vrijdag, mei 19, 2006

Het recht om te beledigen

Dat is wat Hirsi Ali in Berlijn ten tijde van de cartooncrisis poneerde. Ik ben het met haar eens. Het is -wat mij betreft- niet het recht om te beledigen om het beledigen, noch de plicht om te kwetsen of een vrijbrief voor schelden. Het is in essentie de keerzijde van het recht en de plicht om de waarheid te zeggen. Het “recht om te beledigen” is een hyperbool, maar daarom nog geen onzin.
Ook Galileï beledigde en kwetste toen hij zei dat de aarde om de zon draait. Hier ten lande was de homofiele medemens zwaar beledigd toen de neuroloog Dick Swaab een hersenafwijking bij homo’s ontdekte. En ook een voorstel voor een onderzoek naar biologische oorzaken van criminaliteit gaf heel wat reuring. Vandaag kwetst al een simpel kruis of een cartoon die terreur in naam van Allah aan de kaak stelt, morgen een bloot been van een vrouwspersoon of een “vuile blik”.
Geen vooruitgang of paradigma wisseling zonder belediging, geen waarheid zonder kwetsuren.

rkh, 14 mei

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Tegenstelling.

"Joden deugen niet" is een belediging, en beledigen is mijns inziens niet geoorloofd.
"Moslims deugen niet" is eveneens een belediging die mijns inziens niet is geoorloofd.
"Mohammed, de zogenaamde profeet van de Moslims, heeft nooit bestaan" (zie bijvoorbeeld http://www.trouw.nl/deverdieping/dossiers/article266224.ece/Westerse+islamologen+omarmen+leugens) is geen belediging maar een kritiek, en kritiek is meer dan geoorloofd. Ook wanneer de kritiek inhoudelijk niet zou blijken te kloppen.
Dit is de tegenstelling van
PJ te N

DIXI zei

In tegenstelling tot …

Theodor Holman is vóór het beledigen om het beledigen. Ik niet, zoals geschreven. Met de uitspraak “Joden deugen niet” als tegenvoorbeeld heb ik dan ook niet zoveel.
De derde casus raakt aan de kern van de poedel, maar gaat voorbij aan het echte probleem namelijk dat wat voor de één kritiek is voor de ander een diepe belediging kan zijn én wat daarbij dan voorrang moet hebben. Stel je het NIET-kwetsen als hoogste norm dan is fundamentele kritiek niet meer mogelijk. Wil je bijv. godsdienst kritiek kunnen blijven uitoefenen dan zul je kwetsuren -als collateral dammage- op de koop moeten toe nemen.
Buigen voor de baardmannen is een ramp voor de maatschappij. “Het recht op beledigen” is een statement dat deze problematiek bondig samenvat.

Anoniem zei

Bang.

We zijn het er dus over eens dat niemand het recht heeft om te beledigen, d.w.z. anderen te kwetsen met de vooropgezette bedoeling dat te doen.
Ook zijn wij het er over eens dat men het recht heeft onderbouwbare kritiek te uiten op opvattingen of andersoortige uitingen.
Als iemand zich door onderbouwbare kritiek beledigd voelt, kan hij zich niet beroepen op "beledigen mag niet" want het is niet als belediging maar als kritiek geponeerd.
Men moet dus niet bang zijn kritiek te uiten, maar ook niet kritiek duiden als belediging

PJ te N