maandag, oktober 19, 2009

Emoties zonder antidotum

Ik erger mij wild aan mensen die in het openbaar bellen. Vooral als het geluid boven het normale gespreksniveau uitstijgt. En dat is om één of andere reden bijna altijd het geval. Zelfs met Bach in de oren red je het niet. In woorden van Sartre: “L’enfers, c’est les autres”.

Hier is iets merkwaardigs aan de hand, want van kinderen kan ik veel hebben. Dus is het niet alleen de beller die de emotie constitueert. Mijn waarden- en normensysteem bepaalt ook mede de emotie. Het is weer het bekende Husserliaanse verhaal van object én subject, die samen de ervaring maken.

Een waar inzicht, maar één dat mij niet milder stemt. Bij kinderen wint de vertedering het van de ergernis. De éne emotie drukt als het ware de andere weg. Maar tegenover ergernis over wild praters (Henk Hofland) staat geen andere, compenserende emotie en die kan ik ook niet met de Rede oproepen. De ergernis en soms woede en met name mijn aandeel daarin wil ik ook helemaal niet begrijpen. Daarvoor dringt het object zich toch te veel aan mij op.
Wanneer iemand opzettelijk rook in mij gezicht blaast, protesteer ik ook. Oder? Ik voel mij niet verplicht tegenover onbeschaafdheid beschaafdheid te zetten.

rkh, Staufen, 14-10-2009

1 opmerking:

Anoniem zei

"Maar tegenover ergernis ... staat geen andere ... emotie en kan ik ook niet met de Rede oproepen."
Taalfout. Moet zijn:
"Maar tegenover ergernis ... staat geen andere ... emotie en die kan ik ook niet met de Rede oproepen."
PJ te N