Voor Swaab is er geen vrije wil. Marcel van Dam is het met hem eens en voelt zich door
Swaab gesteund in zijn kruistocht tegen de PvdA en het neoliberalisme van
"eigen schuld dikke bult". Douwe Draaisma vindt dat Swaab zijn boekje
te buiten gaat en zijn mond moet houden. Ikzelf heb me eerder over hem een
beetje vrolijk gemaakt. Een vierde categorie zet tegenover het verhaal van
Swaab een geheel eigen verhaal, waarin (de ervaring van) het bestaan van de
vrije wil domweg uitgangspunt is. Swaab wordt dus niet door iedereen serieus
genomen. Ik doe dat hier wel, hoewel ik zijn boek niet heb gelezen. Mijn kennis
haal ik uit een uitzending van P&W en van Wikipedia.
Libet toonde
aan dat er zo 200 msec. zit tussen "het besluit" de vinger te bewegen
en het daadwerkelijk bewegen*. Niets bijzonders, maar wel
bijzonder is dat 500 msec. oftewel een 1/2
sec. vóór de feitelijke beweging er al activiteit ontstaat in de motorische
hersenschors. Niet dus "ik beweeg
mijn vinger", maar "mijn
vinger wordt bewogen (door onbewuste processen)". Ik neem deze
bevinding voor waar aan, hoewel ik er niets van begrijp.
Mijn punt is, dat je op basis van dit enkele feit niet
generaal kunt concluderen dat er geen vrije wil is. Swaab generaliseert en dat
bedoel ik dan in populaire zin, n.l. pejoratief.
"IJzer zet uit
bij verhitting" is een algemene uitspraak, gebaseerd op veel proeven
onder verschillende condities. Ook Libet's experiment zal herhaald zijn, maar
de enige conclusie die getrokken kan worden, is: "300 msec. vóór dat ik zeg te besluiten iets te doen er al
activiteit in de motorische hersenschors ontstaat als vooraankondiging van de
actie".
Een verdere generalisatie gaat er vanuit dat wat voor een
simpele actie geldt ook voor een complexe
actie geldt. Maar is dat zo? Is een complexe actie de optelsom van
elementaire acties? Een watermolecuul heeft ook niet de eigenschappen van
water!
Heeft Libet naar zijn proefpersoon at random geroepen:
"Nu beslissen!"? En als de persoon besloot de vinger te buigen, was
er dan ook de zgn. Bereitschaftspotential? Zo niet, dan betekent dat een fors
amendement op de eerdere conclusie.
Ten derde: Stel mij zijn net de regels van het schaakspel uitgelegd en ik moet een
moeilijke partij af maken. De vraag is dan: bedenk en doe ik die eerste zet
zelf, initieert mijn bewustzijn die zet? Metingen aan de motorische
hersenschors laten dan wel 500 msec. vóór mijn zet al activiteiten zien, maar zeggen
niet of de keuze ook echt een eigen, vrije keus is. Libet's experiment gaat
over dat (er iets gebeurt) en niet over wat (er gebeurt) en heeft bij complexe
acties dus niets te bieden.
Libet vond ook uit dat een proefpersoon -ondanks de
activiteit in de motorisch hersenschors- alsnog NEE kan zeggen tegen de vinger.
Geen determinisme dus! Libet dacht daarmee de vrije wil enigermate te hebben gered.
Over deze zgn. vetotheorie
hield Swaab bij P&W wijselijk zijn mond.
* In de jaren '70 van de vorige eeuw deed Benjamin
Libet een experiment. Een persoon -met een badmuts vol elektroden- wordt
gevraagd at random een vinger te bewegen en wanneer de intentie daar is, op een
klok te kijken en het tijdstip te onthouden. Tussen dit tijdstip van
zelfrapportage en het tijdstip van feitelijk bewegen zit zo 200 msec.
Bijzonder is dat 300-350 msec. vóór registratie van de
intentie de motorisch schors in opgaande lijn al activiteiten laat zien. Voor
Libet en in elk geval voor Swaab een reden om te zeggen dat een bewering als
"Ik beslis" onzin is en de vrije wil een illusie.
rkh, 03-03-2014