donderdag, juni 04, 2009

Over vragen

In het Gelderse Emst zit een onderwijzer thuis op de bank in afwachting van ontslag, maar gelukkig niet alleen. Hij heeft er voor gekozen met een vriend te gaan samenwonen. De direct betrokkenen mijden elke publiciteit. Ze willen er onderling uit komen.

Op 19 mei vraagt EO-netwerk onder de titel “Mag een christelijke school ‘homodocenten’ weigeren?” aandacht voor de kwestie, zgn. omdat politiek Den Haag er op is aangeslagen.
Aan Chris Janse, adviseur van reformatorische scholen en oud-hoofdredacteur van het RD, vraagt de interviewer: “Wat kan er mis zijn met dat de man homofiel is?” en “Het privé leven gaat toch niemand wat aan?”. De twee vertegenwoordigers van het COC krijgen de vraag: “Is dit geen discriminatie?”.

Is dit nu goede journalistiek? De vragen zijn scherp en uitdagend, de journalist laat de mensen uitspreken, het probleem en de standpunten lijken na afloop duidelijk. Maar het voelt niet goed.

Wat bij nadere analyse opvalt, is dat het geen open vragen zijn. Er wordt bijv. niet gevraagd: “Is dit discriminatie?”, maar: “Is dit geen discriminatie?”. De interviewer zoekt steeds bevestiging. Bij de EO is kennelijk afgesproken, dat ze daar in Emst aan “homootje pesten” doen. De drie vragen verraden een keuze voor deze bepaalde (EO-vreemde) invals- of aanvalshoek. Het is voor een journalist natuurlijk makkelijker vragen stellen vanuit een vooringenomen en populistisch perspectief dan een gesprek open in gaan.

Ben ik hier nu niet te negatief over de EO? De vragen zijn toch niet moeilijk en –naar believen- op de ruggengraat te beantwoorden. Op de keeper beschouwd zijn het eigenlijk inkoppertjes. Maar bedenk je welke vragen niet zijn gesteld, dan verliezen de bovenstaande vragen definitief hun onschuld. Aan het COC had de volgende vragen kunnen worden gesteld: “De geschorste onderwijzer wil geen commotie, dus waar bemoeit u zich mee?”, “Het COC wil diversiteit, waarom dan een gemeenschap -koste wat kost- de gelijkheidsidee willen opleggen? ”, “Waarom het anderszijn van een gemeenschap niet geaccepteerd? ”. En Janse had de vraag voorgelegd kunnen krijgen: “Is hier niet uiteindelijk de Vrijheid van Consciëntie in geding? ”.

Maar deze principiële vragen werden niet gesteld. Om één of andere redenen moest en zou dit onderwerp verengd worden tot het thema “De jacht op homo’s “. Bij nader inzien en goed beschouwd blijkt het dus om een uitermate oppervlakkig en hetzerig* interview te gaan.

rkh, 2 juni 2009


* Gemeld wordt dat het bestuur van de christelijke school niet voor de camera wil reageren. Maar drie vertegenwoordigers van Emst komen wel in beeld. Alle drie zeggen “geen commentaar” tegen de veldwerkende journaliste. Waarom wordt dat zo uitdrukkelijk in beeld gebracht? En waarom vindt het interview met COC en Janse plaats op het binnenplein van het Binnenhof? Waarbij de interviewer ook nog bijna verwijtend opmerkt, dat de groepen elkaar voor het eerst ontmoeten. Aan het eind van de rapportage wordt gezegd, dat de Commissie Gelijke Behandeling zich er tegen aan gaat bemoeien De moderator eindigt met: “Wordt vervolgd”.
Mag dit niet Inquisitie-journalistiek worden genoemd?

2 opmerkingen:

Anoniem zei

M.i. stellen professionals in zorg en onderwijs open vragen.
Journalisten hebben m.i. het recht ook gesloten vragen te stellen. De ondervraagden hebben uiteraard het recht die niet of met nuances te beantwoorden. Of te antwoorden dat het een slechte vraag is.
PJ te N

DIXI zei

Ja, je hebt wel gelijk: gesloten vragen mogen.

Maar ik maak bezwaar als het onderwerp kapot wordt gemaakt door beperkte (vooringenomen) benadering.