donderdag, maart 25, 2010

Over Cohen, religie en getto's

Cohen ziet voor religie een duidelijke rol weggelegd bij de integratie van nieuwkomers. Een bezoek aan een Evangelische Broedergemeente heeft hem de ogen geopend. Die ervaring kan niemand hem afnemen. Religie is een bindmiddel.
Moeiteloos gaat Cohen over van "is" naar "ought"; zoals het gebeurt, zo is het gewenst. De socialist in hem ziet daarbij uiteraard een taak voor de overheid weggelegd ("compenserende neutraliteit"). Dus werd belastinggeld gestoken in Marhaba (sic) en de Westermoskee. Integratie gaat immers via de moskee. Dat daardoor de integratieproblematiek wordt geïslamiseerd, dat zo de "seculiere moslim" niet wordt bereikt, dat religie ook mensen buitensluit, dat alles neemt Cohen kennelijk op de koop toe. Of er geen wezenlijk verschil is tussen het geloof van de Hernhutters en dat van de moslims, is voor hem geen vraag.

Voor normale mensen betekent integreren: meedoen, niet je hand ophouden en je gedragen. Maar bij Cohen houdt een geslaagde integratie eerst en vooral in: je thuis voelen. En daar voorzien de oude nieuwkomers in die zich langs etnische lijnen hebben verenigd onder het banier van religie. Het gaat dus niet om het je thuis voelen in Nederland, maar om het teleporteren van de vertrouwde omgeving van het thuisland naar hier, zo nodig inclusief imam. Cohen is de beroerdste niet en wil er graag de beurs van de belastingbetaler voor trekken. Hij zegt eigenlijk tegen nieuwkomers: "Vraag niet wat jij voor de maatschappij kunt doen, maar wat de maatschappij voor jou kan doen".

Het ideaal van Cohen leidt tot parallelle samenlevingen ofwel getto's. Marcouch droomde al van een superstadsdeel als een "bloeiende moslimgemeenschap met voldoende sociaal kapitaal". Op kritiek kreeg de columniste Ebru Umar van Cohen te horen, dat niemand haar verplicht om in Amsterdam te wonen. En onderwijl zoekt het morrend volk een goed heenkomen in Almere en Zaanstad. Dat zouden de rancuneuzen zijn; mensen die Cohen liever kwijt dan rijk is. Dat heet dan "bindend leiderschap" en "de boel bij elkaar houden".

Cohen beschouwt de religie instrumenteel (en ziet daarbij vreemd genoeg het roesmiddel "quat" als bindmiddel voor Somaliërs over het hoofd). Maar dezelfde Cohen vindt ook dat religie de seculiere sociaaldemocraten een spiegel voorhoudt, die hen de existentiële leegte van de Sociaal-Democratie laat zien. Hij pleit in de PvdA voor een omgekeerde doorbraak. Dit maal dus van politiek naar religie. Menigeen ziet dit als de zoveelste knieval voor de Islam.
Ik zou zeggen: Wie zoveel mist verspreidt, heeft niet goed nagedacht.

rkh, 23-03-2010

Geen opmerkingen: