maandag, augustus 29, 2011

Wat moet ik niet doen?

De tweede vraag van Kant was: "Wat moet ik doen?".* Natuurlijk -en waarschijnlijk voor minder geld- kan ook de vraag gesteld worden: "Wat moet ik niet doen?".

De guldenregel adviseert voor een antwoord bij jezelf te rade te gaan. Dat resulteert in: "Ik lieg niet, omdat ik zelf niet bedrogen wil worden", "Ik sla niet, omdat ik zelf niet geslagen wil worden", etc.

Samengevat: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet".**


Aan de hand van de guldenregel kun je uitvinden (heuristiek) hoe niet te handelen. Deze regel is dus een bron van kennis.

Maar elke logica ontbreekt bij de concretiseringen, ondanks de schijn van het tegendeel door dat "omdat". Want het één volgt niet uit het ander en tussen bijv. "er op los meppen" en "zelf niet geslagen willen worden" zit helemaal geen tegenspraak.


Dus "ik sla niet, omdat ik zelf niet geslagen wil worden" ontbeert logica. Daarentegen "ik sla niet, opdat ikzelf niet geslagen worde" heeft meer logica en dit advies resoneert ook mee. De rationale is, dat als je er zelf op los mept ook anderen misschien die vrijheid nemen.

Kortom, het is welbegrepen eigenbelang om je te gedragen en dat doe je dan in de hoop dat anderen volgen.

In een natuurtoestand -en dat kan een burenruzie zijn- lukt wederkerigheid alleen als beide kanten belangen hebben en de "contractanten" gelijkmachtig zijn.


* De andere vragen waren: "Wat kan ik kennen?" en "Wat mag ik hopen?".


** De nadruk op "ik", "doen" en "niet" is bijzonder als ook het ontbreken van "moeten".


rkh, 29-08-2011

vrijdag, augustus 26, 2011

Ieder zijn rol

Een politicus is woordvoerder namens zijn kiezers. Hij moet hun wensen, belangen, idealen, onvrede en angsten vertolken. Een politicus moet een maatschappijvisie uitdragen, die de hunne is en ook de zijne was toen hij werd gekozen.

Rouvoet keerde zich -na de verkiezingen- tegen "het maatschappelijke sentiment dat we niet te veel moslims moeten hebben". Maar namens wie sprak hij?


Oproepen van derden om "moed" te tonen en tegen de eigen achterban in te stemmen zijn politiek begrijpelijk, maar daaraan gehoor geven is moreel* verwerpelijk. Dergelijke oproepen worden gedaan onder het mom van "algemeen belang", "onvermijdelijk" of "rechtsstaat". Dat is retoriek.


Een politicus moet rolvast zijn en niet meegaan met anderen als gevolg van groepsdynamiek. Het is niet goed voor het land, de politiek en de politicus zelf als hij uit zijn rol valt, bijv. wanneer hij plots het zgn. algemeen belang van anderen, als gegeven neemt. Consensus is de dood in de pot. Zonder strijd geen vooruitgang.


We zouden ook raar opkijken als een advocaat zijn cliënt van wandaden beschuldigt of als een officier van justitie met verzachtende omstandigheden komt. Ieder zijn rol.

In de rechtbank is het de rechter die uiteindelijk beslist. In de politiek is het een kwestie van stemmen tellen.


* Anders stemmen is niet strafbaar, want een politicus zit er -volgens de grondwet- zonder last.


rkh, 24-08-2011


vrijdag, augustus 19, 2011

Over dominantie van culturen

Waarom zien we Obama niet gewoon als witte man? Zijn vader was zwart, maar zijn moeder was -bij wijze van spreken- witter dan wit. Toch wordt hij "de eerste zwarte president van Amerika" genoemd. Vanwaar deze asymmetrie tussen zwart en wit?


Antwoord: omdat wij (wit & zwart) vanuit een wit perspectief kijken. Wit is de norm. Wie daar buiten valt, is niet-wit. Obama wijkt af en kan daarom niet als wit gezien worden.

Zou zwart dominant zijn (bijv. omdat donker Afrika op alle fronten het machtigste land is) dan zou Obama voor ons (zwart & wit) wit zijn, want niet-zwart. Hij wijkt af van de norm en zou dus niet als zwart gezien kunnen worden.

Niemand noemt Obama "kleurling". Dat geeft kennelijk te weinig aan wat hij niet is.


Hetzelfde met de ontdekking van onbekende soorten in exotische oorden. De inboorlingen zijn er natuurlijk al eeuwen mee bekend. Alleen vanuit een westers perspectief zijn het onbekende soorten, die nu pas worden ontdekt. Iets bestaat pas als het met Westerse ogen is gezien.


Operazangeres Tania Kross ging op zoek naar haar roots. In de stamboom komen slaven én slavendrijvers voor. Ze koos voor de slachtofferrol. Kross -afstammeling van onderdrukkers- had op TV haar excuses kunnen maken aan de nazaten van slaven, maar ze koos dus anders. Weer die asymmetrie. Dat ze deze keuze maakte en dat deze keuze niet opviel, is omdat in onze cultuur slachtofferschap in hoog aanzien staat.


p.s.: In dit verband moet natuurlijk wel de term "oriëntalisme" vallen. Bij dezen.


rkh, 17-08-2011

maandag, augustus 15, 2011

Voor als-dan geen antwoord

Als een meerderheid de sharia wil, dan komt hier de sharia. Dat is -volgens Donner- democratie. Max van Weezel stelde de als-dan-vraag en Donner gaf antwoord en dat zonder mitsen en maren. Een normaal antwoord op een als-dan-vraag, is in de politiek uitzondering.


Wilders vroeg eens bij de Algemene Beschouwingen de fractievoorzitters van de CU en het CDA wat zij dachten van 1 miljoen moslims extra. Een goede vraag, volgens mij. Maar Slob en Van Geel gingen meteen vol in de aanval; dat Wilders bevolkingsgroepen tegen elkaar opzet en zo. Maar antwoord kreeg Wilders -en kregen wij- dus niet.

Slob en Van Geel hielden in ieder geval nog de schijn van debat op. Meestal is immers het antwoord: "Op als-dan-vragen ga ik niet in"*.


Niet antwoorden getuigt in elk geval van intellectuele armoe**. Maar het zwijgen of het nietszeggen bij belangrijke keuzes is ook rationeel, omdat er uiteindelijk toch geen verweer is. (Probeer maar eens een verbod op polygamie te verdedigen.)


Politici geven altijd hoog op van debat, discussie en dialoog. Maar hun manifeste afkeer van scenario-denken toont dat ze zichzelf niet kennen.


* Het gemak waarmee dat wordt gezegd en geaccepteerd, verbaast en stemt droef. Onbewust wordt waarschijnlijk gerefereerd aan "as is verbrande turf". Maar daar gaat het over het verleden (was ik toch maar met mijn buurmeisje getrouwd!) en niet over de toekomst (halen we Turkije er bij?).


**Alleen in heel bepaalde omstandigheden is zwijgen opportuun.


rkh, 14-08-2011

vrijdag, augustus 12, 2011

Niet iedereen is allochtoon

Voor Pechtold ben ik oudkomer*, hoewel mijn familie hier -bij wijze van spreken- al eeuwen woont. Dat verrast. Hoe komt hij aan dit inzicht?


De term "nieuwkomer" bestond al, maar daar is "oudkomer" recentelijk bij gekomen. Verandering in de eisen aan immigranten noopte kennelijk tot differentiëring. "Oudkomer" is dus van belang voor juristen en de asielindustrie.


Door mij "oudkomer" te noemen, geeft Pechtold -terloops en op slinkse wijze- een heel eigen invulling aan dat begrip en maakt hij een statement. Voor hem is er geen verschil tussen iemand als ik en een "oude nieuwkomer". We zijn uiteindelijk allemaal "komers". Oud of nieuw, het doet er niet toe. We zijn allemaal allochtoon!


We zien hier bij Pechtold het gelijkheidsdenken aan het werk, culminerend in: Iedereen allochtoon.

Een mooie gedachte natuurlijk, alleen ik voel dat niet zo. Ik voel mij geen allochtoon en ongetwijfeld velen met mij. Dat zou Pechtold gewoon als politiek feit moeten accepteren, maar helaas is hij het pragmatisme voorbij.



* Dit haal ik uit de enigszins krakkemikkige opsomming: "... volgende generatie, zwart en wit, oudkomers en nieuwkomers, iedereen...". Op 2/8/11 was Pechtold bij Twan Huys te gast in Nieuwsuur.

Maar Pechtold is niet de enige die zo denkt. Maarten van Rossem was op TV op zoek naar zijn roots en was blij verrast toen ook hij niet vrij van vreemde smetten (mijn woorden, rkh) bleek.


rkh, 11-08-2011

woensdag, augustus 10, 2011

Het verschil tussen sprinkhanenplaag, criminele organisatie en haatpaleis

Joop Wijn vergeleek -als bewindspersoon- het optreden van een hedgefund met een sprinkhanenplaag.

Voor advocaat Jan Boone is de R.K.-kerk een criminele organisatie die verboden moet worden.


Niemand stoorde zich aan de overdrijving, de generalisatie en het pejoratief woordgebruik. Althans, ik heb er niemand over gehoord. Ook werd geen link gelegd met WOII.

Maar als Wilders roept "haatpaleis" dan is Pechtold meteen over de rooie: "Meester, hij doet het weer!"*.


Alle drie de heren beschrijven (een deel van) de werkelijkheid (feit), geven uiting aan hun afkeer (emotie) en roepen al dan niet impliciet op tot actie (oproep). Het enige verschil is, dat bij Wilders voor sociale onrust wordt gevreesd. Het gaat dus helemaal niet om waarheid of fatsoen, of Wilders ongelijk heeft en beledigt.


Er van uitgaande dat Pechtold (uiteindelijk toch) geweld van moslims vreest, mag hij met recht islamofoob genoemd worden.


* Meester Rutte moet er van Pechtold iets van vinden.


rkh, 09-08-2011

dinsdag, augustus 09, 2011

De kromtaal van Doekle

Op de website van de Telegraaf wordt Doekle Terpstra geciteerd: "... maar die 30 procent is tegenvallend fors.” Dat is -volgens mij- geen normaal Nederlands.

Ik herinner mij meer kromtaal van de sociaal academicus en google op de combinatie "Doekle Terpstra" en "kracht":


"leerde ik mensen in hun kracht te helpen"

"zorgen dat mensen in hun kracht blijven"

"(als debater) staan in je kracht"

"wij gaan Inholland weer in z'n kracht zetten"

"en dat ik dan als het ware in de kracht van mijn verhaal zit"


Waarom hij dit doet, waar hij het vandaan heeft? Ik zou het niet weten, maar hij "verkracht" zo wel onze taal.


rkh, 09-08-2011

zaterdag, augustus 06, 2011

Pechtold als retor

Pechtold is een goed spreker. Ik mag hem* dan ook graag horen. Maar in het gevecht met Wilders faalt de retoricus. Dan gaan alle remmen los en verliest Pechtold het contact met de werkelijkheid.


Een goed retoricus zal onwelgevallige feiten omduiden, maar nooit negeren. En dat laatste doet Pechtold en daarmee en daardoor overtuigt hij andersdenkenden niet. Het schiet ook niet op om tegenover "het glas is leeg" "het glas is vol" te zetten.


"Haatpaleizen" is voor Pechtold de nieuwe rode lap waar hij vol op induikt. Dat mag gezegd, noch gedacht worden. Want beledigend voor een bevolkingsgroep.


De boodschap die de opgewonden Pechtold communiceert, is: "Nix aan de handa. In moskeeën hier wordt het antiwesters sentiment en de jodenhaat niet gevoed". Helaas voor Pechtold, maar de meeste mensen weten beter. En dat is geen weten, dat zich zomaar laat wegblazen.


* Anders dan Femke Halsema die dichotomisch denkt en etiketten plakt.


rkh, 05-08-2011

donderdag, augustus 04, 2011

Het idealisme van Pechtold

Vroeger verklaarde D66 zich uitdrukkelijk voorstander van de pragmatische aanpak: geen ideologische praatjes, maar handelen naar bevind van zaken. Als het om Wilders gaat, dan blijft onder de huidige partijchef van deze aanpak weinig over.


Pragmatisch zou zijn om bijv. gewoon te accepteren*, dat veel Nederlanders veel Marokkaanse medelanders niet leuk vinden**. Zachtjes uitgedrukt. Maar Pechtold legt zich daar niet bij neer. Er moet en zal worden omgedacht. Op dit punt toont hij zich idealist, die het beter weet en zich moreel superieur waant. Tant pis pour la réalité.


Pechtold brengt zelf de integratieproblematiek terug tot wat geruzie over etensgeuren in het gemeenschappelijk trapportaal. Wie zo denkt, kan Wilders niet begrijpen en begrijpt ook niet waarom 63% van de Nederlanders zich zorgen maakt over de toenemende invloed van de Islam in West-Europa (tegen 26% van de aanhangers van Pechtold, De Hond 07/2011).


Nu verwijt Pechtold Wilders weer doemdenken. Maar de retoriek van Pechtold slaat steeds stuk op de realiteit van alle dag, die zich van Wilders niets aantrekt.


Het zou goed zijn wanneer Pechtold terugkeert tot het D66 pragmatisme van weleer en ruimte laat voor het "agree to disagree". Ook het kroonjuweel van de multiculturele samenleving kan uit de etalage.


* "Wen er maar aan", zei Bos over de presentie van immigranten.

** Voor de dood van Van Gogh werd in het Amsterdam van Cohen gewerkt aan de brochure "Marokkanen zijn leuk". Om begrijpelijke redenen is het boekwerk nooit uitgekomen.


rkh, 03-08-2011

maandag, augustus 01, 2011

Van Lanschot, vreemdganger

De diplomaat Robbert van Lanschot doet in het boek "Café Mogadishu" verslag van zijn gang door het andere Nederland. Geen cijfers, geen analyse, geen beschouwing.

Aan het eind van het voorwoord vraagt hij zich af of Nederland de nieuwe Balkan wordt. Op de Balkan ging het mis, terwijl de sociale en culturele verschillen daar toch aanmerkelijk minder schril zijn. Er is geen nawoord, dus ook geen woord van hoop of troost. Blijkens het motto van het boek is het mooi een vreemdeling te ontmoeten.


Van Lanschot constateert parallelle samenlevingen. Autochtonen trekken weg uit wijken. De allochtone middenstand neemt het over en maakt de wijk zelfvoorzienend.

Ten tweede: Moslims worden conservatiever. Moskeeën (al dan niet gebouwd met buitenlands geld) en bibliotheken hebben een aparte ingang voor vrouwen. Het concept van de poldermoskee van Cheppih is mislukt. Geloofsafval wordt steeds meer een probleem. Het nieuwe kijken is in opkomst, d.w.z. dat moslima's wegkijken bij het naderen van een vreemde man.

Ten derde is uit het boek een toename van antiwesters sentiment te halen. Er wordt aangeraden kinderen niet mee te laten doen met sinterklaas. Geen felicitaties bij kerst of nieuwjaar. Op een lijst met wensen voor ramadan staat: "minder westers kleden". Verwesterde meisjes zijn niet in. Voor ondernemers is het meebouwen aan kerken haram. Vroeger werkten moslims nog gewoon in varkensslachterijen. Sommige Turken werken zwart en geven hun tweede huis in het thuisland niet op. Want Nederlanders zijn varkens en bijstand is christelijk geld. Aldus een Turkse Nederlander die ook de beoefening van takiye bevestigt. Een alleen Turks sprekende imam leert dat Nederlanders onrein zijn, want ze wassen zich niet islamitisch (een les die officieel moest gaan over Nederlandse waarden en normen, maar vooral een koranles was). Oud-leerlingen zien een zeer geëngageerde hulpverleenster niet meer staan.


De overheid grossiert onderwijl in mooie woorden: parels van integratie, comité van parelvissers, krachtwijk, fietsdocent. Volgens Van Lanschot weet de overheid niet wat er gebeurt, omdat zij verkeerd wordt voorgelicht. Anderzijds wordt de EU door diezelfde (Amsterdamse) overheid wel voor het lapje gehouden. Wat evengoed takiye is (zeg ik dan) en juist wetendheid vooronderstelt. Het moskeeverzamelgebouw (multifunctioneel centrum) zou naar werk begeleiden, maar herbergt moskeeën en een madrasa. De (Turkse en Marokkaanse) moskeebesturen worden plots migrantenorganisaties. Men had overigens liever dat Van Lanschot niet meer langs zou komen, ondanks wervende teksten en subsidie.

Eén keer noemt hij Wilders. Dan gaat het over politici die zich afvragen waar we tekortschieten wanneer zo vele Somaliërs met Nederlands paspoort doorreizen naar Groot Bretanje. Een grapje dat de samenleving zo 0.5 miljard heeft gekost. Je zou haast op Wilders gaan stemmen, verzucht hij dan.


rkh, 30-07-2011