stellen. Gelijkschakeling als het zo uitkomt van de Marokkaanse gemeenschap met Staphorst, de moslimfundamentalisten met christenfundamentalisten, de koran met de bijbel (een IKON-project), Marokkaanse kansenmijders* met comazuipers, moslims van nu met joden van de jaren ‘30 verdient ons aller wantrouwen. Het zijn even zovele pogingen de aandacht af te leiden of leed te verdelen.

Het kan niet verbazen dat iemand recentelijk is gepromoveerd op eerwraak (“een soort van”) bij de oude Friezen. Of dat Robbert Dijkgraaf in zijn NRC-column aandacht vroeg voor de bijdrage van de oude Arabieren aan de wetenschap (Avicenna, Averroes, Algebra etc.). Of dat plotseling in de media de vermeende rol van Marokkanen bij de bevrijding van Nederland vol in het licht kwam. Allemaal pogingen om duidelijk te maken dat alle bevolkingsgroepen in wezen even goed of even slecht zijn, maar die daarmee in hun overdrijving en “ontkenning” laten zien dat er toch echt een probleem is.

Uitsmijter: “Alle kinderen zijn mij even lief”.


* Contaminatie van kansen(jongere) en (zorg)mijder. Copyright RKH.

rkh, 09-10-2008

zondag, oktober 05, 2008

Omgaan met complexiteit: Scoren op getallen

Kun je ook interessante en goede vragen stellen zonder eigenlijk te weten waar je het over hebt? Ja, dat kan. Indelingen en opsommingen die geen innerlijke noodzaak qua lengte of getal tonen, toevallig lijken, genereren als vanzelf vragen.

Neem de populaire kieswijzer van politicoloog André Krouwel. Je krijgt een aantal standpunten van politieke partijen voorgelegd en geeft aan het daarmee eens of oneens te zijn. Na afloop wordt jouw positie ten opzichte van de verschillende politieke partijen bepaald. In een vlak met op de X-as links/rechts en op Y-as conservatief/progressief wordt dit alles keurig ingetekend. Een plat vlak heeft 2 dimensies.
Dit is mijn punt: Wie 2 ziet staan, kan –zonder de precieze definities en de achterliggende theorie (zo die er al is) te kennen- de vraag stellen: waarom niet gekozen voor 3, 4 of 5 dimensies of 1 dimensie? Dat voor het platte vlak is gekozen, heeft ongetwijfeld een praktische reden: met 3, 4 of 5 dimensies wordt het verhaal voor Krouwel te moeilijk.
Eénmaal dit bedacht hebbende, ligt het voor de hand zelf nog naar wat nieuwe dimensies te speuren. En deze dienen zich aan: 1) mate van zorg voor het milieu, 2) mate van vreugde over de aanwezigheid van Islam, Moslims c.q. Marokkanen in het land. Mij lijkt dat deze nieuwe, onafhankelijke en politiek relevante dimensies zich moeilijk laten onderbrengen in het links/rechts, progressief/conservatief schema van de heer Krouwel.

Of neem de 7 hoofdzonden (traagheid, onkuisheid, gierigheid, mateloosheid, naijver, toorn, ijdelheid). Waarom 7? Waarom niet 6 of 8? Een opsomming die van zichzelf niet dwingend is, maar eerder bepaald lijkt door de vermeende heiligheid van het getal “7”.
Paul Lafargue –de schoonzoon van Marx- schreef in ieder geval het boek “Le Droit de la Paresse” (Het recht op luiheid) en is “ijdelheid” nu echt zo’n hoofdzonde? En waarom niet aan de lijst toegevoegd: ongeduld, desinteresse, disrespect?


Post Scriptum: De inval –hierboven uitgewerkt- kreeg ik ongeveer een jaar geleden. Ik heb de gedachte in een cahier genoteerd. Anders zou deze zeker zijn vergeten, zoals ook een droom onherroepelijk in het putje van de vergetelheid verdwijnt. De idee kwam op in het kader van de vraag: Wat kun je als niet terzake deskundige zeggen over moeilijke en ingewikkelde kwesties?
Na het onderwerp af en toe te hebben hernomen, heb ik mij nu aan het schrijven gezet. Eerst in kladversie op papier en daarna in prints. Gedurende drie dagen heb ik gedacht en geschaafd, waarbij bijv. vier titels zijn afgekeurd: De macht van het getal, cijferdwang, cijferfetisjisme, cijferfixatie. Het is een moeizaam proces dat mij uren heeft gekost, maar wel vreugde verschaft.
Okko Jager leerde preken uit zijn hoofd. Gaf reproductie hardop problemen dan wist hij dat er iets fout zat. Levinas zei tegen Peperzak iets van: “Het boek is klaar, alleen de inconsistenties moeten er nog worden uitgehaald”. Behartenswaardige woorden.

rkh, 4 okt. 2008

vrijdag, oktober 03, 2008

Inzichten(3): Straatdepressies

Gelukkig hoor ik ze de laatste tijd niet meer: de kleine indianen met hun panfluit en poncho’s. Maar het is lang zo geweest dat als je zaterdag de stad in ging ze al van ver te horen waren met hun achterlijke muziek. Ik meed dan het centrum. Ik kon het niet aanhoren.

Ik dacht dat het wel aan mij zou liggen. Tot ik in Utrecht een Rus met een trekharmonica hoorde. Dat was muziek!

Ik besefte dat de reden van de somberte niet in mij lag, maar buiten mij.

Alle panfluiten de wereld uit, te beginnen bij Nederland!

maandag, september 29, 2008

Inzichten(2): Een calvinist in de VUT

Met 55 jaar en amper 25 dienstjaren ben ik met werken opgehouden. We zijn nu 4 jaar verder. Voor verveling was nauwelijks tijd. Een zwart gat heb ik –overeenkomstig de verwachting- niet gezien. Op tijd opstaan, de Volkskrant aan tafel lezen en achter de pc enkele voor mij interessante weblogs en kranten en weekbladen voorzover althans zichtbaar voor de niet-abonnee. In het weekend nog de NRC en Elsevier erbij. Wat wandelen of fietsen en soms wat rondkijken in de tijdschriftenzaal van de plaatselijke bibliotheek. Na tien uur ‘s avonds Nova en/of Duitse praatprogramma’s. Niet te laat naar bed. Anderdaags via “uitzending gemist” vluchtig kijken of de zenders nog wat interessants hadden te bieden (wat meestal niet het geval is). Kortom, te druk eigenlijk om er nog bij te kunnen werken. Een newsfreak ben ik niet. Mijn interesse betreft: wat mensen zeggen en wat niet, het hoe en waarom, redeneerschema’s, de overtuigingskracht van woorden en argumentaties.

Toch had ik anders verwacht, namelijk dat ik veel boeken zou lezen, lucide en erudiete analyses zou maken en moeiteloos problemen zou benoemen en duiden. Een leven dus als een echte intellectueel. Het is anders gegaan. Ik krijg ternauwernood een boek uit, terwijl de stapel nog uit te lezen kranten groeit. Er is geen focus. De constatering dat anderen (bijv. Plasterk als columnist, wijlen J.H. Schoo, de bloggende “WillemdeZwijger”) zoveel beter en geleerder zijn, maakt het leven er ook al niet gemakkelijker op.

Alles heeft een oorzaak. Ik zocht het in een gebrek aan concentratie, opgelopen tijdens mijn werk als hoofd ICT (20 man personeel) waarbij ik honderd ballen tegelijk in de lucht moest houden en de aandacht had te verdelen over vele onderwerpen. Ik las ook nog dat militairen onder stress later last kunnen krijgen van concentratiestoornissen en geheugenproblemen en zelfs dat de hersenen onder druk fysiek kunnen veranderen. Mij kwam dit alles bekend voor. Eerlijkheidshalve moet wel gezegd worden dat ik nog tijdens mijn werkzame leven in hoogste concentratie uren kon werken aan één of ander programmeerprobleem of aan het probleem van Fermat.

Ik begin te beseffen dat de gevoelde onrust en onvrede alles te maken heeft met mijn calvinistische inborst. Zolang werk en vakantie of vrije tijd duidelijk zijn gemarkeerd is er mee te leven, hoewel een zekere mateloosheid in het werk altijd al aanwezig was (op een gegeven moment maar als fact of life expliciet geconstateerd en geaccepteerd). Maar nu in een zee van vrijheid en een overdaad aan informatie en onderwerpen en een constante druk om over van alles en nog wat een mening te hebben, is het voor mij moeilijk een plan te trekken. Er moet nog steeds hard gewerkt worden, er moet productie worden geleverd, alles moet zin of nut hebben en er mag vooral niet te veel tijd vermorst worden. Het oplossen van sudoku’s bijv. staat in het teken van een onderzoek naar of je hersenen zo kunt trainen dat je van 3 van de 9 blokken in één blik ziet in welke rij of kolom het 3de, ontbrekende cijfer moet staan. Naar discussieprogramma’s op de Duitse TV kijken om de spreekvaardigheid te verbeteren. Tijdens het afwassen naar een educatief programma luisteren. Maar dit alles mag niet te lang duren, want het mag niet ten koste gaan van het zoeken naar het grote onderwerp. Alleen wat dit thema dan wel mag zijn, dat weet ik nog steeds niet.

Als dit allemaal geen inzicht mag heten!


rkh, 29-09-08

woensdag, september 24, 2008

Inzichten(1): Onwetendheid bestaat

Als we naar een programma kijken of luisteren dan wordt er eigenlijk achteloos vanuit gegaan dat de spreker algemeen ontwikkeld is, voldoende specifieke kennis heeft ter zake en in staat is verbanden te leggen. Dus dat als bijv. Dr. Mengele zou worden geïnterviewd dat dan de dienstdoende journalist ook Mengele’s kampverleden ter sprake brengt. Maar zo’n Frank du Mosch (NCRV en niet de jongste meer) zegt hoogstelijk* verbaasd te zijn over het groot aantal hulpverleners van Jeugdzorg dat op één probleemgezin wordt gezet. Wat mij dan weer verbaast, want hij had dat moeten én kunnen weten. Du Mosch heeft –gelukkig voor hem- geen weet van zijn eigen domheid. Dat is het prerogatief van de domme: dat hij zichzelve in zijn domheid niet kent. Maar was de overmacht aan hulpverlening niet ter sprake gekomen dan had journalist Du Mosch allerlei zgn. domme, slimme of kritische vragen gesteld zonder dus eigenlijk te weten waarover hij het heeft.
Op een gegeven moment ging het in de media steeds over “Tanja”, Farc en Columbia. Ik dacht meteen: Bétancourt! Het heeft lang geduurd voordat in de media deze link met haar werd gelegd.

Dit is het pijnlijk inzicht: de professionals en spraakmakers hebben minder kennis dan mag worden verwacht. Bepaalde vragen worden niet gesteld of juist wel, bepaalde opmerkingen worden niet gemaakt of juist wel. Gewoon, omdat de deskundige het niet weet!

Of neem zo’n Harry de Winter –fervent bestrijder van Wilders- die in gesprek met Spruyt niet blijkt te weten dat op sommige scholen niet meer over de holocaust onderwezen kan worden. Hij had het kunnen weten, want ik wist dat ook (wat ik niet weet en hij wel, weet ik natuurlijk niet). Misschien weet Harry ook niet dat enkele Marokkaanse gezagsdragers Nederland als hun 17de provincie van Marokko zien? En dat een AIVD-tolk voor hoogverraad (?) is veroordeeld en een Marokkaanse politieagent van verraad wordt verdacht? Dat Aboutaleb pas geleden een medaille heeft ontvangen van de Marokkaanse Regering? Dat kamerlid Arib in een commissie zit die de koning adviseert? Dat ouders niet vrij zijn bij het kiezen van een naam voor hun kind? Dat een Marokkaan nooit zijn nationaliteit kan opgeven? Wel eens van Amicales gehoord? Ede, Gouda, Nijmegen, Slotervaart etc.?** Ja, zonder kennis heeft onze Harry natuurlijk makkelijk praten. Zalig de onwetenden!

Voor Femke Halsema is –naar eigen zeggen- het kijken naar NOVA een last. Ze leest liever chique buitenlandse kranten, zoals de New York Times. Zorgelijk zo’n opmerking, want ze zegt dus eigenlijk de werkelijkheid van de gemiddelde Volkskrantlezer niet te willen kennen, maar bedoelt natuurlijk de werkelijkheid van de “Telegraaflezer”. Dus Halsema praat als een kip die niet geaard is, die het contact met de werkelijkheid –althans de Nederlandse- heeft verloren. En wij maar denken dat we in ieder geval vanuit dezelfde feiten spreken.

Het verschil tussen “elite” en “volk” zou dus best eens niet een kwestie van interpretatie of van beleving van de werkelijkheid kunnen zijn, maar van kijken naar geheel verschillende werkelijkheden. Dat beiden als het ware met de ruggen naar elkaar staan en naar iets anders kijken. Het zou de onwetendheid verklaren.



rkh 23 sept. 2008

* Woord staat niet in de Van Dale.

** Op de Belgische TV had/heb je een spel, waarbij op een onderwerp (bijv. reljeugd) moet worden geassocieerd (Rif, Kaftan, Slotervaart, Inteelt etc..). Van te voren heeft de redactie vastgesteld welke trefwoorden moeten worden geraden om punten te verdienen. Een mooi format om al brainstormend en in vrolijke stemming zaken bespreekbaar te maken.

zondag, september 14, 2008

Een hoofddoek is niet onschuldig en ook een Knevel niet

In de discussie over het al dan niet dragen van een hoofddoek wordt wel –van links tot rechts- naar voren gebracht dat het slechts om een “lapje stof” zou gaan. Een “non-discussie” dus, zoals dat dan heet.

Mijn bewering is echter dat in de huidige context van tweespalt, angst en misverstand een hoofddoek van een moslima een middelvinger richting “het Westen” is en gewild of ongewild legitimiteit geeft aan een praxis die niet de onze is en mag zijn. De bewering hier is dus dat achter een hoofddoek een wereld van betekenissen schuilgaat en dat het dragen daarvan niet onschuldig is. Zoals ook het dragen van een kuklux-clan puntmuts niet onschuldig is of het dragen van een hakenkruis.

In Duitsland werd –halverwege 2008- een meisje uit een Afghaans asielgezin door haar broer vermoord. Ouders en andere familieleden hadden al eerder geprobeerd het Westerse gedrag uit het arme kind te slaan. Tevergeefs*.

Diegene die “nee” zegt tegen de hoofddoek stelt een daad en zegt “nee” tegen dergelijke praktijken. De moslima die zichzelf de doek om doet –ook al is het uit vrije keuze- is schuldig aan de dood van dat meisje en aan onderdrukking van vrouwen. Zelfs een Knevel –die zo’n Halal-meid bij zich aan tafel laat aanschuiven – is niet onschuldig**. Zijn keuze normeert immers en keurt impliciet goed wat fout is.

Wat op zich geen betekenis heeft, kan dus in en door een context politieke betekenis krijgen.


* Een (lagere) rechtbank heeft bepaald dat het hele gezin kan worden uitgezet. De Halsema’s van deze wereld en hun stoottroepen zullen wel weer hun ach en wee laten horen.

** Wat zou er van de homo-emancipatie zijn geworden, als Knevel in de jaren ’70 een leernicht als sidekick zou hebben genomen? Iedereen zou hebben gedacht: “Die Knevel probeert ons wat door de strot te duwen” én een beetje homo zou met afgewend gelaat hebben gekeken.

rkh, 7-9-2008

Niet schuldig, wel verantwoordelijk

In abstracto is dit het probleem: Een groep wordt aangesproken op wat een subgroep doet. De gehele groep wordt daarop afgerekend. Wat nu?

Gaan één of meer notarissen over de schreef dan wordt algauw de gehele groep daarop aangekeken (behalve dan natuurlijk de notaris die toevallig je buurman is)*. Je kunt dat betreuren, maar dit generaliseren is des mensen. Wie tweemaal is gebeten door een tekkel, zal tekkels verder mijden. Discriminatie is evolutionair gezien dan ook zo gek nog niet. Dat Cohen als directeur van een vliegschool –naar eigen zeggen- ook na 9/11 nog steeds moslims zou aannemen, verraadt een hoge morele standaard, maar komt mij ongeloofwaardig voor. In iedere geval kan Cohen er beter vanuit gaan, dat voor verreweg de meeste mensen zo’n praktijk tegennatuurlijk is en dat een opgeheven vinger eerder averechts zal werken in die zin dat men zich voor zijn woorden zal afsluiten.

Normaliter zal een groep zelf intern disciplinaire maatregelen nemen om de rotte appels weg te nemen en niet alleen maar wachten op strafmaatregelen (if any) van overheidswege. Alleen zo kan de groep er voor zorgen niet langer object van scherts, hoon en haat te zijn. Er waren in WOII ook goede Duitsers, maar Duitsland heeft na de oorlog niet anderen de schuld gegeven van de haat van alles wat Duits is. Dat zou ook totaal onvruchtbaar zijn geweest.

Onder druk van woedend ambulancepersoneel en om Wilders wind uit de zeilen te nemen heeft Cohen (contre coeur dus) het gewaagd om over “Marokkaanse medeburgers” te spreken als opnieuw veroorzakers van ellende. Het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland (SMN) was verbolgen: a. stigmatisatie! b. het lukt slap Nederland kennelijk niet die boefjes (zijnde 0.1% van de 350.000 Marokkanen) in het gareel te krijgen. Voorzitter Farid Azarkan van de SMN ziet geen verantwoordelijkheid. Hij babbelt wat met Cohen en Vogelaar en de arme belastingbetaler draait er weer voor op. Cohen valt de voorzitter bij: alleen de boefjes zelf en eventueel de ouders mogen erop worden aangesproken**. De heren willen kennelijk het strafrechtelijke pad bewandelen (dat trouwens mooi kan doodlopen, want wie deed precies wat) en veel gesprekken en reisjes organiseren. Een hopeloos en onvruchtbaar standpunt dat Marokkanen in hun slachtofferrol bevestigt en dat de natuurlijke neiging tot stigmatisatie niet tegenhoudt.

Paul Scheffer (dus zonder Hoop) zei eens: “niet schuldig, wel verantwoordelijk”. Ik sluit mij daarbij aan: iedereen is verantwoordelijk voor het samen-leven en sommigen zijn meer verantwoordelijk omdat zij de taal spreken en de cultuur kennen.
Neemt SMN geen verantwoordelijkheid dan weg met die subsidieclub.


* Het kan ook positief uitpakken. Ik –hoewel relatief buitenstaander- voel mij trots, wanneer een buitenlander bijv. het relatief groot aantal Nederlandse nobelprijswinnaars of de economische macht van Nederland noemt.

** Twee autochtone deelraadvoorzitters vinden sowieso dat Cohen met zijn kleurbekentenis veel te ver is gegaan.

14-09-2008