woensdag, januari 17, 2018

De bitcoin is crimineel goed

De bitcoin wordt ons verkocht als modern betaalmiddel. Maar de bitcoin kán helemaal geen betaalmiddel zijn, omdat het koersverloop daarvoor veel te grillig is. In verwachting van een prijsstijging t.o.v. bijv. de euro (deflatie) zal immers ieder weldenkend mens zijn bitcoins willen behouden. Wat in feite een kopersstaking is met alle gevolgen van dien voor de reële economie. Bij inflatie of in de afwachting daarvan gebeurt het omgekeerde: men wil van zijn bitcoins af. Ook zo’n koperswoede werkt voor de economie disruptief (door oververhitting).

Op een beetje festival wordt gemakshalve met consumptiebonnen of plastic munten betaald. Dat betaalmiddel werkt, mits er maar voldoende van is. Teveel is geen probleem, maar het gaat mis als bij de wisselkantoren op het festivalterrein de vraag groter is dan het aanbod. Het nieuwe betaalmiddel wordt dan zelf en als vanzelf object van handel. Wat in essentie windhandel is. Want draagt dus niet bij aan de reële economie, integendeel zelfs.
Waarom een hogere prijs betalen? Omdat men a) coûte que coûte daar wil consumeren. Die groep is het analogon van de “early birds” die hip willen doen en van personen die hun duistere handel over bitcoins willen laten verlopen. En omdat b) speculanten winst willen maken en elkander gek.
Alleen wie op tijd instapt en op tijd uitstapt, maakt winst. Verlies is er in elk geval voor de consument die teveel betaalt en in afgeleide zin voor derden waar anders dat geld heen was gegaan. De patatboer op het terrein zal minder verkopen, maar misschien meer verdienen. Zijn toeleverancier zal het dan wel weer in de portemonnee voelen, want die verkoopt minder.

Samenvatting: Bitcoins zijn er voor naïevelingen, criminelen en speculanten. Daarenboven ook nog eens slecht voor de reële economie. Geld functioneert hier niet als smeermiddel.

rkh, 17-01-2018

G.V.M.

Wie vloekt, weet niet wat hij zegt.
Wie G.V.D. zegt, vraagt God om hem –om één of andere reden- te verdoemen. Dat is de betekenis van de vloek, letterlijk genomen.
Maar een G.V.D. iemand toegeschreeuwd, lijkt eerder een bede aan de Allerhoogste om de betreffende persoon naar de verdommenis te helpen. Plannen wat betreft de eigen persoon lijken hier totaal te ontbreken. Dat is paradoxaal: Roepen dat je het liefst dood wil en daarmee dan bedoelen dat de ander dood moet.
Bij de Bond tegen het Vloeken staat ik noch de ander centraal, maar God. Vloeken is hier niet bidden, maar de naam van God ijdel gebruiken.

Dat men zichzelf  -begrijpelijkerwijs- er graag buitenhoudt (behalve wanneer de hamer de duim raakt), blijkt ook uit de afkorting: die is namelijk niet G.V.M. (God-Verdoem-Mij), maar G.V.D. (God-Ver-Domme).

rkh, 08-01-2018