maandag, augustus 31, 2020

Halsema verspreidt mist

In gesprek met Twan Huys in 1-op-1 van 26/8 zegt Halsema n.a.v. de Wildwesttaferelen in Amsterdam: “Ik wil één ding zeggen over de suggestie die erin zit, dat je met preventief fouilleren dit soort incidenten had kunnen voorkomen. Want dat is echt niet waar. Want dat betekent namelijk dat je de hele stad preventief moet fouilleren. Vrijwel continu. En dat is niet wat je kan”.

Wat staat hier nou en waar gaat het mis?

 

Halsema zegt hier klip en klaar: preventief fouilleren helpt niet. Vervolgens blijkt het niet om het al of niet helpen te gaan, maar om een capaciteitsprobleem: Iedereen moet dan gefouilleerd worden en dat kan gewoon niet. Impliciet zegt ze hiermee dat –bij voldoende capaciteit- preventief fouilleren wel helpt.

Deze wrakkige manier van redeneren kennen we van “Mondkapjes helpen niet, ‘omdat’ er te weinig van zijn”.

 

Eerder in het gesprek met Huys zei Halsema trouwens preventief fouilleren in de raad te hebben verdedigd, maar dat moeten dan wel “korte en gerichte fouilleeracties” zijn. Daarmee zijn kennelijk “dit soort incidenten” wel te voorkomen, want waarom doe je het anders.

 

Mist alom. Dat zal er mee te maken hebben, dat Halsema ook haar ideologisch angehauchte GroenLinks achterban moet bedienen.

 

Nb: Er is nog wel meer te zeggen over Halsema’s uitspraken.

           

rkh, 30-08-2020

 

donderdag, augustus 27, 2020

Iedereen heeft een kleur

Meghan –de vrouw van prins Harry- verklaarde zich in Zuid-Afrika solidair met de Zwarten. Ze zei: “I’m a Person of Color”. Maar in feite zei ze in en met dit statement niets, hoewel het anders overkwam.

 

Een woord bestaat, omdat er een tegenover is. Het woord “schaar” bestaat, omdat een schaar iets anders is als bijv. een mes, waarvoor we het woord “mes” hebben. En zo staat “blank” tegenover niet-onschuldig, niet-puur, onrein. Kortom, een woord discrimineert.

Het woord “vrede” verdwijnt zo gauw oorlog en de herinnering daaraan zijn uitgebannen. “Vrede” is immers dan niet meer onderscheidend. Er staat niets meer tegenover.


 Het is nu mode om van “witte mensen” te spreken, hoewel niemand –in het gewone leven- ooit een wit persoon in het echt heeft gezien en evenmin trouwens een zwart persoon. Deze keuze voor “wit” i.p.v. “blank” is niet zonder gevolg.

 

Immers als wit een kleur is –en dat is het- dan heeft het spreken van “people of color” geen enkele betekenis meer, omdat het niet discrimineert: er staat niets tegenover “mensen van kleur”. Iedereen heeft een kleur en is dus per definitie een “person of color”, ook de voorheen blanke mens.

 

rkh, 26-08-2020