dinsdag, augustus 08, 2006

Joris Luyendijk: “Het zijn net mensen”

Na 5 jaar correspondentschap Midden-Oosten (Caïro, Beiroet, Oost-Jeruzalem, eerst radio en Volkskrant, daarna journaal en NRC) houdt Luyendijk (studeerde arabistiek en sociale wetenschappen) het voor gezien. Niet omdat hij er niet meer tegen kon, maar juist omdat hij steeds beter tegen het circus kon (180). Hij had eigenlijk een boek willen schrijven dat het Midden-Oosten zou verklaren, maar dat lukte niet en is het een boek geworden dat vooral gaat over de media zelf, onder meer over toneelstukjes (overbodige interviews, voorbereide kruisverhoren op journaal, de onzin van op locatie zijn). Zijn stelling is uiteindelijk dat correspondent-zijn in een dictatuur niet mogelijk is.

Wat nieuws is, wordt bepaald door de agentschappen (Reuters, AFP etc) met hun net van tipgevers, en bijv. door CNN en tenslotte door de redactie in Hilversum. De inhoud wordt bepaald door de flitsende pr-machines van Israël en Amerika (“fit to print”), door onbekwame woordvoerders van de palestijnen en van Irak (de competente Hanan Ashrawi is op een zijspoor gezet, omdat ze te bedreigend was voor Arafat), door mensenrechten activisten die door het Westen worden betaald (“donor darlings”) en door wetenschappers die meer loyaliteit dan talent tonen.

Veel wordt niet gezegd/getoond, omdat

- het geen nieuws is; dat geldt bijv. voor armoe of slechte wegen met veel verkeersongevallen.
- er geen passende quotes of plaatjes zijn.
- kijkers het niet zouden accepteren (kijkcijfers),
- er veel onwetendheid is; de topdogs van CNN en BBC zijn het arabisch niet machtig en mijden de gewone man. Het niet-weten brak op toen de vraag was hoe groot de aanhang van Bin Laden is en waarom “ze” het Westen haten. Ook de redactie in Hilversum heeft het overzicht niet. Er zijn veel “witte plekken”.

Wil je een achtergrondrapportage (met minder kijkers of lezers) maken dan krijg je te maken met

- mensen die te angstig zijn om te spreken of voor de camera te verschijnen.
- de moeilijkheid om informatie gecheckt te krijgen. Dus waar staat iemand voor? Statistieken zijn niet openbaar
- kwetsbaarheid van personen die soms tegen zichzelf in bescherming genomen moeten worden, dus weg de fraaie quote of het fraaie plaatje.


Wat wordt gezegd/getoond, vertekent:

- nieuws is per definitie een afwijking van het normale en voor wie de regel niet kent, is de uitzondering de regel.
- door de mise-en-scène; Op commando wordt gehuild, worden vlaggen verbrand . Talkingheads worden tegen betaling aangeleverd en doen hun kunstje.
- door woordmanipulatie; Zeg je “dorp”, “nederzetting” of “illegale nederzetting”, spreek je over Israël als “joodse entiteit” etc.. Volgens Luyendijk geeft het gebruik van woorden als “president”, “parlement”, “wetenschapper” een verkeerd beeld van de werkelijkheid van de dictatuur.
- door beeldmanipulatie; Door de wijze van opname kan een groepje mannen een kolkende massa van boze baardmannen worden.


Twee kanttekeningen
Het boek van Luyendijk is een onderzoek naar de filters die bepalen wat uiteindelijk als nieuws wordt gebracht. Het netwerk waarin hij zelf zit, komt niet ter sprake als mogelijk filter. De “synchronisatie van agenda’s” die begint met een subtiele kwinkslag en een grapje aan de koffietap oftewel groepsdynamica is bij Luyendijk geen issue. Dan was misschien verklaard waarom hij –naar eigen zeggen- zelf ook heeft bijgedragen aan de vertekening.

De stelling van het boek is dat correspondentschap in een dictatuur niet mogelijk is. Luyendijk draagt veel materiaal aan ter onderbouwing van deze stelling. Maar is het niet gewoon de complexiteit en de gevoeligheid van het probleem dat het een open en onbevangen journalist onmogelijk maakt zijn werk te doen? Hij schrijft: “ik snapte het niet meer”(177). Dat lijkt mij een veelzeggende uitspraak.

rkh, 06-08-2006

Geen opmerkingen: