maandag, september 18, 2006

Een gratis crèche vanuit socialistisch perspectief

De “gratis crèche” is momenteel hot en wordt door schillende politieke partijen als het middel gezien om vrouwen de arbeidsmarkt op te krijgen.

Harrie Verbon (hoogleraar) en Tim Willems (student) schreven hierover in de Volkskrant dat bij realisatie een belangrijk sociaal weefsel (ouders en buren die bijspringen, kinderen die hun ouders verzorgen) zomaar wordt vernield en dat het netto resultaat ongeveer nul zal zijn (de kinderopvang en de ouderenzorg zal het arbeidspotentieel uitputten).
Christien Brinkgreve vindt dat er teveel vanuit de economie wordt gedacht en dat de afwezigheid of duurte van de crèches niet de enige reden is om niet te gaan werken. Zij schreef er met Egbert te Velde een boek over. En deze Te Velde zegt in de Volkskrant dat we af moeten van de idee dat de man moet stofzuigen en dat vrouw een carrière wil. De politiek kan de biologie en de Nederlands cultuur niet zomaar negeren.

Wie echt gelooft, laat zich niet ompraten. Schieten eigen woorden te kort dan is er de zekerheid dat andere “deskundigen” het bovenstaande verhaal “contra crèche” onderuit weten te halen en nieuwe argumenten “pro” kunnen aanvoeren. En standvastigheid heeft het voordeel dat men niet snel kopje onder gaat in de zee van argumenten en een lijn in de discussie kan vasthouden. Een uitwisseling van meningen en wederzijdse kritiek brengt mensen niet tot elkaar. Waar het in de eerste plaats om gaat is het perspectief te bevragen van waaruit men denkt, voelt, spreekt en handelt.

De ware socialist slaat aan op “gratis” en “crèche” en ervaart het hiervoor gaan als haast intrinsiek goed. Maar wat is die “socialistische bril” die maakt dat de “gratis crèche” als zonder meer goed wordt gezien? Centraal in de socialistische ideologie staat “gelijkheid”. Naar het kind vertaald: gelijke startpositie. Dat betekent: kinderen zo snel mogelijk “weghalen” uit het gezin dat (volgens de Ouden haast per definitie) misvormt, verkeerde normen en waarden bijbrengt en niet altijd een veilige plek biedt. Voor de vrouw betekent “gelijkheid” vanuit feministisch-socialistisch perspectief: economische onafhankelijk (of negatief: niet afhankelijk van een man) en ontplooiing. Het moeten opvoeden van een kind is hiervoor een belemmering. (Het is jammer dat de gelijke verdeling van de huishoudelijke taken niet te linken is aan de crèche, want dan was de opsomming met het noemen van de categorie “man” aardig compleet geweest.)


Wat heeft nu deze geestelijke oefening aan inzichten opgeleverd?

De economie, het marktdenken als verklaring voor de opkomst van de crèche-idee schiet te kort en verhult. De ideologie spreekt een woordje mee, hoewel de officiële discours over marktdenken gaat.
Een kritiek is pas zinvol, nadat is blootgelegd waar het echt om gaat, wat een mens beweegt.
In de politieke programma’s wordt het onderwerp “integratie” node gemist, althans volgens de commentaren. Wel, dat is in elk geval terug te vinden in het onderwerp “crèche”. Verklaard hiermee is waarom zoveel partijen dit als thema hebben gekozen. Men wil dat de in potentie vervelende Marokkaantjes etc. van jongsafaan gedisciplineerd worden en niet in half-achterlijke gezinnen groot groeien. Dat is de verborgen agenda die onder het kopje “Marktdenken” wordt gebracht. De angst om te discrimineren of te stigmatiseren is debet aan dat het zo gaat.

p.s.: Brengen beleidsmakers hun eigen kinderen naar zo’n publieke crèche? Ik waag het te betwijfelen. Het éne zeggen op macroniveau en andere doen op microniveau heet hypocrisie.

rkh, 17-09-06

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik lees: "Naar het kind vertaalt: gelijke startpositie."
Dit lijkt mij een socialistische spelling. In het kader van de boodschap zou je verwachten: "Naar het kind vertaald: gelijke startpositie".

PJ te N

DIXI zei

Ik heb het gewijzigd. Treurig.

Ik had eerst "vertaald", maar toen ben ik wat aan dubben gegaan.

Heb je een regel of analogie die mij overtuigt?

Anoniem zei

Er zijn verschillende regels die tot dezelfde conclusie leiden.

Regel 1: Kijk of er werkwoorden ongenoemd zijn gebleven. In dit geval is "is" niet genoemd van "is vertaald". ("Dit is naar het kind vertaald").

Regel 2: Kijk wat het onderwerp is. Is dat "het kind" dan is het "het kind vertaalt". Hier is dat duidelijk niet het geval, het onderwerp dat "vertaalt" of "heeft vertaald" is hier iets onbepaalds: "het is vertaald".

Regel 3: Kijk naar de naamval van - in dit geval - het kind. Dat is hier dacht ik 3e, maar misschien wel 4e naamval ("naar het kind" = "ten behoeve van het kind"). Dit impliceert dat "vertaald" een voltooid deelwoord is.

4e regel: Analogie. Men zegt "Naar het kind gebracht". "Gebracht" is voltooid deelwoord. Je zegt niet: "Naar het kind brengt".

Let op: We zeggen wel "Maar het kind vertaalt: gelijke startpositie" of "Een naar kind vertaalt: gelijke startpositie", want hier is het kind onderwerp (degene die vertaalt).

PJ te N

DIXI zei

Dank. Aan goed onderwijs heeft het je niet ontbroken.