In het boek “Brussel:
Eurabia” (2008, aangevuld in 2015) is de dan 47-jarige (!) auteur Athur van
Amerongen op zoek naar zin: hij wil moslim worden. De basis lijkt gelegd:
moeder zat in een inrichting, een broer is op jonge leeftijd aan kanker
overleden en zelf is hij vanaf zijn 18de bij tijd en wijle junk.
Na zijn Midden-Oosten studies wordt Van Amerongen
correspondent voor het MO. Eerder al was hij voor korte tijd in Israël en
Tunesië. De ontvangst door Arabieren voelt als thuiskomen. De Arabische cultuur
vindt hij indrukwekkend.
Maar in 2001 ontvlucht hij Afghanistan en zet een punt
achter het correspondentschap. De wreedheid, het opportunisme en de haat tegen
het Westen worden hem te veel.
Na de moord op Van Gogh (2004) schrijft Van Amerongen (samen
met iemand anders) voor het Parool een serie onder het kopje “Kasba Amsterdam”. Hij is positief gestemd
over de multiculturele samenleving en krijgt prompt een prijs.
In 2006 woont hij in de moslim-enclave De Marollen en
probeert hier tot geloof te komen. Hij studeert, bezoekt lezingen en bekwaamt
zich in de rituelen van de muzelman. Ook hier in Brussel een allerhartelijkst
ontvangst, want de “moslim-broeders” zien een academicus die ook nog Arabisch
spreekt, graag.
Maar na een jaar is Van Amerongen een illusie armer. Hij
verdraagt de berovingen, het geweld, de haat van Marokkanen en de daarmee
gepaard gaande algehele verloedering van de buurt niet langer. De
humorloosheid, vreugdeloosheid, intolerantie en pretenties van het Islam-geloof
werpen hem terug in zijn orthodox-calvinistische jeugd en vervullen hem met
weerzin.
Hij krijgt een hekel aan i.h.b. Marokkanen én aan de
politiekcorrecte goegemeente van ontkenners dan wel wegkijkers. Volgens de
arabist Van Amerongen is Brussel e.o. een tikkende tijdbom.
In dit boek geen theologische beschouwingen. Het
heeft m.i. ook geen zin om met teksten als “Dood
de ongelovige” aan te komen, want het antwoord is bekend: uit de context gerukt
en er staat geschreven “Wie één mens
doodt, doodt de hele mensheid”. Ook een bredere culturele beschouwing
ontbreekt, evenals de sociaaleconomische (voedingsbodem
theorie) en opvoedkundige invalshoek.
Van Amerongen probeert radicalisering psychologisch te begrijpen en daarvoor
heeft hij zichzelf als studieobject genomen.
Op 10 november 2005 ontploft de
Belgische Muriel Degauque in Irak en is daarmee de
eerste blanke martelares van Al-Qaida. Athur van Amerongen heeft haar geval –zo
goed en zo kwaad als dat ging- onderzocht, maar niet begrepen.
n.b.: Vóór de dood van Van Gogh werkte Amsterdam aan de
brochure “Marokkanen zijn leuk”. Na
de moord op Van Gogh is daar niets meer over vernomen.
rkh, 18-05-2018