Voor de verdediging van of de aanval op een stelling kan
gekozen worden uit zes invalshoeken:
1. De ludieke.
Als we burka's toestaan dan toch ook naaktloperij!
Als we burka's toestaan dan toch ook naaktloperij!
2. De principiële (ideologische).
Ik ben voor vrijheid van Godsdienst.
Ik ben voor vrijheid van Godsdienst.
3. De pragmatische.
Hoeveel dragen er nu een burka?
Hoeveel dragen er nu een burka?
4. De feitelijke (wetenschappelijke).
Wie de burka draagt, krijgt vitaminegebrek.
Wie de burka draagt, krijgt vitaminegebrek.
5. De (pseudo)logische.
Wie het Westen afwijst, accepteert ook geen bijstand.
Wie het Westen afwijst, accepteert ook geen bijstand.
6. De "bevindelijke" (proefondervindelijke).
Ik heb jaren in Caïro gewoond en ...
Ik heb jaren in Caïro gewoond en ...
rkh, 20-05-2013
8 opmerkingen:
Misschien is er nog de godsdienstige argumentatie aan toe te voegen, die m.i. afwijkt van de principiële.
"Van mij zou de burka mogen, maar helaas, God verbiedt hem" of "Ik moet niks van burka's hebben, maar helaas, God heeft hem geboden".
PJ te N.
Ik laat dat vallen onder
2. De principiële (ideologische).
Als ik het niet dacht.
Vandaar mijn initiële opmerking dat de godsdienstige argumentatie afwijkt van de principiële. Er gaapt namelijk een grote kloof tussen ideologie en godsdienst. Blijkbaar beseft niet iedereen die kloof.
PJ te N
Misschien dan 4 of 6?
4. De feitelijke (wetenschappelijke).
6. De "bevindelijke" (proefondervindelijke).
Helaas, ook deze niet.
Maar wat is er tegen 7 soorten argumenten in plaats van 6 ?
PJ te N
Maar ik zou ook 8 moeten toelaten; de juridische invalshoek. "Van mij zou de burka mogen, maar helaas, de wet verbiedt hem". Ik pas daarvoor.
"Van mij zou de burka mogen, maar helaas, God verbiedt hem".
Dat klinkt overigens best feitelijk.
Of de wet iets al dan niet verbiedt, is een objectief vast te stellen feit. O God iets al dan niet verbiedt, kan men slechts weten wanneer men Hem dient.
PJ te N
"O God" moet zijn "Of God".
PJ te N
Een reactie posten