De vraag naar wat goed leven is, lijkt onschuldig. Maar
is het niet. Waarom is deze vraag niet onschuldig?
Bij de vraag "Sla
je je vrouw nog steeds?" is vrijwel meteen duidelijk dat er iets niet
klopt. Met een simpel "nee" bevestig je immers impliciet, dat je
vroeger wel geslagen hebt (en dat je getrouwd bent). Hetzelfde met
"ja".
Zo'n meervoudige vraag moet eerst ontleed worden alvorens
te antwoorden.
Stel dat in het parlement de volgende, eenvoudige vraag
gesteld wordt: "Mag in eigen huis gerookt
worden?". Ik denk, hoop en bid,
dat menigeen bij het aanhoren daarvan -thuis en in de kamer- in woede zal
ontsteken. Want de vraag vooronderstelt, dat de tentakels van de staat tot in
de huiskamer kunnen en mogen reiken. Iets waar ik principieel op tegen ben
(uitzonderingen daargelaten). Meegaan met de vraag, betekent dat je de optie
van een vergaande staatsinmenging serieus neemt. Wat je moet doen, is de vraag
radicaal afwijzen. Gewoon niet in discussie gaan.
Politieke filosofen stellen de basale vraag "Wat is een goed leven?" of "Wat is een goede en rechtvaardige
samenleving?". Die vragen vooronderstellen, dat alles onderhandelbaar
is, dat er één uitkomst is ("one size fits all") en dat anderen over
mij mogen beslissen. Kortom, er wordt gedaan alsof ik geen grondrechten heb en
alsof gemeenschap boven individu gaat. Achter de vragen zelf zit dus een
bepaalde niet-liberale ideologie
-misschien zelfs een totalitaire- en daarom zijn die vragen niet onschuldig.
rkh, 01-11-2013