dinsdag, november 04, 2008

De mantra van de kleine aantallen

Bij de affaire Yvonne Lont hoorde je Rouvoet niet over het kleine aantal homofoben binnen de ChristenUnie. En als het gaat over comazuipers wordt niets kleiner gemaakt dan het is. Bij een spoorwegstaking zul je Eurlings niet horen over het kleine aantal stakers of over een harde kern van stakers en dat de rest wel deugt. Bij voetbalrellen wil men nog wel spreken van een “harde kern”, maar noch de kleinheid van het aantal noch de goedheid van de rest zal beklemtoond worden.
Maar zo gauw het gaat over problemen met Marokkanen haast heel Politiek Bestuurlijk Nederland zich echter erbij te zeggen dat “het gaat om een klein aantal, dat het verpest voor de rest. De overgrote meerderheid deugt”*. Iemand heeft deze formule eens bedacht, anderen praten na. Niemand –bijna niemand- neemt de moeite concrete cijfers te noemen. Niemand die al die zgn. kleine aantallen (Ede, Utrecht, Venlo, Gouda etc) bij elkaar optelt. Ik neem eigenlijk ook aan dat niemand cijfers kent en dat men zo maar wat zegt**. Ook journalisten spelen het spel mee en vragen niet verder. Men ontsteekt wel eensgezind in woede als het spel en het stilzwijgen door derden ruw wordt verstoord.
“Het gaat om een klein aantal, dat het verpest voor de rest” is een bezweringsformule die de kurk op de fles moet houden en een signaal dat men aan de goede kant staat. Het is een vraag aan de moslimgemeenschap om een cijfer voor goed (dhimmie) gedrag. Eigenlijk is zo’n mantra een ontkenning en in zijn heftigheid en absurdheid tegelijkertijd ook een erkenning dat er een probleem met Marokkanen is. Maar wel met het consigne om er verder over te zwijgen.
Het ontbreekt Politiek Bestuurlijk Nederland aan moed en daadkracht. Het beleid is er één van “pacificatie en accommodatie”. Mensen als Cohen kijken net zo lang weg tot het echt niet meer gaat en dan komt de fase van pappen en nathouden. Je kunt er onderscheidingen mee krijgen en prijzen mee winnen.

En dan nog dit: Wanneer een klein allochtoontje -in zeg Slotervaart- laat weten dat de wijk straks van de allo’s is, dan zou dat reden tot zorg moeten zijn. Zo’n jochie zegt niet zo maar iets, dat praat anderen na. Wanneer er ook zo’n jochie is in Ede en in Venlo dan is er alle reden voor grote zorg. Je kunt dan niet volhouden dat slechts een klein aantal -namelijk drie van die jochies- onaardig doet. Zij staan voor meer: pars pro toto***. Die jongens zijn sprekers met een achterban.


* Farid Azarkan, de voorzitter van het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland had het er over dat 99.9% van de 300.000 Marokkaanse Nederlanders “goed” is. Dat is waarschijnlijk inclusief baby’s, kinderen, idioten, vrouwen en bejaarden. Corrigeren we hiervoor dan komen we uit op zeg 1.0% (i.p.v. 0.1%) slechte Marokkaan-Nederlandse jongens. Dat is dus al 10 maal zoveel! En natuurlijk zegt Azarkan maar wat, daar wordt hij voor betaald.

**Cisca Dresselhuys hield lezingen over de groene weduwes in de slaapsteden. Toen iemand vroeg om cijfers en onderbouwing, antwoordde ze dat onderzoek had uitgewezen dat het om 80% van de Vinex-vrouwen ging. Ze bedacht dat ter plekke en is er ook nog trots op.

***Pars pro toto. Dat geldt ook voor Tanja Nijmeijer uit Denekamp die Romaanse talen studeerde in Groningen en uiteindelijk bij het Farc terecht kwam. Zij is academica en kan waarschijnlijk zelfstandig denken. Maar uit wat voor milieu komt deze dame eigenlijk en in welke milieus heeft ze zich genesteld?

rkh, 27-10-2008

Geen opmerkingen: