Op een beetje festival wordt gemakshalve met consumptiebonnen of plastic munten betaald. Dat betaalmiddel werkt, mits er maar voldoende van is. Teveel is geen probleem, maar het gaat mis als bij de wisselkantoren op het festivalterrein de vraag groter is dan het aanbod. Het nieuwe betaalmiddel wordt dan zelf en als vanzelf object van handel. Wat in essentie windhandel is. Want draagt dus niet bij aan de reële economie, integendeel zelfs.
Waarom een hogere prijs betalen? Omdat men a) coûte que coûte daar wil consumeren. Die groep is het analogon van de “early birds” die hip willen doen en van personen die hun duistere handel over bitcoins willen laten verlopen. En omdat b) speculanten winst willen maken en elkander gek.
Alleen wie op tijd instapt en op tijd uitstapt, maakt winst. Verlies is er in elk geval voor de consument die teveel betaalt en in afgeleide zin voor derden waar anders dat geld heen was gegaan. De patatboer op het terrein zal minder verkopen, maar misschien meer verdienen. Zijn toeleverancier zal het dan wel weer in de portemonnee voelen, want die verkoopt minder.
Samenvatting: Bitcoins zijn er voor naïevelingen, criminelen en speculanten. Daarenboven ook nog eens slecht voor de reële economie. Geld functioneert hier niet als smeermiddel.
rkh, 17-01-2018