zaterdag, augustus 26, 2006

Denken in clichés en de onmogelijkheid van een vergelijk

In het bekende ADHD programma van de NCRV “STAND.NL” wordt een stelling over iets uit de actualiteit besproken. Een terzake deskundige geeft zijn mening en licht toe, luisteraars reageren en tenslotte geeft de deskundige daar weer zijn commentaar op. Via internet, sms en telefoon kan meegedaan worden aan een Poll. Aan het begin van de uitzending wordt gezegd hoe de meningen op dat moment liggen (meestal hebben dan al iets in de orde van 1200 mensen gereageerd). Wat telkens weer opvalt is, dat aan het eind van de uitzending (totaal zijn dan 1700 tot 2000 reacties binnen) de verhouding voor/tegen weinig verschilt van de percentages aan het begin genoemd.

Mensen veranderen niet snel van mening, al was het alleen maar om niet voor windvaan te worden gehouden. Maar het komt ook en vooral, omdat vanuit “waarheden van eeuwen” feiten en scenario’s worden geselecteerd en gewaardeerd en positie wordt gekozen. En van deze respectabele “eeuwige waarheden” is men moeilijk af te brengen. Het zijn de ingesleten clichés als ”wie niet werkt, zal niet eten”, “solidariteit met de zwakken”, “afspraak is afspraak”, “genade voor recht”, “niet klikken”, “altijd de waarheid spreken” waaruit –gegeven de situatie- wordt geput en gekozen en moet worden gekozen om geen tegenspraak te krijgen. “Kiezen” is eigenlijk te veel gezegd, omdat het daarvoor te “subliminaal” gaat. Het is als bij een eerste ontmoeting waarbij in een split second sympathie of antipathie wordt gevoeld. “Het hart heeft zijn redenen die het verstand niet kent”(Pascal). Maar het “hart” is wel gevormd door het verstand en door karakter, opvoeding. peers en ervaring.

In de affaire AHA waren de clichés: “Straf voor wie liegt en bedriegt”, “regel is regel” en “gelijke monniken, gelijke kappen” en in het andere kamp was “gekozen” voor: “solidariteit met de zwakken”, “genade voor recht”, “eigen volk (i.c. Ayaan) eerst” en het neocliché “Een staat zet de burger niet onder druk”.
De (ahistorische) kritiek dat Ayaan Hirsi Ali de monnikskap niet past gezien haar excellente prestaties, zal niemand op andere gedachten hebben gebracht en evenmin de uitval van Dorien Pessers in Buitenhof. Pessers zag een verband tussen de “regel is regel”-houding en het derde rijk en ging daarin over de top. Alsof Verdonk en haar medestanders niet zouden weten dat een verabsolutering gevaarlijk is en alsof Pessers nooit tegen haar kinderen “regel is regel” zou hebben gezegd, waarmee het een kwestie van maatvoering is geworden en de stelligheid in de aanval weg is. In haar tirade twijfelde Pessers ook nog aan de morele intuïtie van een deel van het volk – “de rancuneuze kleinburgerij “(Pessers)- wat natuurlijk nooit slim is wanneer je de “hoofden en harten” van die mensen wilt en denkt te kunnen winnen. Morele zelfverheffing wordt nog steeds niet als deugd gezien. Hermeneutiek i.p.v. kritiek had hier Prof. Dr. Pessers meer gepast.
De gênante vertoning van de tweede kamer (een hysterische Van der Laan die vraagt of wel is nagegaan wat het voor AHA betekent als ze terugkeert naar Somalië en een Halsema die in de pauze gaat onderzoeken of Verdonk een mailtje van éne Magan onder ogen heeft gehad) gaf geen aanleiding om de mening bij te stellen. En om nu AHA als de zwakkere partij te presenteren, kwam ook al niet geloofwaardig over. Althans niet bij wie accoord was met de Verdonk van het begin van de kamerzitting.

En dan nog wie bepaalt dat in een bepaalde situatie de moraal van de één beter is dan die van de ander?

rkh, 25-08-06

Geen opmerkingen: